Het Amsterdam Museum heeft een bijzondere fles schoon drinkwater uit 1853 verworven. De fles water is vanaf dinsdag, Wereld Waterdag, in het museum te bezichtigen.
In het begin van de negentiende eeuw dronken de bewoners van Amsterdam nog geen gezuiverd drinkwater. Meestal werd er regenwater gedronken of water uit de Vecht. Omdat dit water nauwelijks gezuiverd werd, kwamen ziektes als cholera en tyfus geregeld voor.
De Letterkundige Jacob van Lennep (1802-1868) wilde hier halverwege de negentiende eeuw een eind aan maken. Hij richtte in 1850 de Amsterdamse Duinwater-Maatschappij op en liet een leiding aanleggen vanaf de duinen naar de fontein bij de Willemspoort in Amsterdam. De stedelingen konden hier terecht voor zandgezuiverd water.
Gratis was dit water echter niet. Voor een emmer gezuiverd water moest een cent betaald worden. Om de Amsterdammers aan te sporen schoon drinkwater te gaan kopen werden er in 1853 daarom reclame-flessen uitgedeeld. Op de door het Amsterdam Museum verworven reclamefles is een etiket te vinden waarop vermeld wordt dat Amsterdammers vanaf 12 december 1853 water kunnen halen. In 1854 werden de eerste abonnementen op deze waterleiding afgesloten. Amsterdam werd de eerste stad in Nederland met een eigen waterleiding.
Het Amsterdam Museum, voorheen het Amsterdams Historisch Museum, heeft de fles duinwater gekocht van een particulier. Hoeveel er voor betaald is, is niet bekendgemaakt.