Het is om een of andere reden niet algemeen bekend, maar toen de lieve God de wereld in elkaar had geschroefd, had gezien dat het allemaal goed was en zich opmaakte om de zevende dag te gaan rusten, viel hem op dat hij iets was vergeten: hij had pas de helft van alle schoonheid uitgedeeld. Zo is het dus gekomen dat het er hier op aarde soms lelijk aan toegaat.
God zat dus opgezadeld met nog de helft van alle schoonheid. En hij wilde toch echt gaan rusten. Wie zal het hem kwalijk nemen dat hij besloot op het allerlaatste moment gewoon alle schoonheid op één plek neer te leggen? En zo geschiedde. God zag dat het goed was en op de zevende dag rustte hij.
De helft van alle schoonheid van de wereld kwam zo terecht in de Iraanse stad Isfahan. Er zijn prachtige bruggen, paleizen, moskeeën, scholen en badhuizen.
Over de onmogelijke koepel op de Vrijdagsmoskee blogde ik al eens. Wie het centrale plein niet heeft gezien, heeft gewoon nog nooit een plein gezien. De journalist die dit stukje schreef, Jonathan Glancey van de BBC, bekeek de moskee die sjah Abbas de Grote daar heeft gebouwd en meende dat het plafond behoorde tot het mooiste wat hij kende.
De hemel zelf
Ik denk dat Glancey overdonderd was. Zijn zintuigen waren overprikkeld en hij kreeg een acute aanval van het Stendhalsyndroom: misselijkheid door een teveel aan schoonheid. Daardoor verzuimde hij door te lopen naar de Sjeik Lotfollah-moskee en ontbreekt die in zijn top-tien. Het plafond van dat gebedshuis is het allermooiste ter wereld en kan alleen worden getypeerd als de hemel zelf.