James Brady, de voormalig persvoorlichter en adviseur van de Amerikaanse president Ronald Reagan, is maandag op 73-jarige leeftijd overleden. Hij werd in 1981 wereldnieuws toen hij zwaargewond raakte bij een aanslag op de president.
Tijdens de aanslag werd de persvoorlichter door een kogel in zijn voorhoofd geraakt. Brady raakte zwaargewond en zat sinds die tijd in een rolstoel. Ook sprak hij door verlamming moeilijk en zijn korte termijn-geheugen was niet meer wat het was.
In 2000 werd de persruimte in het Witte Huis naar de Amerikaan vernoemd. Eerder was ook een nieuwe vuurwapenwet al naar de woordvoerder vernoemd: de Brady Handgun Violence Prevention Act.
De aanslag vond plaats op 30 maart 1981. De kogel uit het pistool van aanslagpleger John Hinckley was bedoeld voor president Reagan, die ook gewond raakte maar al na twaalf dagen het ziekenhuis kon verlaten.
James Brady voerde sinds de aanslag een felle strijd tegen de liberale wapenwetten in zijn land.
Boek: Reagan. De biografie