De zogeheten Boerenkrijgers bestreden de Franse bezetter in 1798 onder de strijdkreet “Voor Outer en Heerd!”. Geleid door onder meer Emmanuel Rollier (1769-1851), Pieter Corbeels (1755-1799) en Jozef Van Gansen (1766-1842) boekten de boeren aanvankelijk enkele successen maar uiteindelijk bleken de boerenmilities te slecht bewapend om echt partij te bieden aan het goed getrainde Franse leger.
Uiteindelijk werd de rebellie op 5 december 1798 tijdens een beslissende veldslag nabij het Limburgse Hasselt definitief door de Fransen neergeslagen.
Mechelen
Bij opgravingen op het Sint-Romboutskerkhof in Mechelen werden in totaal 4166 skeletten ontdekt, verspreid over zo’n 3700 graven. De archeologen troffen dus ook een massagraf aan met daarin de lichamen van eenenveertig Boerenkrijgers. Dat het om boerenkrijgers ging konden de archeologen vaststellen aan een aantal zilvermerkjes. Deze zilvermerkjes werden bij de beenderen gevonden.
De krijgers zijn op 23 oktober 1798 aan de voet van de Sint-Romboutskathedraal door de Franse bezetter gefusilleerd. Bart Somers, burgemeester van Mechelen, spreekt van een historische vindt. Somers:
We zullen de lichamen een ereplaats geven op de stedelijke begraafplaats, net zoals de helden van Wereldoorlog I en II.
De opgravingen op het Sint-Romboutskerkhof in Mechelen hebben zestien maanden geduurd en vonden plaats voorafgaand aan de aanleg van een ondergrondse parkeergarage.
