Donderdag 17 februari worden de resultaten van een uitgebreid onderzoek naar het Nederlandse geweld tijdens de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog van 1945 tot 1949 gepubliceerd.
Volgens een gastcurator van het Rijksmuseum in Amsterdam heeft het woord 'bersiap' een racistische bijklank en zal het daarom niet gebruikt worden in een grote tentoonstelling over de onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië in de jaren 1945-1949.
Zijn maatschappelijke carrière voerde over een hobbelig pad, maar ten aanzien van het koloniale Indië was Dirk van Hogendorp een man die ver vooruit zag.
De naam Indonesië, waar komt die eigenlijk vandaan?
In februari worden de resultaten bekend gemaakt van een groot onderzoek naar de toepassing van geweld in Indonesië in de jaren 1945-1950.
Zachtjes gaat bij hedendaagse Indonesiërs soms nog een belletje rinkelen bij het horen van de naam Abdoel Rivai, maar grotendeels is deze arts/journalist vergeten. Ten onrechte, want hij was, begin twintigste eeuw, een wegbereider voor Indonesische nationalistische organisaties.
De ethische benadering van Indië, die in 1901 officiële Nederlandse regeringspolitiek werd, was grotendeels goed bedoeld. Maar het was een kwestie van: te weinig en te laat. De ethische politiek werd ingehaald door het Indonesische nationalisme, dat de ethici overigens zelf hadden helpen bevorderen.
In een uiterste poging oorlog in Indië te voorkomen toog het prominente PvdA-Kamerlid Frans Goedhart in 1947 naar Java. Zijn vredesmissie liep op niets uit, op 20 juli 1947 begon de eerste Nederlandse ‘politionele actie’ tegen de Republiek Indonesië. Maar was Goedharts missie niet al vanaf het begin kansloos? En is hij misschien een beetje bij de neus genomen door
De Koninklijke Bibliotheek (KB), het Netwerk Oorlogsbronnen en Indisch Herinneringscentrum werken samen aan de totstandkoming van Het Indisch Geheugen voor de Toekomst. Dit wordt een webportaal met veel gedigitaliseerde bronnen die het zoeken naar informatie over voormalig Nederlands-Indië eenvoudiger maakt.
De overheid heeft maandag een commissie geïnstalleerd die zich moet gaan bezighouden met het vergroten van de de kennis van de geschiedenis van voormalig Nederlands-Indië. Voor het project is 20 miljoen euro uitgetrokken. Oud-minister Jet Bussemaker leidt de projectcommissie.
Aan de hand van familieverhalen, archief- en literatuuronderzoek plaatst Suze Zijlstra in De voormoeders de levens van haar Europees-Aziatische voorouders in een bredere historische context.
Soeharto (1921-2008) bracht het in Indonesië tot een belangrijke militaire positie en hij werd zelfs de machtigste man van het land. Dat bleef hij liefst 32 jaar, waarvan dertig als president. Gezien zijn nederige afkomst en getroebleerde jeugd lag dat allerminst voor de hand.
In 'De voormoeders' werpt historicus Suze Zijlstra nieuw licht op de sociale, economische en culturele sleutelrol die Europees-Aziatische vrouwen speelden in de 300-jarige Nederlandse overheersing van Nederlands-Indië. Hiervoor reconstrueerde ze de levens van de voormoeders in haar eigen familie.
Op 15 augustus wordt bij het Indisch Monument in Den Haag herdacht dat 76 jaar geleden met de capitulatie van Japan officieel een einde kwam aan de Tweede Wereldoorlog. Jaarlijks worden op die dag alle slachtoffers herdacht van de Japanse bezetting van Nederlands-Indië.
De enige Indonesische minister die ooit deel uitmaakte van een Nederlands kabinet was Pangeran Adipati Soejono (1886-1945). Hoewel hij in het Nederlandse openbaar bestuur hoger reikte dan enige andere Indonesiër, was zijn ministerschap tragisch. De hoop die hij koesterde voor zijn geboorteland, werd door zijn collega’s in het Londense kabinet-Gerbrandy de grond in geboord.
De Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 organiseert jaarlijks de Nationale Herdenking bij het Indisch Monument in Den Haag. Dan wordt de Melati gedragen, de Indische jasmijn als symbool van respect, betrokkenheid en medeleven. Dit symbool vormt nu ook het middelpunt van Indischmonument.nl, het online herdenkingsmonument dat de Stichting Nationale Herdenking vandaag lanceert.
Een Indonesische blik op ‘De Oost’ van regisseur Jim Taihuttu, de eerste Nederlandse film over de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog die na de Tweede Wereldoorlog in voormalig Nederlands-Indië losbarstte.
Het eerste officiële naoorlogse kabinet, dat aantrad op 3 juli 1946 stond onder leiding van KVP’er Louis Beel. Een zuiderling, afkomstig uit de gemeenteambtenarij, die een zeer belangrijke rol zou spelen in de Nederlandse politiek van de komende decennia. Coalitiepartner van de KVP was de PvdA, waarvan de leider Willem Drees vicepremier (en minister van Sociale Zaken) werd.
Diplomaten, topambtenaren en bewindslieden zijn goed geschoold en drukken zich schriftelijk keurig uit. Toch is het vanuit het perspectief van 2021 opmerkelijk hoe deftig, soms op het overdrevene af, ze zo’n driekwart eeuw geleden schreven. Grasduinend in documenten over het Indië-conflict (1945-1950) waant de hedendaagse lezer zich geregeld in een andere, vreemde wereld.
Koppig hield Nederland in de jaren 1945-1950 vol: wat onze troepen in Indië doen, is politioneel optreden voor vrede en veiligheid. Grote operaties waren dus ‘politionele’ acties. Maar achter de schermen lieten autoriteiten in Nederland en Indië dat voor de buitenwereld bedoelde taalgebruik geregeld varen. Onderling repten ze onverbloemd over oorlog.
Nog in 2002 vroeg de Duitse justitie zich serieus af of de in 1940-1945 in Londen gevestigde Nederlandse regering wel wettig was, ja zelfs of de Nederlandse Staat toen nog wel bestond. Hoe verbluffend dat ook mag zijn, Nederlandse autoriteiten stelden zich in december 1948 en januari 1949 ten aanzien van de Republiek Indonesië op een standpunt dat erg leek