Over de oorsprong van het woord ‘fiets’ wordt al sinds 1886 gediscussieerd. Twee professoren van de Universiteit Gent denken nu de echte oorsprong van het woord te hebben gevonden. Het woord zou verwijzen naar het Duitse ‘ersatzpaard’, ofwel vervangingspaard.
De doorbraak in de zoektocht naar de etymologie van ‘fiets’ kwam er volgens de universiteit toevallig, toen professor Gunnar de Boel cider schonk aan Duitse vrienden. Hij vernam toen dat appelwijn in het zuidelijke Rijnland Viez (uitgesproken als fiets) heet. De Universiteit Gent:
“Viez is een verkorte ‘kopvorm’ (zoals auto van automobiel) van vice-vinum: cider wordt daar dus beschouwd als ‘vice-wijn’, ‘ersatz-wijn’.
Professor De Boel legde hierna het verband met de fiets, die ook wel eens stalen ros genoemd wordt en daarmee een soort ersatzpaard is.
De verklaring impliceerde dat het woord uit Duitsland moest komen, omdat vice in het Nederlands anders uitgesproken wordt dan fiets. Nader onderzoek dat de professor samen met zijn collega Luc de Grauwe uitvoerde, maakte duidelijk dat het woord fiets volgens oudere Duitse dialectwoordenboeken – in de vorm Fitz (in het Rijnland), of Fietse (in Westfalen) – ook in Duitsland was voorgekomen.
Geschiedenis van de fiets
De Duitser Karl Drais wordt gezien als de uitvinder van de fiets. In 1816 maakte hij een zogenaamde loopfiets, ook wel velocipede en draisine genoemd.
Op deze zaten geen trappers en de fiets was van hout. In feite was het voertuig meer een soort step, want de berijder moest zichzelf met de voeten voortduwen. Omdat mensen het lastig bleken te vinden op het voertuig te balanceren werden er veel drie- en vierwielers gemaakt.
Pas in 1865 kwam er een fiets op de markt die veel gelijkenissen vertoont met onze fiets. De Fransman Pierre Michaux ontwikkelde toen samen met zijn zoon Ernest een fiets met een stalen frame, ijzeren wielen en trappers aan de voorkant van de fiets. Omdat er nog geen gebruik gemaakt werd van kettingaandrijving, werden de voorwielen van deze fietsen steeds groter gemaakt. Alleen dat kon zorgen voor meer snelheid.
In 1870 ontstond het type fiets met hoog voorwiel: de hoge bi. Deze werd ontwikkeld door James Starley. Het tijdperk van de hoge bi duurde tot ongeveer 1885. Toen werd de fiets opgevolgd door de zogenaamde Safety. Deze fiets dankte zijn naam aan het feit dat het fietsen erop een stuk veiliger was dan op de hoge bi. Beide wielen waren even hoog waardoor het stuk makkelijker fietsen was. Ook was de Safety de eerste fiets die gebruik maakte van kettingaandrijving.