De PvdA laat haar leden momenteel de lijsttrekker kiezen. Lodewijk Asscher en Diederik Samson strijden om de macht. Aan de mogelijkheid om de lijsttrekker te kiezen ging echter een hoop vooraf. Twintig jaar geleden waren de ‘gewone leden’ van de PvdA en de partijtop in een slepende machtsstrijd verwikkeld. Het belangrijkste punt van strijd was: wat hebben de leden te zeggen over de partij?

De oorsprong van de strijd was ontstaan in 1991. In de zomer van dat jaar had het kabinet waar de partij deel van uitmaakte, besloten flink te snijden in de WAO-uitkeringen. Dat leidde tot een uitslaande brand in de partij. Het grootste slachtoffer werd voorzitter Marjanne Sint. Ze was tijdens de crisis op vakantie in Toscane en daarom onbereikbaar voor de partij. Ze zag bij terugkeer in dat haar positie onhoudbaar was geworden en stapte op. Daarnaast werden er, volgens een goed PvdA-gebruik, diverse rapporten afgeleverd waarin beschreven werd hoe het verder moest met de partij. Dat de partij moest vernieuwen, waren de rapporten het wel over eens.
Felix Rottenberg en de “Kommaneukers”
Om de vernieuwingen uit de diverse rapporten te implementeren werd in 1992 de jonge Felix Rottenberg gekozen tot partijvoorzitter. Samen met vakbondsman Ruud Vreeman ging hij aan de slag. Een van de constateringen was dat “partijbaronnen” uit de gewesten en afdelingen teveel macht hadden en vernieuwingen tegen hielden. Rottenberg had sowieso niet veel met afdelingen en werkgroepen met hun moties en amendementen. “Kommaneukers” werden die oneerbiedig genoemd. Ook moest de bezem door de fractie. Vele oudgedienden verloren hun zetel en een groepje nieuwelingen, soms zonder geschiedenis in de partij, werd verwelkomd. En die aanpak werkte. Hoewel er bij de verkiezingen van 1994 twaalf zetels verloren gingen, was het resultaat van 37 al een stuk beter dan de twintig waarop de PvdA drie jaar eerder gepeild was. Bovendien waren ze ineens de grootste partij doordat het CDA een nog hardere afstraffing te verduren kreeg. Wim Kok kon premier worden.
In de jaren van het eerste paarse kabinet begon de PvdA langzaam steeds populairder te worden. Rottenberg investeerde veel om aansluiting te vinden bij jongeren. Zo richtte hij het jongerennetwerk Niet Nix op, waarmee diverse debatten en festivals werden georganiseerd. Ook was de partij vooruitstrevend met het gebruik van moderne techniek. Niet Nix richtte het Faxtijdschrift Vlugschrift op en ook was de PvdA een van de eerste partijen die gebruik maakte van internet om politiek te bedrijven.

Marijke van Hees, het “nichtje van Tromp”
Rottenberg deerde de kritiek niet erg. Het noodlot sloeg echter toe. Hij werd ziek en moest in 1997 zijn voorzitterschap vanwege zijn gezondheid neerleggen. Hij werd opgevolgd door Karin Adelmund, die in de Kamerfractie zat. Deze dubbele pet zorgde ook voor onvrede. Maar deze situatie duurde niet lang omdat Adelmund in 1998 toetrad tot het tweede paarse kabinet. De voorzittersstoel werd dus weer vacant. Voor deze plek had de partijtop twee jongens van Niet Nix in gedachten. De jonge mannen, Lennart Booij en Erik van Bruggen, waren in dienst van de partij en pasten wel in de lijn Rottenberg. Bart Tromp noemde ze zelfs de “neefjes van Rottenberg”.
Met steun van Kok en Melkert zouden de twee de verkiezing eenvoudig winnen. Maar dat liep anders. Het duo had ondertussen zoveel twijfel opgeroepen dat de partij begin 1999 op het congres koos voor Marijke van Hees, een onbekend raadslid uit Enschede. Het “nichtje van Tromp” werd haar naam, wijzend naar degene aan wiens bijdragen ze haar verkiezing te danken had. Ondanks haar jeugdige leeftijd van 37 werd ze als oude garde beschouwd. Booij en Van Bruggen haakten teleurgesteld af. Bart Tromp gebruikte zijn column in Het Parool om het verlies er nog eens flink in te wrijven. Het leidde tot het einde van Niet Nix.
Van Hees werd echter geen succes. Ze moest haar plek veroveren in een partijtop waar ze niet gewenst was en had overtuigingen die tegen de belangen van de regeringspartij in gingen. Daarbij opereerde ze ook erg onhandig. Alle frustraties leidden haar roemloze val in die plaatsvond in september 2000. Directe aanleiding was overigens een suggestief artikel van Niet Nix-aanhanger Tino Wallaart. In Vrij Nederland suggereerde hij dat Van Hees dubieus declareerde. Daar bleek niets van waar. Het vertrouwen in Van Hees was op dat moment echter al zo laag dat ze besloot de eer aan zichzelf te houden. Opnieuw een vacature.
Ruud Koole

De partij was intussen al hard op weg naar de verkiezingen. De PvdA stond er goed voor en het zag er naar uit dat Ad Melkert de volgende premier zou worden. Campagneleider Dick Benschop hield Koole zo veel mogelijk buiten de besluitvorming te houden. De eerste maanden van het voorzitterschap leek voor Koole meer een bijrol weggelegd. Dat zou in 2002 plotsklaps veranderen. De PvdA had geen rekening gehouden met de opkomst van Pim Fortuyn. Door diens opkomst, en het feit dat de PvdA zich er geen raad mee wist, leed de partij in 2002 een vernietigende nederlaag.
Nieuw tijdperk
In de brandende puinhopen greep Koole ineens de macht. Omdat hij tot dan toe weinig invloed had gehad, kon hem ook niets aangerekend werden. Hij riep Kok en Melkert tot de orde en stelde dat hun tijd voorbij was. Ook voorkwam hij dat Dick Benschop en Jeltje van Nieuwenhoven van het machtsvacuüm profiteerden om het leiderschap te claimen. Een nieuwe tijdperk was aangebroken voor de PvdA. Niet veel later werd Wouter Bos als eerste PvdA-leider door de leden gekozen. Een dergelijke verkiezing is veertien jaar later de normaalste zaak van de wereld geworden.
Lees ook: Geschiedenis van de PvdA (Partij van de Arbeid)
Meer politieke geschiedenis
Boek: Links – PvdA, SP en GroenLinks