Dark
Light

Joos Van Ghistele, de Groote Reiziger

…en zijn zoektocht naar het mysterieuze Land van Pape Jan
6 minuten leestijd
Verweerde grafsteen die ooit het familiegraf van de Van Ghisteles sierde. Dorpskerk van Zuiddorpe
Verweerde grafsteen die ooit het familiegraf van de Van Ghisteles sierde. Dorpskerk van Zuiddorpe - Foto: Chris Delarivière

Zuiddorpe is een pittoresk dorp in de polders van Zeeuws Vlaanderen, net ten zuiden van het marktstadje Axel. Omringd door oude liniedijken en schapenpaden ademt het een en al rust uit. Toch was dit ooit een belangrijke plek met een kasteel, een abdij en een ridder die de ‘Groote Reiziger’ werd genoemd. Die bijnaam had ridder Joos Van Ghistele te danken aan een vier jaar durende ‘Voyage naar den lande van belofte’ en het boek dat in 1557 over zijn reiservaringen verscheen.

‘Tvoyage van Mher Joos van Ghistele’ vertelt het verhaal van een reis naar het Midden-Oosten en een zoektocht naar het Land van Pape Jan, een mythisch rijk in het hart van Afrika, geregeerd door een priester-keizer. Door de schat aan etnologische, religieuze, politieke en maatschappelijke informatie wordt het werk beschouwd als het betrouwbaarste reisverhaal in de Europese literatuur van de late Middeleeuwen

Het verhaal van Joos van Ghistele begint ergens halfweg de vijftiende eeuw in Gent. Joos werd er geboren als telg van een invloedrijke adellijke familie. Zijn vader was baljuw, had nauwe banden met  het hof van de Bourgondische hertogen en was ook heer van Axel en de Vier Ambachten. Het was daar, op het – nu verdwenen – familiekasteel in Zuiddorpe dat Joos opgroeide en een militaire opleiding kreeg. Hij trad uiteindelijk in dienst van de Bourgondische hertog Karel de Stoute, maakte zich verdienstelijk op het slagveld en werd tot ridder geslagen. Na de dood van de hertog zei hij het leger vaarwel en werd net als zijn vader baljuw in Gent. 

In 1481 was de ridder echter aan een ‘sabbatical’ toe en besloot hij op pelgrimstocht naar het Heilig Land te vertrekken. Een dergelijke reis was in de late Middeleeuwen het equivalent van wat in de achttiende en negentiende eeuw een Grand Tour genoemd werd. Doorgaans nam een pelgrimage naar Jeruzalem zes tot negen maanden in beslag maar in het geval Van Ghistele zou de reis vier jaar duren en allerlei onverwachte wendingen nemen.

Op weg

Het is in de herfst van 1481 als Joos Van Ghistele met enkele vrienden en zijn kapelaan vanuit het familieslot in Zuiddorpe aan de reis begint. De eerste haltes zijn Aken en Keulen, pelgrimssteden waar een levendige handel in relieken bestaat en waar ridder Joos verhalen opvangt over het land van Pape Jan, een legendarisch christenrijk in Afrika. Hij raakt meteen in de ban van de mythische priester-keizer en besluit na Jeruzalem door te reizen naar Abessinië, het huidige Ethiopië. Via Venetië gaat het per schip naar Beiroet en Jaffa waar het reisgezelschap zich aansluit bij een karavaan met bestemming Jeruzalem. Na een verkenning van Palestina en Libanon volgt de Sinaï woestijn en het Sint Catherinaklooster. 

Het rijk van Pape Jan vereenzelvigd met Ethiopië op een 16e-eeuwse kaart
Het rijk van Pape Jan vereenzelvigd met Ethiopië op een 16e-eeuwse kaart

Ridder Joos van Ghistele staat er ondertussen alleen voor want zijn vrienden besloten terug te keren naar Vlaanderen. De Groote Reiziger weet echter van geen ophouden. Hij onderneemt verwoede pogingen om een route te vinden die hem naar het land van Pape Jan moet brengen. Maar reizen in het toenmalige Midden-Oosten is geen sinecure. Het gebied maakt deel uit van het Ottomaanse Rijk en dat ligt in de clinch met het christelijke westen. Pelgrims uit Europa moeten op hun tellen passen. De Turkse sultans houden hen in het oog en piraten en rovers zien in de pelgrimskaravanen gemakkelijke prooien.

