Negen gewapende Zuid-Molukkers kaapten op 23 mei 1977 de intercity Assen-Groningen, ter hoogte van het Drentse dorp De Punt. Op 11 juni 1977 werd de kaping beëindigd, na een beschieting door de bijzondere bijstandseenheid (BBE) en een bestorming door Mariniers, gesteund door de Koninklijke Luchtmacht. Bij deze bevrijdingsactie kwamen acht personen om het leven, onder wie zes treinkapers.
Het Drents Museum in Assen staat vanaf volgende maand met een tentoonstelling stil bij de “buitengewone geschiedenis” van de Molukkers in Drenthe. Het museum wil daarbij niet alleen de historische gebeurtenissen (met rafelranden) belichten maar ook aandacht besteden aan “de passie en veerkracht van de Molukse gemeenschap”.
De gemeenteraad in Woerden heeft afgelopen week bepaald dat de graven van Molukse militairen een bijzondere status moeten krijgen. Dit betekent dat de graven niet geruimd mogen worden en dat de kosten van onderhoud voortaan voor de gemeente zijn.
Vertegenwoordigers van de internationaal niet erkende Republiek der Zuid-Molukken (RMS) willen de Molukse vlag terug die in 1977 werd gebruikt tijdens de treinkaping. Bij de beëindiging van deze kaping werd de vlag meegenomen door mariniers. Hij zou nu bij het Mariniersmuseum in Rotterdam liggen.
Het museum presenteert onder meer minder bekende verhalen uit dat Molukse verleden, zoals het fenomeen van de vrouwenloods, de wekenlange bootreis van Indonesië naar Nederland en de manier waarop Molukse jongeren de sixties in Drenthe beleefden.
Op 21 maart 1951 arriveerden de eerste Molukse KNIL-militairen met hun families in Nederland. Het eerste schip arriveerde in Rotterdam. Er zouden later nog elf schepen volgen. In totaal kwamen er zo’n 12.500 Molukkers naar Nederland. Aanvankelijk was het de bedoeling hen tijdelijk in Nederland te vestigen.
Het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) was een koloniaal Nederlands leger dat van 1814-1950 heeft bestaan. Het leger bestond voor honderd procent uit beroepsmilitairen en werd aangestuurd vanuit het ministerie van Koloniën.
In 1685, nu 330 jaar geleden, veroorzaakte de Franse koning Lodewijk XIV een emigratiegolf waardoor 200.000 Hugenoten West-Europa overspoelden.
De geschiedenis van naziconcentratiekamp Vught stopte niet toen het kamp op 26 oktober 1944 bevrijd werd door de geallieerden. De barakken, waarin tijdens de Tweede Wereldoorlog politieke gevangenen en Joden ondergebracht waren, werden nog decennialang bewoond. Het langst door Molukkers. In 2013 werd in de laatst overgebleven barak, Barak 1b, een expositie geopend die het verhaal vertelt van alle verschillende
Historici in de jaren na de Tweede Wereldoorlog schreven de koloniale geschiedenis nog bijna volledig uit ‘Hollandocentrisch’ perspectief. Dat wil zeggen: de ontwikkeling van de VOC, het Cultuurstelsel, het vestigen van het Nederlands gezag en de Ethische politiek stonden centraal, bezien vanuit de Nederlandse (veelal ambtelijke) bronnen.
In 1951 kwamen 12.500 Molukse KNIL-soldaten met hun vrouwen en kinderen op dienstbevel naar Nederland.
De vier nationale herinneringscentra van de Tweede Wereldoorlog gaan deze maand onder de naam Gedeeld Verleden, Gedeelde Verhalen samenwerken bij een activiteit rondom de Molukse geschiedenis van de verschillende kampen in Nederland. Op vier locaties in Nederland kan het publiek ervaren dat de komst van Molukkers voor alle vier de herinneringscentra van betekenis was. Op 21 juni 1951 kwam de
Als het aan SP-voorman Emile Roemer ligt gaat Nederland excuses aanbieden aan de Molukse gemeenschap voor de kille ontvangst die de Molukkers in de jaren vijftig kregen bij hun komst naar Nederland. De SP-leider heeft dit zaterdag gezegd tijdens de herdenking van de executie van voormalig RMS-president Chris Soumokil.
Maandag is in Apeldoorn herdacht dat 61 jaar geleden op Ambon de Republiek der Zuid-Molukken (RMS) werd uitgeroepen.
Op het terrein van Kamp Westerbork is zaterdagmiddag een markering onthuld die herinnert aan de 20-jarige bewoning van dit kamp door Zuid-Molukkers. De markering bestaat uit authentieke barakdelen die teruggeplaatst zijn op de originele plek. De zogenaamde Schattenbergmarkering is tot stand gekomen in overleg met de Molukse gemeenschap en financieel mogelijk gemaakt door Stichting Het Gebaar. Het is deze week
Het is vandaag precies zestig jaar geleden dat op Ambon de Republiek der Zuid-Molukken werd uitgeroepen. De Molukse gemeenschap in Hoogeveen herdenkt die gebeurtenis vandaag.
De integratie van Molukkers ging het snelst in Zeeland. Dat concluderen historici Henk Smeets en Corzas Nanuruw in hun onderzoek dat vandaag wordt gepresenteerd.
In de jaren zeventig wordt Nederland opgeschrikt door een aantal treinkapingen en gijzelingsacties door Molukkers.