Door deze bijzondere archeologische vondsten is ‘s-Hertogenbosch naast een laatmiddeleeuwse stad, óók een stad met één van de belangrijkste vindplaatsen uit de Neanderthaler-periode.
Stenen werktuigen
Dat het om een verblijfplaats van neanderthalers gaat weten de archeologen omdat er een groot aantal stenen werktuigen zijn gevonden, en die zijn kenmerkend voor de neanderthalers. Bovendien zijn er zogenaamde afslagen (schilfers) gevonden, die zijn ontstaan bij het maken van de werktuigen. Verder zijn er botten gevonden van mammoeten, wolharige neushoorns, rendieren, reuzeherten, paarden en bizons. De samenhang tussen de verschillende vondsten wordt nader onderzocht door experts van de universiteit van Leiden.
Wat de vondsten van de werktuigen en de botten vooral bijzonder maakt, is dat ze in uitzonderlijk goede staat zijn. Blijkbaar waren er 40.000 tot 70.000 jaar geleden bijzondere omstandigheden, waardoor de vondsten snel toegedekt raakten. Van dezelfde plek worden nu ook bodemmonsters genomen, die inzicht kunnen geven in de planten en bomen die er groeiden. Daarmee kunnen we de leefomstandigheden van de neanderthalers in deze omgeving reconstrueren.
De vondsten kwamen naar boven toen in verband met de aanleg van de garage grond werd opgezogen uit de bouwput. Na overleg met de Universiteit van Leiden en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed is besloten dat de bouw van de parkeergarage niet hoeft te worden stilgelegd. Het uitgraven van de bouwput gaat verder volgens de oorspronkelijke werkwijze. Bij de zeef waar de opgezogen grond doorheen gaat, staan medewerkers van de afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten van de gemeente. Zij kunnen zo vondstmateriaal verzamelen.
Ook interessant: Waar begint de Nederlandse geschiedenis?
Boek: Onze vroegste voorouders
