Een rooskleurig briefje

Op 29 november 1650 schrijft Johan de Witt uit Den Haag een brief naar zijn neef Cornelis van Hoogeveen (1). Johan is op dat moment een jonge advocaat aan het Hof van Holland onder hoede van de gerenommeerde meester Johan van Andel, bij wie hij tevens in huis woont.

De minuten van Johan de Witt

In het Nationaal Archief worden zo’n twintig bijzonder ‘lijvige folianten’ bewaard, die tezamen de minuten van Johan de Witt bevatten.