In zijn recent verschenen boek Aluk To Dolo beschrijft Ringel Goslinga in de rituelen en tradities van de Toraja op Zuid-Sulawesi en laat hij zien hoe het kolonialisme zijn sporen naliet in de gemeenschap. David Berhitu las het boek.
In Aluk To Dolo duikt Ringel Goslinga in de gelaagde relatie tussen familiegeschiedenis en koloniale invloed op de Toraja-gemeenschap in Zuid-Sulawesi, Indonesië. Centraal staat Aluk To Dolo, oftewel ‘het geloof van de voorouders’. Dit systeem omvat meer dan spirituele overtuigingen; het verweeft sociale structuren, rituele verplichtingen en erfgoed dat tot op de dag van vandaag evolueert.

Sjamanisme
Een terugkerend element in het boek is de rol van sjamanistische praktijken binnen de gemeenschap. De sjamaan vervult een cruciale taak bij genezing en rituele begeleiding, waarbij het gebruik van sirih-pinang en tabak een bijzondere betekenis heeft. Deze middelen worden niet alleen als communicatiemiddel met de geestenwereld ingezet, maar symboliseren ook sociale verbondenheid.
Daarnaast wordt de sociale structuur van de Toraja zichtbaar in dagelijkse gebruiken, zoals de manier waarop men zit in een traditioneel huis. De houding en posities van de aanwezigen volgen een strikte hiërarchie: het is bijvoorbeeld ongepast om de benen naar iemand uit te strekken. Dergelijke gedragingen maken deel uit van een verfijnd systeem van respect en onderlinge verhoudingen, dat nog steeds wordt nageleefd.
Ook planten spelen een diepgaande rol binnen het spirituele leven van de Toraja. Dracaena Terminalis, bijvoorbeeld, wordt gezien als een heilige plant met beschermende eigenschappen. Rituelen waarbij deze en andere planten worden gebruikt, onderstrepen de verwevenheid van natuur en spiritualiteit. Deze praktijken tonen hoe traditionele kennis van de natuurlijke omgeving wordt ingezet om welzijn en evenwicht te bewaren.
Doodscultus

Deze verkenning krijgt extra diepte door de koloniale context waarin veel van deze tradities zijn vastgelegd. Bronnen zoals Alb. C. Kruyt en N. Adriani, beide missionarissen en antropologen uit de vroege twintigste eeuw, boden destijds een westerse blik op de Toraja-cultuur. Goslinga plaatst deze historische perspectieven naast hedendaagse interpretaties, waardoor de dynamiek van verandering en aanpassing zichtbaar wordt.
Erfgoed als dynamisch proces

Goslinga slaagt erin een diepgaand en genuanceerd beeld te schetsen van hoe erfgoed zich ontwikkelt zonder zijn kern te verliezen. Zijn visuele aanpak, waarbij hij ambachtelijke technieken herontdekt en vastlegt, onderstreept het belang van de materiële en immateriële overdracht van kennis. Zijn werk laat zien dat erfgoed niet slechts een overblijfsel van het verleden is, maar een levend proces dat zich aanpast en evolueert. Dit roept bredere vragen op over de toekomst van cultureel erfgoed in een globaliserende wereld. Hoe kunnen traditionele praktijken overleven in een tijd waarin modernisering en toerisme steeds dominanter worden? En wat kunnen we leren van de veerkracht van de Toraja-cultuur?
Het is vooral de veerkracht die indruk maakt. Ondanks koloniale invloeden en de druk van modernisering blijven tradities voortbestaan— soms in hun oorspronkelijke vorm, soms in een herinterpretatie die past bij de huidige tijd. Aluk To Dolo is daarmee niet enkel een historische verkenning, maar ook een reflectie op de toekomst van erfgoed. Het biedt waardevolle inzichten voor discussies over dekolonisatie, cultureel behoud en identiteit en laat zien hoe erfgoed zowel kwetsbaar als veerkrachtig is, gevormd door de tijd, maar evolueert zonder zijn oorsprong te verliezen.
NB: De foto’s bij deze bespreking zijn niet afkomstig uit het boek