Bij graafwerkzaamheden aan de Oudwijkerdwarsstraat zijn archeologen van de gemeente Utrecht gestuit op bewoningsresten uit de zevende en achtste eeuw na Christus. Volgens de onderzoekers gaat het waarschijnlijk om een grote nederzetting op een voormalige oever van de Rijn, die zich uitstrekte over minstens honderdvijftig meter. Dat meldt de gemeente Utrecht.
De vondst is bijzonder omdat niet veel bekend is over het leven in deze periode in dit deel van Utrecht. De resten zijn uitzonderlijk goed bewaard gebleven.
De sporen zijn afkomstig van verschillende gebouwen die bestonden uit houten palen en wanden van leem. In afvalkuilen zijn potscherven, dierenbotten, maalstenen en weefgewichten gevonden die veel informatie geven over het dagelijks leven in die tijd. Daarnaast blijken de bewoners ook in het bezit te zijn geweest van zilveren en koperen munten en barnsteen. Barnsteen is een fossiel boomhars dat voornamelijk werd geïmporteerd uit het Oostzeegebied en werd gebruikt om sieraden van te maken. In Utrecht is niet eerder zoveel barnsteen op één plek gevonden. Enkele maanden geleden werd tijdens de werkzaamheden in de Oudwijkerdwarsstraat ook al een graf met een skelet uit de zeventiende of achttiende eeuw gevonden.
De sporen en vondsten worden ingetekend en de komende maanden verder onderzocht en geanalyseerd.