Israëlische archeologen zeggen de ruïnes te hebben gevonden van een paleis van de Bijbelse koning David. De vondst is ongeveer dertig kilometer ten westen van Jeruzalem gedaan door archeologen van de Hebreeuwse Universiteit en de Israëlische oudheidkundige dienst.
Dat beweren althans professor Yossi Garfinkel van de Hebreeuwse Universiteit en Saar Ganor van de Israëlische oudheidkundige dienst. Lang niet al hun collega’s zijn het hier mee eens. Zo stellen archeologen van de Universiteit van Tel Aviv bijvoorbeeld dat geen enkel voorwerp dat bij de gebouwen is gevonden, aantoont dat het daadwerkelijk om een paleis van koning David gaat. Volgens deze archeologen kan het paleis net zo goed zijn gebouwd door bijvoorbeeld Filistijnen of Kanaänieten.
Het team van Garfinkel en Ganor heeft ook de verdedigingsmuur van het paleis gevonden. Daarnaast zijn er verschillende objecten aangetroffen, waaronder potten met daarop stempels die eeuwenlang in het koninkrijk Juda werden gebruikt. Volgens hen wijst alles erop dat het daadwerkelijk om een paleis van koning David gaat. Opvallend is ook dat er in de stad geen resten van varkens zijn aangetroffen.
De ruïnes van Khirbet Qeiyafa werden in 2007 ontdekt. Sinds die tijd wordt er archeologisch onderzoek gedaan. Onderzoeksleider Yossi Garfinkel stelt dat het om het beste voorbeeld van een gefortificeerde stad uit de tijd van koning David gaat. Het paleis in de stad had volgens hem een afmeting van duizend vierkante meter. Het bevond zich op het hoogste punt van de stad. Vanuit het paleis zou men hierdoor een goed uitzicht hebben gehad, van de Middellandse Zee in het westen tot de bergen en Jeruzalem in het oosten. Het grootste deel van het paleis werd rond 1400, in de Byzantijnse tijd, gesloopt om plaats te maken voor een boerderij.
Volgens sommige archeologen was Khirbet Qeiyafa de Bijbelse stad Saäraïm.
