Dark
Light

Olympisch Stadion in Amsterdam werd bijna gesloopt voor woningbouw

4 minuten leestijd
Olympisch Stadion in Amsterdam
Olympisch Stadion in Amsterdam (CC BY-SA 4.0 - RCE - wiki)
Het Olympisch Stadion in Amsterdam en de sport in zijn algemeenheid spelen al ruim zeventig jaar een belangrijke rol in het leven van oud-sportjournalist Bab Barens. In zijn boek Mijn Olympisch Stadion, bundelt hij verhalen over het stadion, dat hij als zijn tweede thuis beschouwt. Op Historiek publiceren we enkele fragmenten. Onderstaand verhaal draait om redding van het stadion.

Hedy d’Ancona overtroefde gemeente Amsterdam

In de wandelgangen werden ze de drie musketiers genoemd: Piet Kranenberg, Bram Mulder en Otto Roffel en werden ze als dé redders van het Olympisch Stadion gezien. Maar eigenlijk is het in de vergetelheid geraakt dat Hedy d’Ancona eveneens een belangrijke rol speelde in het behoud van het stadion. Zij was destijds minister van WVC (tegenwoordig VWS) in het kabinet-Lubbers III van 1989 tot 1994. Een paar jaar geleden deed ze mij voor het eerst precies uit de doeken hoe het stadion op de rijksmonumentenlijst belandde. Hieronder een verslag van onze ontmoeting van destijds.

Ze is al ruim de tachtig gepasseerd, maar wát een vrouw en wát een energie straalt deze feministe van het eerste uur nog altijd uit. Hedy d’Ancona spreken is een groot genoegen. Het gesprek vindt plaats in haar huis aan de Amstel met prachtig uitzicht op theater Carré en de Magere brug.
‘Ja, dat Olympisch stadion, daar ben ik kortgeleden nog eens een keer op uitnodiging geweest. Op dat moment waren er tientallen kinderen van atletiekclub Phanos aan het trainen op de atletiekbaan, het was een heerlijk gezicht om ze zo bezig te zien. Wat is dat toch prachtig geworden, dat schitterende, ongelofelijke gebouw dat er bijna niet meer was geweest. Een wonderbaarlijk ontwerp, een voorbeeld van de Amsterdamse school. Als de plannen van de stad toen waren doorgegaan was het stadion gesloopt voor huizenbouw. Natuurlijk kon Amsterdam toen, en nu helemaal, heel wat locaties voor woningbouw gebruiken, maar je moet wel goede keuzes maken.’

Hedy d’Ancona in het Olympisch Stadion
Hedy d’Ancona in het Olympisch Stadion – Foto: Bab Barens
Ze vervolgt: ‘Maar om terug te komen op die wilde plannen begin jaren negentig om het stadion af te breken, daar zat ik echt over in. Ik was toen minister en had onder meer architectuur in mijn portefeuille. Het Olympisch Stadion is onlosmakelijk verbonden met Plan Zuid van Berlage, het is als het ware het slotakkoord van dat plan. Ik zat daarover te dubben en zou er als minister verantwoordelijk voor zijn als die parel werd gesloopt. Ik had in Den Haag op het ministerie toen een hele slimme topambtenaar, directeur-generaal Jan Jessurun, die wist dat ik daarmee zat. Hij zei: “Ik weet misschien wel iets, je moet het stadion op de rijksmonumentenlijst zetten (op 17 januari 1995 werd het stadion ingeschreven in het register monumentenzorg).” Hij was daar goed mee op de hoogte hoe dat moest, hij was ook directeur geweest van monumentenzorg. En zo geschiedde. Het gemeentebestuur van Amsterdam waaronder mijn goede vriend en toenmalig burgemeester Ed van Thijn, was hierover in het geheel niet ingelicht. Men was om het netjes te zeggen “not amused” toen zij mijn brief kregen met de beslissing: monumentenlijst. Men voelde zich overvallen. Het was een totale doorkruising van hun plan om het stadion te slopen en op het terrein huizen te bouwen. Het stadion de monumentenstatus geven moest echter wel snel gaan want de sloopvergunning was door stadsdeel Zuid al afgegeven, het was vijf voor twaalf. Echter, monumenten zijn te redden en dat gebeurde nu ook: binnen twee weken was het gelukt. Overigens, mijn verhouding en vriendschap met Ed van Thijn is toen door die beslissing niet veranderd.’

Ze vervolgt: ‘Maar we waren er nog niet. Een belangrijk onderdeel van de redding was om een plan te maken hoe het stadion geëxploiteerd moest worden, want aan een mooi leeg stadion had je niets. En vervolgens verscheen op het tapijt de lobbyist van Amsterdam met een ongelofelijk uitgebreid netwerk: Piet Kranenberg (commissaris van het Olympisch Stadion). Hij had altijd goede ideeën en kwam met een prachtig plan hoe het stadion te exploiteren.’

‘Nog even terugkomend op de manier om iets op monumentenlijst te zetten, daar gaan toch hele procedures aan vooraf?’

‘Dat klopt, maar diezelfde Jan Jessurung had veel connecties en hij wist de paadjes, het is allemaal wel overnight gebeurd. Het gemeentebestuur van Amsterdam voelde zich, nogmaals, totaal overrompeld. Maar als je het ze nu zou vragen zouden ook zij blij zijn dat het er zo prachtig bijstaat en ook zo goed gefinancierd is. En vooral hóe het gebruikt wordt: het is een stadion voor iedereen geworden. Ik was ook blij dat ik samen met Maarten Lubbers (beroepsactivist te Amsterdam) een positieve actie heb kunnen voeren om de portiershuisjes te behouden die ook volgens de Amsterdamse School zijn ontworpen door Jan Wils en bij het stadion horen. Maar ook Johan Cruijff en Fanny Blankers-Koen om er een paar te noemen, hebben hun steentje hieraan bijgedragen via het maken van positieve reclame.’

Mijn Olympisch Stadion - Bab Barens
 
‘Maar mevrouw d’Ancona, is alles echt volgens de regels gegaan, was het een legale actie?’

Hedy d’Ancona, na even een stilte, dan lachend: ‘Natuurlijk…alles is volgens de regels verlopen, er zijn alleen wat bureaucratische barrières sneller genomen. Dat moest wel want de sloopvergunning was al afgegeven, daarom was ik toen zo zenuwachtig of we er op tijd in zouden slagen. Ik ben dan ook nog altijd heel blij dat het uiteindelijk is gelukt, het stadion is als een architectonische parel herrezen en op 13 mei 2000 door prins Willem-Alexander heropend.’

Hedy d’Ancona tenslotte: ‘Het is nu goed levendig geworden. Niet alleen prachtig opgeknapt, maar ook heel functioneel.’

×