Het legendarische rijk van Pape Jan, de christelijke priester-koning

Tussen mythe en werkelijkheid
7 minuten leestijd
Pape Jan
Pape Jan (Preste Iuan de las Indias), afgebeeld in Oost-Afrika, op een zestiende-eeuwse Spaanse kaart

Halverwege de twaalfde eeuw dook in West-Europa een merkwaardig verhaal op. Daarin was sprake van een legendarische priester-koning die in het Verre Oosten over een christelijk rijk heerste. Niemand had hem echter ooit ontmoet of wist zijn koninkrijk precies te lokaliseren. Toch zou Presbyter Johannes of Pape Jan zoals hij in onze contreien genoemd werd, van de vroege tot de late middeleeuwen tot de verbeelding blijven spreken.

De legendarische Pape Jan op een afbeelding uit circa 1800
De legendarische Pape Jan op een afbeelding uit circa 1800
De eerste sporen van Pape Jan zijn te vinden in de Chronica, een middeleeuwse wereldkroniek van de Beierse bisschop Otto Van Freising (1112-1158). Daarin wordt melding gemaakt van een Syrische bisschop die in Rome opdook met verhalen over een zekere priester-koning Johannes. Een afstammeling van de Magi, de bijbelse drie koningen, die over een christelijk rijk in India heerste en het islamitische Perzië een zware slag had toegebracht.

De brief

Enkele decennia later circuleren er kopieën van een Latijnse brief gericht aan de Byzantijnse keizer Manuel Comenius (1143-1180). De auteur ervan is, zo lijkt het althans, priester-koning Johannes die in de brief oproept tot samenwerking in de strijd tegen de islam. Tegelijkertijd veegt hij de keizer van Constantinopel de mantel uit omdat die zich een goddelijke status aanmeet. Mocht keizer Manuel echter het ware geloof omarmen dan kan de Byzantijnse heerser rekenen op een hoge functie aan het hof van Johannes.

Wat volgt is een beschrijving van de rijkdom en macht van Pape Jan. Die is groter dan die van om het even welke heerser ter wereld. Niet minder dan 72 onderkoningen van evenveel provincies zijn hem schatplichtig. Zijn land strekt zich uit van het Midden-Oosten tot de toren van Babel en verder tot Indië, het land waar de heilige Thomas, de apostel van Azië, het martelaarschap vond. Hij kan dus een groot leger op de been brengen om het heilig land te heroveren.

De briefschrijver laat ook niet na de pracht van zijn land te beschrijven. Een waar paradijs is het met een exotische fauna met olifanten, dromedarissen, leeuwen en nijlpaarden. Bovendien waren er ook allerlei fabelwezens rond zoals feniksen, cyclopen, amazones en centauren. In dat land van melk en honing vloeit een rivier vol magische edelstenen met een bron van de eeuwige jeugd. Giftige dieren zoals schorpioenen en slangen zijn er niet en met een magische spiegel kan Pape Jan zijn vijanden in het oog houden. Kortom, de oosterse pracht en natuurwonderen worden uitgebreid beschreven. Naar het einde toe komt de auteur pas goed op dreef. Slechts als men de sterren en zandkorrels op het strand zou kunnen tellen zou men de omvang van Pape Jans macht kunnen uitdrukken.

Tientallen versies van de brief, zowel in het Latijn en het Frans als in het Occitaans, deden tot de veertiende eeuw de ronde in Europa. De tot de verbeelding sprekende inhoud was dankbaar materiaal voor de rondreizende troubadours en minstrelen die het verhaal van Pape Jan ook onder het volk hielpen verspreiden.

Pape Jan, als hoofd van een christelijke stam
Pape Jan, als hoofd van een christelijke stam in Tartarië, en zijn page. Gravure uit ca. 1870

Vervalsing

Historisch onderzoek wees echter uit dat de brief een vervalsing is. De inhoud is een smeltkroes van pure fantasie, halve waarheden en politieke propaganda. Zeg maar ‘fake news’ op zijn middeleeuws. Samengeharkt uit antieke mythen, bijbelse teksten en utopische fantasieën. Historici kaderen het verhaal binnen de context van de kruistochten. De auteur van de brief moet volgens hen gezocht worden in de kringen van de Duitse keizer Frederik Barbarossa (1150-1196). Die had, net als de paus overigens, een moeilijke relatie met het Oost-Romeinse rijk dat gezien werd als een vervelende concurrent voor de heerschappij over het christendom. Het lijkt erop dat de brief van Pape Jan bedoeld was als een onrechtstreeks pleidooi voor een christelijke alliantie tegen de islam onder leiding van een sterke, katholieke leider, lees Frederik Barbarossa.

