De Hongerwinter is symbool komen te staan voor het lijden van de Nederlandse bevolking gedurende de Tweede Wereldoorlog. In het najaar van 1944, toen het zuiden van het land reeds was bevrijd, brak in het nog bezette westelijke deel van Nederland een grote voedsel- en brandstofcrisis uit, waardoor duizenden mensen stierven. De algemene visie is dat de Hongerwinter ontstond doordat de Duitsers doelbewust al het voedseltransport naar de steden verboden. Dit zou vervolgens hebben geleid tot sociale desintegratie. De situatie zou pas verbeterd zijn als gevolg van geallieerde voedseldroppingen in april 1945.
De bij het NIOD werkzame historicus Ingrid de Zwarte (1988) laat in ‘De Hongerwinter’ uit 2019 zien dat deze visie lang niet het hele verhaal is en dat deze op bepaalde punten ook onjuist is. Haar boek is gebaseerd op het proefschrift waarop zij in 2018 promoveerde aan de Universiteit van Oxford.
Geen egoïsme en passiviteit
Over de hongersnood in Nederland gedurende de winter van 1944-1945 is relatief veel geschreven. Het betreft hier echter voornamelijk ooggetuigenverslagen, zonder of met relatief weinig historische duiding. In het boek ‘De Hongerwinter’ gaat De Zwarte door middel van systematisch onderzoek in op de oorzaken en slachtoffers van de voedselcrisis en de geallieerde, Duitse en Nederlandse reactie op de hongersnood. Hierdoor komt zij tot een aantal inzichten die sterk afwijken van het gangbare beeld uit de geschiedschrijving.
De Hongerwinter was geen periode waarin egoïsme en passiviteit hoogtij vierden. Integendeel, De Zwarte geeft vele voorbeelden van maatschappelijke betrokkenheid. In veel dorpen en (wijken van) steden ontstonden bijvoorbeeld plaatselijke comités die met meer of minder succes de hongersnood bestreden. De verschillende geloofsgemeenschappen, maar ook verzetsgroepen, speelden hierin een grote rol. Zij zorgden onder meer voor bijvoeding van schoolkinderen, waardoor de sterfte onder deze groep relatief laag bleef. Deze lag zelfs lager dan in het bevrijde zuiden van Nederland. De Nederlandse bevolking toonde zich zeer veerkrachtig en sociaal. Een dergelijke houding is volgens de historicus overigens normaal in de eerste fase van een hongersnood.
Excessen
Dat neemt niet weg dat de Hongerwinter inderdaad tot excessen leidde. Zo was er in de steden in het westen sprake van zwarte handel op grote schaal en nam het aantal misdrijven sterk toe. Er waren echter ook veel blijken van solidariteit, zowel op individueel als groepsniveau, zonder welke het aantal doden nog veel groter was geweest. Vooral de hulp uit het maatschappelijk middenveld gaf de doorslag. Dit zorgde er wel mede voor dat onder de groepen die geen sociaal vangnet hadden, zoals ouderen en personen die in een inrichting verbleven, het sterftecijfer hoog lag.
Ook laat De Zwarte zien dat de Hongerwinter niet enkel en alleen ontstond door het uitroepen van de Spoorwegstaking door de Nederlandse regering in september 1944, of door de daaropvolgende Duitse maatregel die het transport van voedsel verbood. De Hongerwinter valt niet te verklaren door een enkele factor. Er was sprake van een complex samenspel van de algemene oorlogsomstandigheden, logistieke problemen, Duitse en ook Nederlandse beslissingen en strenge vorst, die bij elkaar leidden tot de voedselcrisis. Al deze oude aannamen uit eerdere werken weet De Zwarte op overtuigende wijze te ontkrachten, met de hulp van primaire bronnen en statistieken.