Aanbeland in Egypte bezoekt Joos van Ghistele Caïro, Alexandrië en de piramiden. De zuidelijke route naar Ethiopië blijkt echter te onveilig dus zoekt hij het in oostelijke richting. Hij trekt via Syrië naar het huidige Irak en Iran. Maar ook dat blijkt een doodlopende piste. Het Land van Pape Jan blijft onbereikbaar voor de ridder. Hij besluit uiteindelijk huiswaarts te keren en op een zomerdag in 1485, vier jaar na zijn vertrek, duikt ridder Joos opnieuw op in Zuiddorpe. 

Het boek van de reizende ridder

Daarna neemt de reizende ridder zijn vroegere werkzaamheden op. Hij wordt opnieuw tot baljuw verkozen en schopt het vervolgens tot kamerheer en raadgever aan het Bourgondische hof. Ergens rond 1520 sterft hij en wordt bijgezet in het familiegraf in de kerk van Zuiddorpe.

Tvoyage van Mher Joos van Ghistele oft anders Texcellent groot zeld-zaem ende vremd voyage ghedaen by wylent Edelen ende weerden Heere Mher Joos van Ghistele
Tvoyage van Mher Joos van Ghistele oft anders Texcellent groot zeld-zaem ende vremd voyage ghedaen by wylent Edelen ende weerden Heere Mher Joos van GhisteleTvoyage van Mher Joos van Ghistele oft anders Texcellent groot zeld-zaem ende vremd voyage ghedaen by wylent Edelen ende weerden Heere Mher Joos van Ghistele
Pas in 1557 wordt het verhaal van de Groote Reiziger gepubliceerd door drukker Hendrik van den Keere  in Gent onder de welluidende titel: Tvoyage van Mher Joos van Ghistele oft anders Texcellent groot zeld-zaem ende vremd voyage ghedaen by wylent Edelen ende weerden Heere Mher Joos van Ghistele.

De auteur is een zekere Ambrosius Zeebout, kapelaan van beroep die zich baseerde op de reisnotities van de reizende ridder. Ondanks Zeebouts aanpassingen doet het relaas van de ridder authentiek aan. Joos Van Ghistele ontpopt zich tot een begenadigd observator die zijn fantasie in toom houdt. Dat was bij veel van zijn tijdgenoten wel even anders. In heel wat zestiende-eeuwse reisverhalen wemelt het van monsters en vreemde creaturen. Niet zo bij ridder Joos die weliswaar noteert dat er allerlei verhalen de ronde doen over vreemdsoortige wezens maar er meteen aan toevoegt zelf geen enkele van die vreemde creaturen met eigen ogen te hebben aanschouwd.

De ridder gelooft enkel wat hij ziet en houdt de fantasie in toom. Zo laat hij zich niet verleiden om nijlkrokodillen als draken te bestempelen. Het boek van de reizende ridder kende een behoorlijk succes met drie herdrukken, de laatste in 1572. Daarna verzeilde de middeleeuwse bestseller net als ridder Joos Van Ghistele in de vergetelheid.

Sporen

Voyage naar den lande van belofte
Voyage naar den lande van belofte
Sporen van de Groote Reiziger zijn er amper nog terug te vinden. In de Universiteitsbibliotheek van Gent wordt nog wel een eerste druk bewaard van het uit 1557 daterende reisverhaal. Halfweg vorige eeuw werd het nog eens naverteld in Voyage naar den lande van belofte (Boekengilde Die Poorte, Oude God, Antwerpen). In Zuiddorpe zelf sloopte de tand des tijds het familiekasteel van de Van Ghistele-familie en de bijhorende abdij. Ook de kerk waar de grafkelder van de Van Ghisteles was ondergebracht moest er aan geloven.