Afbeelding van Priester Joannes in een uitgave van ‘Nederlandsche reizen’ – Collectie Chris Delarivière
Vervalsing of niet, voor de toenmalige paus Alexander III volstond het om in 1177 zelf een brief te schrijven naar Pape Jan. Die brief is bewaard gebleven en gericht aan de beroemde en heerlijke koning der Indiërs, de zeer heilige Johannes. De paus roept daarin op tot samenwerking tussen westerse en oosterse christenen in de strijd tegen de islam en de bevrijding van het Heilig Land. Of die brief ooit afgeleverd werd blijft echter een raadsel.

Nestorianen

Hoe dan ook. De legende van Priester Johannes bleef gedurende de middeleeuwen in mysterieuze nevelen gehuld. In het verhaal over een mythisch christelijk rijk schuilt echter een kern van waarheid. Halfweg de twaalfde eeuw was het nestorianisme, een variant van het christendom, nog sterk aanwezig in het Midden-Oosten. De nestorianen waren volgelingen van Nestorius, een patriarch van Constantinopel in de vijfde eeuw. Hun leer onderscheidde in Christus twee naturen en erkende Maria niet als moeder gods.

Het leverde de Nestorianen de reputatie van ketters op maar hun leer vond niettemin heel wat aanhangers van Perzië tot in China. Tussen het westers en oosters christendom stond echter de islam. Contacten verliepen dus moeizaam. Overigens zouden zowel het nestorianisme als het christendom in bredere zin eind veertiende eeuw, mede onder druk van de islam, vrijwel verdwijnen in het Verre Oosten.

Willem Van Rubroek

De verschillende kruistochten die in de twaalfde eeuw ondernomen werden, leverden al bij al weinig op voor het christendom in het Midden-Oosten. Pas halfweg de dertiende eeuw leken de kansen te keren toen de Mongoolse invasies de islamrijken in Centraal-Azië en het Midden-Oosten onder druk zetten. Voor de Franse koning Lodewijk IX was dit het sein om een nieuwe kruistocht op te zetten. Om deze zevende kruistocht (1248-1254) kans van slagen te geven had hij steun nodig en dus ging hij op zoek naar het legendarische rijk van Pape Jan. Ambassadeurs en gezanten werden erop uitgestuurd, zoals de monnik Willem van Rubroek die contacten moest leggen met koning-priester Johannes.

Willem Van Rubroek kwam in 1253 echter bij de volgelingen van Djenghis Kahn terecht. Uit zijn reisverhaal blijkt dat de missie niet meteen een succesverhaal was. Priester Johannes was onvindbaar of gedood door de Tataren luidde de conclusie. Daarna leek de legende van Pape Jan en zijn christelijke rijk in het verre India geleidelijk in de vergetelheid te raken.

Afrika

Fragment van de Ortelius-kaart
Fragment van de Ortelius-kaart
Niet zoveel later verplaatste de mythe zich echter naar Oost-Afrika. De eerste vermelding daarvan komt van Jordanus Catalan de Séverac (1280-1330), een Franse dominicaan, missionaris en ontdekkingsreiziger die bisschop werd op de Malabar kust in de huidige Indische deelstaat Kerala. In zijn boek Mirabilia Descripta (1329) uit halverwege de veertiende eeuw, beschrijft hij de wonderen van Azië en Afrika. Deze keer duikt priester-koning Johannes op als patriarch van een land ten oosten van Ethiopië dat aan het aards paradijs grenst. Vanaf dat moment wordt Pape Jan in Afrika gezocht. De link is begrijpelijk want in Ethiopië had een oosters-orthodoxe variant van het christendom zich ondanks de druk van de islam weten te handhaven.

