Na 94 jaar hebben archeologen nabij het Franse plaatsje Carspach een soort van Eerste Wereldoorlog Pompeii ontdekt. Ze zijn gestuit op een goed geconserveerde ondergrondse bunker met daarin 21 Duitse soldaten. Opvallend is dat de mannen in dezelfde houdingen zijn aangetroffen als op het moment dat ze 94 jaar geleden plotseling werden aangevallen.
De eenentwintig soldaten hoorden bij een grotere groep van vierendertig mannen die levend werden begraven toen de Fransen op 18 maart 1918
met clustermunitie de Duitse loopgraaf aanvielen. Dertien lichamen werden uit de schuilplaats gehaald, maar de anderen konden niet meer worden gered nadat ze onverwacht een lawine van modder over zich heen hadden gekregen.
Pompeii
De onderzoekers waren naar Carspach gekomen, omdat wegwerkers tijdens graafwerkzaamheden voor een nieuw aan te leggen weg op de loopgraaf stuitten. De archeologen troffen net als in Pompeii de soldaten in dezelfde posities aan als op het moment dat de mannen de dood vonden. Zo zaten sommigen op een bankje, lag iemand in een foetushouding en sliep weer een ander op een bed.
Ook zijn er veel gebruiksvoorwerpen als messen, boeken, helmen, portemonnees en wijnflessen gevonden. Er is zelfs een skelet van een geit ontdekt. Alles is zo goed bewaard gebleven, omdat er bijna geen licht, lucht en water bij de ondergrondse loopgraaf is gekomen.
Illfurth
De soldaten hoorden bij de 6de Compagnie, 94ste Reserve Infanterie Regiment. Omdat hun identiteit altijd bekend is geweest, staan hun namen gegraveerd op een monument vlakbij de Duitse militaire begraafplaats in Illfurth. De lichamen zijn overgedragen aan de Duitse organisatie die gaat over oorlogsgraven. Mochten de nabestaanden niet worden gevonden, dan zullen de lichamen worden bijgezet in Illfurth.