‘De begrafenis kan onmiddellijk plaatsvinden’
In de stromende regen verlaat op de kille ochtend van woensdag 14 januari 1948 direct na zonsopgang een arrestantenwagen onder militair geleide het Huis van Bewaring aan de Amstelveenseweg in Amsterdam. Bestemming is een fort in de Laander- en Westbijlmerpolder in het dorp Weesperkarspel onder Amsterdam.
Fort Bijlmer, tussen de spoorlijn Amsterdam-Utrecht en de Rijksstraatweg richting Abcoude-Utrecht, was ooit onderdeel van de Stelling van Amsterdam, maar na de Eerste Wereldoorlog werd het ingericht als munitieopslagplaats. Na de Tweede Wereldoorlog diende het fort, in het ver van de bewoonde wereld gelegen poldergebied, als executieplaats voor de misdadigers die het Amsterdamse Bijzonder Gerechtshof tot de doodstraf had veroordeeld en die gratie was geweigerd.
In de arrestantenwagen zit de 42-jarige Anna van Dijk. Ze is op weg om geëxecuteerd te worden. Ze zal de enige vrouw zijn die na de oorlog wordt terechtgesteld. Ans, zoals haar roepnaam luidt, heeft veel ondergedoken Joden opgespoord en aan rechercheur Piet Schaap van het Bureau Joodse Zaken van de Amsterdamse politie verraden.
Al met al lagen er tussen de datum van haar arrestatie in de zomer van 1945 en haar executie meer dan dertig maanden. Dit is een lange maar onder het naoorlogse Bijzondere Recht geen ongebruikelijke periode. Bij de justitiële afrekening met de collaboratie tijdens de bezetting krijgen de opsporingsdiensten, het Openbaar Ministerie en de nieuw ingestelde Bijzondere Gerechtshoven te maken met meer dan 400.000 verdachten.
Op donderdag 8 januari 1948 tekent koningin Wilhelmina het besluit waarmee het gratieverzoek van Anna van Dijk wordt afgewezen. De maandag erop contrasigneert de voor de afwijzing verantwoordelijke katholieke minister van Justitie, mr. J.H. van Maarseveen (54), het besluit. Dezelfde dag belt het ministerie met de procureur-fiscaal van het Amsterdamse Bijzonder Gerechtshof, mr. N.G.J. Sikkel (50): Anna van Dijk is de achttiende ter dood veroordeelde van wie het gratieverzoek is afgewezen. Sikkel brengt mr. M.H. Gelinck (37) op de hoogte, die de openbare aanklager in haar proces was. Volgens de sinds november 1945 geldende regels moet hij haar in persoon de executie aanzeggen. Die maandagavond gaat hij naar het Huis van Bewaring, waar Anna van Dijk gevangen zit sinds haar doodvonnis op 24 september 1947 definitief werd. Daarvoor had Gelinck met de garnizoenscommandant van Amsterdam overlegd wanneer de terechtstelling zou plaatshebben. Ook daarvoor gelden regels:
‘De executie zal niet eerder plaatsvinden dan uiterlijk vierentwintig uur na de aanzegging en niet later dan achtenveertig uur na dit tijdstip. De procureur-fiscaal doet de executie bij voorkeur uitvoeren in de vroege morgenuren op een zo mogelijk niet ver van de gevangenis verwijderde, niet voor het publiek toegankelijke en niet van enige publieke weg af zichtbare plaats.’
Als tijdstip wordt woensdag 14 januari om negen uur in de ochtend vastgesteld. Plaats: Fort Bijlmer, waar al eerder zeven terdoodveroordeelden geëxecuteerd zijn. Nadat mr. Gelinck haar doodvonnis had aangezegd, mag Ans van Dijk volgens de reglementen onbeperkt bezoek ontvangen. Er komt niemand. Van haar familie heeft alleen haar halfbroer Maurice van Dijk (26) de oorlog overleefd. Hij wil niets met haar te maken hebben. Onder haar medegevangenen heeft ze geen vrienden gemaakt – integendeel. Haar vroegere geliefde en haar vriendinnen, van wie sommigen nog vastzitten, heeft ze zwartgemaakt en nogal eens vals beschuldigd.
Dinsdagochtend komt haar verdediger mr. Joan A.J. Bottenheim (39) afscheid nemen. Jaren later vertelde hij in een interview met Igor Cornelissen dat ze rustig was, maar wel zeer onder de indruk. Ze bedankte Bottenheim voor zijn verdediging.