In de vijftiende en zestiende eeuw wordt de wereld ik kaart gebracht en blijkt Pape Jan ook voor cartografen een dankbaar onderwerp te zijn. Zo zie je op antieke kaarten uit deze tijd de priester-koning opduiken, op zijn troon gezeten met bijhorende regalia, soms nog in Indië maar steeds vaker in Afrika. Een mooi voorbeeld is te vinden in de beroemde zestiende-eeuwse Theatrum Orbis Terrarum-atlas. Daarin heeft cartograaf Ortelius een Pape Jan-kaart opgenomen die het mythische rijk in Oost-Afrika, meer bepaald Ethiopië, plaatst.

Pape Jan en zijn rijk, afgebeeld in Ethiopië op de zestiende-eeuwse wereldkaart van Abraham Ortelius
Pape Jan en zijn rijk, afgebeeld in Ethiopië op de zestiende-eeuwse wereldkaart van Abraham Ortelius

Contacten

De eerste echte contacten tussen Europa en het geïsoleerde Ethiopië worden pas begin vijftiende eeuw gelegd. Ethiopische ambassadeurs verschijnen dan in Venetië (1402), in Bologna (1408) en aan het hof van koning Alfonso V van Aragon (1427) waar ze een alliantie tegen de islam bepleiten. Dat doet een belletje rinkelen bij de Europeanen die meteen een link leggen met het legendarische rijk van Pape Jan.

Eind vijftiende eeuw zijn het vooral de Portugezen die actief op zoek gaan naar het land van Priester-Koning Johannes. Pas in 1520 lukt het hen om diplomatieke relaties aan te knopen wanneer een Portugees gezantschap het rijk van Preste Joam – lees Pape Jan – bezoekt. De Portugezen hebben als geschenken voor de vorst een gouden zwaard met een rijk gevest, vier tapijten, enige rijke kurassen, een helm, twee speciale geweren, vier kruithouders, enige kogels, twee zakken kruit, een wereldkaart en enkele muziekinstrumenten. Echt onder de indruk is de keizer van Ethiopië echter niet. Die vraagt zich overigens af waarom de vreemde bezoekers hem als Priester-Koning Johannes beschouwen.

Hoe dan ook. Priester-Koning Johannes bleef het westen intrigeren. Zelfs eind achttiende eeuw bleef zijn verhaal de ronde doen. In het zesde deel van de collectie reisverhalen Nederlandsche Reizen (1785) lezen we het volgende:

Priester Joannes die voorgeeft afkomstig te zyn van koning David, noemt zich keizer van Opper- en Neder-Ethiopie (…) Andere noemen hem Negus of Koning. Ziyn verblyf is aan geene vaste plaats verbonden: nu eens onthoudt hij zich op de eene, dan op eene andere plaats. Doorgaans slaapt hy onder tenten, welke, ten getale van zesduizend met zyne pakkaddje, worden rondgevoerd (…) Wanneer hy door het land reist, wordt hy omringd van roode gordynen; op zyn hoofd draagt hy eene Kroon, half zilver en half goud, en een zilveren Kruis in zyne hand. Zyn gelaat is bedekt met een stuk blauwe taf, ’t welk hy opligt, wanneer hy iemand eene ongemeene gunst wil betoonen of met hem spreeken. (…)’

Nederlandsche Reizen’, deel VI, 1785 – p.22-27

Nog steeds…

Ook in onze moderne tijden blijft Pape Jan tot de verbeelding spreken. De voorbije decennia dook de mythische priester-koning wel vaker op in films, series, stripverhalen en romans. Een mooi voorbeeld is de roman Baudolino van Umberto Eco waarin het legendarische rijk van Presbyter Johannes een hoofdrol krijgt. Pape Jan en zijn legendarische rijk zijn dus nog lang niet aan het einde van hun verhaal.

Chris Delarivière (°1955) was tot 2021 educatief medewerker bij diverse organisaties in Vlaanderen. Als publicist leverde hij bijdragen aan de krant De Morgen, het magazine Reiskrant en andere publicaties.

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 55.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×