Boeken die zijn gebaseerd op een proefschrift lezen soms wat moeizaam. Dat is hier niet het geval. De Zwarte heeft een toegankelijke en vlotte schrijfstijl. Het boek bevat veel statistische gegevens, onder meer over slachtoffers en de voedselrantsoenen. Deze worden weergegeven in duidelijke tabellen en grafieken. Dit alles ondersteunt het verhaal, zonder dat het opsommerig wordt. Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een korte samenvatting van het eerder behandelde. De bevindingen uit de voorgaande hoofdstukken worden aan het einde van het boek ook nog eens samengevat in een goed onderbouwde slotconclusie. De inleiding komt wellicht wat stroef op gang. De auteur schetst hier het kader van haar onderzoek en een aantal definities. Dit komt mogelijk wat theoretisch over, alhoewel dit wel verhelderend is voor de verdere opbouw van het boek. Zo nu en dan valt de auteur wat in herhaling. Zo wordt over de voedselprotesten op dezelfde pagina twee keer na elkaar gezegd dat deze later aan bod komen. Dit is echter niet storend.
Omgang met de bezetter
De Zwarte gaat uitgebreid in op de omgang met de Duitse bezetter gedurende deze periode. Veel personen en instanties kwamen in een lastige spagaat terecht. Ambtenaren die verantwoordelijk waren voor de voedseldistributie moesten schipperen tussen de belangen van de Nederlandse bevolking en Duitse eisen voor mankracht en materieel. Later kwam hier ook nog de Nederlandse regering in ballingschap bij, die tegenstrijdige berichten afgaf, bijvoorbeeld over het al dan niet mogen onderhandelen met de bezettingsautoriteiten. Het verschil tussen goed en fout is lastig te maken in deze kwestie. Nederlandse ambtenaren werkten in hun pogingen het voedseltransport op gang te houden samen met de Duitsers, terwijl de regering in Londen en het verzet opriepen om alle medewerking te weigeren. Hierdoor verslechterde alleen wel de situatie. Zo werd het binnenhalen van de aardappeloogst bemoeilijkt wegens een gebrek aan mankracht.
De bezettingsautoriteiten toonden zich in bepaalde gevallen juist buigzaam en meegaand, bijvoorbeeld bij de evacuatie van kinderen vanuit de steden naar het platteland. De auteur belicht de situatie van beide kanten. Zo merkt zij op dat de meegaande houding van de Duitsers mede werd ingegeven door de hoop om hun reputatie enigszins op te vijzelen voor na de oorlog.
Het Zweedse wittebrood
Ze laat ook zien dat het befaamde Zweedse wittebrood en de geallieerde voedseldroppingen een veel kleinere invloed hadden op de voedselsituatie dan vaak wordt gedacht. Hoewel zij zeker hielpen om de noden te verlichten, betrof het hier per persoon in totaal slechts enkele kilo’s voedsel. De hongertochten vanuit de steden naar het platteland zorgden daarentegen voor meer voedselaanvoer. Mensen konden tijdens deze expedities bovendien aansterken bij de boeren. De geallieerden deden tijdens de winter feitelijk weinig om de hongersnood te bestrijden. Zij lieten zich leiden door militaire overwegingen en concentreerden zich op het winnen van de oorlog. De Amerikanen en Britten vreesden bovendien dat grootschalige voedselhulp aan Nederland in het voordeel van de Duitsers zou uitpakken en de oorlogsinspanningen zou hinderen. Na de oorlog waren zij er wel verantwoordelijk voor dat de voedselsituatie in Nederland snel op een aanvaardbaar niveau was, waardoor veel personen van de hongerdood werden gered.
De auteur belicht bekende aspecten van de Hongerwinter, zoals de hongertochten en de evacuaties van kinderen vanuit de grote steden in het westen naar het noordoosten van het land, maar ook minder bekende zaken zoals de voedselprotesten door vrouwen. Opvallend hierbij is hoe zij zaken in perspectief kan plaatsen. Ze geeft aan dat ze een meer gebalanceerd en gelaagd beeld wil schetsen en dat is haar gelukt. Haar boek biedt een grondige en genuanceerde analyse van de voedselcrisis in Nederland in de winter van 1944-1945. Iedereen die geïnteresseerd is in deze episode zou dit boek moeten lezen. Het kan worden aangemerkt als het nieuwe standaardwerk over de Hongerwinter.
~ Wesley Dankers – Traces of War
Boek: De hongerwinter – Ingrid de Zwarte
Ook interessant: De Hongerwinter van 1944-1945
…en: Oorlogskookboek: ‘Haal het onderste uit de pan’