De pastoor van de Amsterdamse Sint-Agneskerk doopt haar. Die avond en nacht schrijft ze afscheidsbrieven. Ongetwijfeld een aan haar nicht Jettie uit Leerdam, die haar trouw had geschreven. Een andere brief gaat naar de weduwe Zwolsman uit Leeuwarden met wie ze uitgebreid correspondeerde. Toch is er ook een laatste woord voor haar halfbroer en diens vrouw:
Beste Maurice en lieve Ro,
Ondanks het feit dat jullie altijd weigerden mij te komen bezoeken zal ik toch op deze manier afscheid van jullie nemen. Ik heb jullie niet veel te zeggen, maar het feit van mijn liefde tot jullie is oorzaak dat ik deze brief schrijf. Nooit zullen jullie begrijpen wat ik heb doorgemaakt. Je bent nu zelf vader en moeder en heb zelf een kind, ik hoop dat God jullie zal sparen en jullie vreugde laat beleven aan dat kind of eventuele kinderen. Zullen jullie nog eens anders dan in haat aan mij denken?
Jullie ongelukkige zuster Ans
De kloosterzuster die haar had opgezocht toen ze om rooms-katholiek reclasseringswerk had gevraagd, krijgt donderdag een brief: ‘Hedenavond ben ik gedoopt en gevormd. Morgenochtend ontvang ik de Eerste H. Communie. Hartelijk dank voor uw liefdevolle bemoeiingen en ik hoop dat u mij in de toekomst af en toe in uw gebed zult willen gedenken…’
Aan An de Rooij, directeur van de vrouwengevangenis in Rotterdam, waar Ans van Dijk gedetineerd was geweest, schrijft ze in haar keurige regelmatige handschrift:
Als U deze brief zult lezen heeft U waarschijnlijk reeds vernomen van mijn vonnis. Het is dinsdagnacht, morgen bij het aanbreken van de dag zal er op last van de Koningin een eind gemaakt worden aan mijn leven. Misschien vindt U het niet vreemd, dat ik juist nu in deze voor mij zo moeilijke uren aan U denkt. Mijn gedachten houden zich bezig met het voor mij zo belangrijke feit dat ik door Uwe hulp de gunst heb gehad, naar de Katholieke Kerk te mogen gaan. Ik schrijf U, geachte mevrouw, deze brief om U er van op de hoogte te stellen, dat ik hedenavond ben gedoopt en gevormd. Morgenochtend ontvang ik de Eerste H. Communie. […]
Met beleefde groeten
Hoogachtend,
Ans van Dijk.
De pastoor dient haar woensdagochtend in alle vroegte de Eerste Heilige Communie toe. Hij begeleidt haar ook in de cellenwagen naar het fort. Bij het fort staat het vuurpeloton al opgesteld – vijf meter van de paal waaraan Ans van Dijk wordt vastgebonden. Present zijn een onderofficier en twaalf soldaten van de marechaussee, zes staand en zes geknield. De geweren zijn geladen met elk twee scherpe patronen. Van Dijk wil niet geblinddoekt worden. De pastoor geeft haar het sacrament der stervenden.
De executie zal volgens de voorschriften zijn uitgevoerd.
De officier van de Koninklijke Marechaussee meldt ‘klaar’ aan de procureur-fiscaal.
De procureur-fiscaal geeft het teken ‘Fiat executie’ (neemt zijn hoed af).
De wachtmeester geeft het commando: ‘Aanleggen.’
De wachtmeester geeft het commando: ‘Vuur.’
De gevangenisarts constateert de dood.
Zo eindigt om precies negen uur, een kwartier na zonsopgang, op die natte winderige woensdagochtend in januari 1948, het leven van Anna van Dijk.
De wachtmeester kist het lijk en een legervrachtwagen rijdt naar de Noorderbegraafplaats in Amsterdam. In Vak R, bestemd voor de begrafenissen in de laagste klasse, is het graf al geopend. Tien minuten na aankomst, om tien voor elf, is de begrafenis alweer achter de rug. Behalve het personeel van de begraafplaats mag er niemand aanwezig zijn, zelfs de pastoor niet die tijdens de executie was flauwgevallen. De burgemeester van Weesperkarspel heeft de directeur van het Huis van Bewaring, die verantwoordelijk is voor de begrafenis, ontheffing verleend van het verbod een dode binnen drie dagen na het overlijden ter aarde te bestellen: ‘De begrafenis kan onmiddellijk plaatsvinden.’ Het lijk mag niet aan familie ter beschikking worden gesteld . Nou, daar zal wat van haar familie restte, niemand rouwig om zijn geweest.
De kranten drukken die woensdagmiddag een drieregelig communiqué af.
Hedenmorgen is het doodvonnis voltrokken aan Ans van Dijk, die wegens verraad van Joden aan de SD, op 10 maart vorig jaar door het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam ter dood was veroordeeld. Haar beroep op de Bijzondere Raad van Cassatie werd 24 september d.a.v. verworpen en een verzoek om gratie afgewezen. Voor het eerst sinds het einde van de oorlog is daarmee een Nederlandse vrouw geëxecuteerd. (Het Parool)
Ans van Dijk zou de enige geëxecuteerde vrouw blijven. Ze was Joods en lesbisch. Hoe kwam het dat de enige vrouw die na de bevrijding is terechtgesteld een opgejaagde Joodse homoseksueel was? Hoe werd zij van prooi jager?
Boek: Een prooi wordt jager – Koos Groen