Met ruim 300.000 kaarten en tekeningen en 400 atlassen en kaartenboeken beheert het Nationaal Archief in Den Haag de grootste kaartencollectie van Nederland. In de tentoonstelling Op de kaart toont de instelling een deel van die collectie.
In een permanente tentoonstelling zal aandacht besteed worden aan de jonge jaren van Kiliaen van Rensselaer in Hasselt. Ook wordt verteld hoe hij in het Amsterdam van de Gouden Eeuw uitgroeide tot een vermogend man.
Het kleinste schilderij dat Rembrandt van Rijn ooit maakte is de komende tijd te zien in de Hermitage Amsterdam. Het schilderijtje uit 1633 toont een buste van een bebaarde oude man.
Mbo-scholen met een mbo-cultuurkaart krijgen van de rijksoverheid een cultuurbudget. Daarmee kunnen hun studenten bijvoorbeeld naar musea gaan, theatervoorstellingen bezoeken of naar een concert.
Voor een monument in het museum van Kamp Westerbork worden de komende tijd anderhalf miljoen knopen verzameld. Elke knoop staat symbool voor een kind dat de Holocaust niet overleefde.
In de tentoonstelling, getiteld Artsen(l)eed, staat de Eed van Hippocrates centraal, waarin artsen zorgvuldigheid zweren en patiëntenbelang voorop wordt gesteld.
Schrijver Abdelkader Benali wordt conservator van FENIX, een nieuw museum over migratie dat in 2024 de deuren opent in Rotterdam-Katendrecht. De auteur gaat een selectie historische en eigentijdse objecten samenstellen die bepalende momenten uit de migratiegeschiedenis verbeelden.
Het Spoorwegmuseum in Utrecht heeft een collectie objecten uit de periode rond de Tweede Wereldoorlog gedigitaliseerd en online toegankelijk gemaakt. Het gaat om ongeveer tienduizend foto's en objecten over de mobilisatieperiode, bezettingsjaren, bevrijding en wederopbouw (1939-1960).
Vandaag, vrijdag 13 januari is het elf jaar geleden dat het cruiseschip Costa Concordia op een rots liep waardoor er een scheur van 70 meter ontstond aan de linkerzijde van het schip. Het schip kapseisde en 32 mensen kwamen om het leven.
Het Dordrechts Museum heeft vorig jaar twee Amerikaanse portretten van kunstenaar en kunstcriticus Jan Veth teruggevonden. Naar de werken, tussen 1909 en 1911 in New York geschilderd, was lang gezocht.
Bij vele luisteraars en beoefenaars bracht gospelmuziek troost en blijdschap. Vooral in de kerk, maar later ook op concertpodia en in uitgaansgelegenheden. De carrière van veel zwarte zangeressen begon als gezegd in de kerk.
De vondsten uit Springendal zijn van regionaal en nationaal belang en worden tot belangrijkste vroegmiddeleeuwse vondsten van Nederland gerekend.
Wat zou er gebeurd zijn als Adolf Hitler op 13 oktober 1918 aan het front was gesneuveld in plaats van korte tijd zijn gezichtsvermogen was kwijtgeraakt? Had de republiek van Weimar overleefd? Waren er dan geen NSDAP en nazi’s geweest?
Museum Prinsenhof Delft wijdt een tentoonstelling aan het leven van Johannes Vermeer. In de tentoonstelling wordt speciaal stilgestaan bij het netwerk van de kunstenaar en zijn relatie met de stad Delft.
Museum Prinsenhof Delft heeft recent via een kunsthandelaar een zeldzame, beschilderde lijst van Cornelis de Man (1621-1706) uit 1655 verworven.
Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam is de winnaar van de Museumprijs 2022. Dat is vandaag bekendgemaakt.
Het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden heeft 44 zogeheten cameeën aangekocht, kleine stenen siervoorwerpen, waarin een voorstelling in reliëf is uitgewerkt. De aangekochte stukken dateren uit de Klassieke Oudheid en de Middeleeuwen, tot en met de zeventiende eeuw.
De jurk is over het hele oppervlak bedekt met zilveren versieringen. Deze bestaan uit kleine zilveren plaatjes, die in de vorm van liefdesknopen in het zijde zijn geweven in een herhalend patroon van in elkaar geknoopte harten.
Na tweemaal te zijn uitgesteld is Gustav Klimt (1862-1918)Â eindelijk aangekomen bij het Van Gogh Museum in Amsterdam. Tot begin januari zijn hier vierentwintig schilderijen en twaalf werken op papier van Klimt zelf te zien, naast werken van andere kunstenaars die de Oostenrijker inspireerden.
Nog drie musea maken kans op Museumprijs 2022. De genomineerden zijn Stadsmuseum Harderwijk, Centraal Museum in Utrecht en het Scheepvaartmuseum in Amsterdam.
Het schilderij werd al in 1921 verworven door kunsthistoricus Abraham Bredius, wiens collectie de kern vormt van het huidige museum. Bredius was er destijds van overtuigd dat hij een werk van Rembrandt had aangekondigd, maar andere kunsthistorici concludeerden later dat het werk gemaakt moest zijn door een navolger.