In Indonesië was de bersiap-periode (eind 1945, begin 1946) niet alleen een tijd van moord en doodslag door fanatieke Indonesische ‘pemoeda’ (jongeren). Gematigde pemoeda interneerden en evacueerden van oktober 1945 tot eind mei 1947 zo’n 56.000 (Indo-)Europeanen waardoor deze die barre tijd overleefden.
Willi Lages stond op de eerste rij toen de gele sterren werden ingevoerd, organiseerde talloze executies van verzetsleden en was medeverantwoordelijk voor de organisatie van de razzia’s en de deportaties van joden uit Nederland.
De maandbladen uit de Très Riches Heures du duc de Berry behoren wereldwijd tot de bekendste miniaturen uit de Middeleeuwen. Veel minder bekend is dat de kunstenaars hiervan uit Nijmegen komen.
In de hedendaagse herinneringscultuur fungeert de Tweede Wereldoorlog nog steeds als een constituerend ijkpunt. In het bijzonder geldt dat voor de gitzwarte geschiedenis van de Nederlandse Jodenvervolging.
Na het uitbreken van de oorlog verplicht de Nederlandse regering in Londen tienduizenden zeelieden die werkzaam zijn op de koopvaardijvloot om deel te nemen aan de strijd. Zonder daar een opleiding of militaire training voor te hebben genoten worden ze vaarplichtig frontsoldaat.
De tekst van de Belgische grondwet lijkt meer op de wijzigingen die Thorbecke en de zijnen in 1848 aanbrachten dan op de grondwet van 1815, die dus nog deels met Belgische hulp tot stand was gekomen.
Dansen op de vulkaan. Dit gezegde wordt vaak gebruikt om de republiek van Weimar (1918-1933) te beschrijven. Terwijl in de Berlijnse nachtclubs tot diep in de nacht werd geswingd, was door economische problemen en politieke onlusten – op straat en in het parlement – de komst van het Derde Rijk onafwendbaar.
"In 1933 hebben we gezien hoe dat het een ‘slippery slope’ is. De politieke en economische crisis vormde toen de perfecte voedingsbodem, waarbij de ander werd gezien als een bedreiging."
De West-Javaanse stad Depok, tegen de zuidgrens van de Indonesische hoofdstad Jakarta geplakt, heeft een heel bijzondere geschiedenis. In 1714 vormden vrijgelaten slaven er een unieke gemeenschap. De onafhankelijke Republiek Indonesië maakte daaraan in 1952 een einde. Maar nog steeds voelen verre nazaten van de vrijgelaten slaven een bijzondere band.
Malaga Island was van het midden van de negentiende eeuw tot begin twintigste eeuw het woongebied van een mulattengemeenschap van vissers. In 1912 verdreef de regering van Maine zevenenveertig inwoners uit hun huizen. Hun doden werden opgegraven en elders begraven.
Direct na de bevrijding besloten de Canadezen het ontruimde Kamp Vught te gaan gebruiken als interneringskamp voor collaborateurs. Iedereen die met de Duitsers had samengewerkt, in wat voor vorm dan ook, werd opgepakt en opgesloten.