Gelukkig zijn er nog de archieven. Daaruit blijkt dat halfweg de negentiende eeuw, bij de heropbouw van de oude kerk de restanten van graftombes werden gevonden. Op een van de grafstenen stond te lezen:

‘hier licht begraeven Mhr Joos Van Ghistel, heer van Axel die de eerste bouckey in het land bracht toen hij kwam van het Heilig Land’.

Een intrigerend grafschrift dat verwijst naar De Groote Reiziger en zijn bijdrage aan de lokale economie. In vroeger tijden was de boekweitteelt in deze contreien namelijk een belangrijke bron van inkomsten. Boekweit gold als het ‘graan der armen’ en groeide goed op de schrale veengronden rond Zuiddorpe. Het werd ook wel eens ‘saraseens graan’ genoemd, een benaming die verwijst naar de herkomst van het gewas. In Zuiddorpe is men er van overtuigd dat het hun Joos van Ghistele was die in 1485 de zaden meebracht van zijn vier jaar durende zwerftocht door het Midden Oosten. Als dat klopt dan was de Groote Reiziger dus ook een Groot Smokkelaar die het exportverbod van de Turkse sultan aan zijn laars lapte, de boekweitzaden tussen de bladeren van zijn missaal verborg en zo uit het land smokkelde.

Een mooi verhaal dat door historici historici echter naar het rijk der fabels is verwezen. Het belet Zuiddorpe niet om in het wapenschild drie boekweitplanten te dragen en iedere zomer de Boekweitfeesten te organiseren. In de dorpskerk die vaker dicht dan open is voor het publiek wordt nog een oude, verweerde grafsteen bewaard die ooit het familiegraf van de Van Ghisteles sierde. Wie nog meer  tastbare herinneringen aan Joost Van Gistele zoekt moet dieper Zeeuws Vlaanderen intrekken, meer bepaald naar het dorpje Kloosterzande. 

Kloosterzande

Kloosterzande ligt rustig en onopvallend weggestopt in een uithoek van Zeeuws Vlaanderen. Het polderdorp is een stilteplek in een streek waar de industriële drukte van de kanaalzone tussen Gent en Terneuzen nooit veraf is. Het plaatsje dankt zijn ontstaan aan het Hof Ter Zande, een buitenhof of filiaal van de Cisterziënzerabdij van Koksijde waar monniken al in de vroege Middeleeuwen aan de slag gingen om het toenmalige schorrengebied langs de Schelde om te toveren tot vruchtbare polders.

Kloosterzande
Kloosterzande – Foto: Chris Delarivière

Enkele eeuwen lang gonsde het van bedrijvigheid op Hof te Zande van waaruit ijverig verder gewerkt werd aan de inpoldering van Zeeuws-Vlaanderen. Maar ook hier gaven de godsdienstoorlogen van de zestiende eeuw de doodsteek toen de kapel, het herenhuis en de graanschuren vakkundig verwoest werden. Wat nu nog rest is een uitgestrekt wandelpark met boomgaarden en een oude kapel. De ingang van het vroegere buitenhof bevindt zich aan de rand van het dorpspleintje, naast het gemeentehuis.

In de stenen omheining bij de toegangspoort vallen twee nissen op met de verweerde afbeeldingen van enkele middeleeuwse ridderfiguren. Naar verluidt zijn het de schamele restanten van een fries dat ooit het praalgraf sierde van de adellijke familie Van Ghistele die hier ooit de plak zwaaide. Meteen een van de laatste tastbare herinneringen aan ridder Joos Van Ghistele, de ‘Groote Reiziger’ die tekende voor een van de merkwaardigste en meest waarheidsgetrouwe reisverhalen van de zestiende eeuw.

Chris Delarivière (°1955) was tot 2021 educatief medewerker bij diverse organisaties in Vlaanderen. Als publicist leverde hij bijdragen aan de krant De Morgen, het magazine Reiskrant en andere publicaties.

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 51.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
×