Napoleon Bonaparte leidde Frankrijk op politiek en militair vlak gedurende de laatste stadia van de Franse Revolutie en was van 1804 tot 1815 keizer der Fransen. In het eerste deel van de negentiende eeuw wist hij een groot deel van Europa onder Frans gezag te brengen. De veldtocht van Napoleon naar Rusland in 1812 betekende een keerpunt en tijdens de Slag bij Waterloo (1815) werd hij definitief verslagen. Hoofdartikel:Napoleon Bonaparte (1769-1821) – Franse generaal en keizerOverzicht:Boeken over Napoleon Bonaparte
In de Franse herinnering ging de strijd bij Waterloo de geschiedenis in als een glorieuze nederlaag. De mythe verspreidde zich dat het Franse leger zich, ondanks de vernedering van het debacle, tot het bittere einde had verzet.
In Amerikaans ‘slang’ zijn Napoleon en Wellington ‘wiener cousins’ of ‘piemelneven’: twee mannen die seks hadden met dezelfde vrouw. Sommige dames hebben blijkbaar een zwak voor grote, machtige mannen en lukt het ook nog om ze aan de haak te slaan. Of is het andersom?
Napoleons zwaarste cavalerie bestond uit regimenten cuirassiers en carabiniers à cheval. Beide herkenbaar aan hun metalen borstplaten en helmen. De Franse kurassiers personifieerden met hun harnasoverblijfselen uit ridderlijke tijden de Franse cavalerie. Zo trokken ze in 1914 nog ten strijde.
Zaterdag en vrijdag vond de re-enactment van de slag bij Waterloo plaats. Zo’n 5.253 mannen, 973 vrouwen en kinderen en 360 paarden namen deel aan de reconstructie van een van de meest tot de verbeelding sprekende historische veldslagen uit de Europese geschiedenis. Met gevaar voor eigen leven stortte Historiek zich in het strijdgewoel.
Na de Slag bij Waterloo lag het slagveldterrein behalve met lijken en gewonden bezaaid met wapentuig en persoonlijke bezittingen van de militairen. Een bijzonder achterblijfsel, later uit de grond gehaald, is dit naamplaatje van een Nederlandse militair.
Er zijn nogal wat schilderijen waarop Napoleon zittend op een paard is afgebeeld. In 1815, tijdens de wereldberoemde Slag bij Waterloo, zagen zijn mannen hem echter minder vaak op een paard zitten dan ze gewend waren. Daar was ook wel een goede reden voor. De keizer had tijdens de slag last van aambeien.
Na de slag bij Waterloo begon de strijd om het historische gelijk. De Britten, altijd goed in het hard blazen op hun eigen loftrompet, claimden met succes de overwinning voor zichzelf. In de door hen geschreven geschiedenis is zelfs van de Pruisische bijdrage weinig overgebleven, laat staan de Nederlands-Belgische.
1865 was de laatste grote herdenking waar mensen bij aanwezig waren die de slag bewust hadden meegemaakt, niet alleen op het slagveld, maar ook in Amsterdam. Uiteraard waren er die in “angstige spanning den uitslag afwachtten”, maar hoe zat het met de mensen die op 9 oktober 1811 keizer Napoleon hadden toegejuicht toen hij Amsterdam bezocht?
Op de herdenkingsmunt van 2,50 euro is het monument van Waterloo te zien en een afbeelding van de positie van de Franse en geallieerde troepen tijdens de veldslag.