Vroom bedrog

2 minuten leestijd
Orakelhoofd (Musée Public National, Cherchell)
Orakelhoofd (Musée Public National, Cherchell)

De agrarische rendementen in de oude wereld waren laag en dat betekende dat de overgrote meerderheid van de mensen werkzaam was in de agrarische sector. Slechts één op de tien mensen was geen boer en dat konden ambachtslieden, soldaten of leerkrachten zijn. Eén van de gevolgen van deze situatie was dat informatie een heel andere karakter had. Weliswaar wilde men destijds, net als nu, dat informatie correct was, maar anders dan ons ontbrak het de ouden aan de middelen om dingen te onderzoeken. Je nam dus maar aan dat iets waar was als het leek op informatie die je al had.

Orakelhoofd (Musée Public National, Cherchell)
Orakelhoofd (Musée Public National, Cherchell)
Voor het overige moest je maar je toevlucht nemen tot het bovennatuurlijke. Vandaar de populariteit van orakels en waarzeggers: droomduiders, astrologen, kaaskijkers, vogelvluchtspecialisten, ingewandenlezers, visorakels… Sommige van deze adviseurs waren niet vies van een vrome fraude. In het handboek voor dromenuitleggers dat Artemidoros van Daldis heeft geschreven, is een opmerking dat je een beetje hocus pocus moest toevoegen; de klanten verwachtten het nu eenmaal en het maakte dat ze dingen makkelijker geloofden. De ingewonnen informatie leek hierdoor immers op informatie die ze al hadden.

Hierboven een portret van een godheid uit een orakel bij Iol-Caesarea, het huidige Cherchell in Algerije. De mond staat open en is met een buisje verbonden met een gat aan de andere kant van de muur, zodat het mogelijk was dat een priester het beeld deed spreken en een bezoeker “de stem van de god” een antwoord hoorde geven. Ik heb niet kunnen achterhalen uit welke eeuw dit beeld stamt maar het lijkt me iets uit de tweede of vroege derde eeuw n.Chr.

Voor u nu denkt dat alles bedrog was – ja en nee. De beschuldiging van fraude was er altijd en van Cicero is de opmerking dat hij zich afvroeg hoe zieners elkaar in de ogen konden kijken zonder de slappe lach te krijgen. De auteur Lucianus was ervan overtuigd dat een orakel in Abonouteichos fraudeerde met de vragen waarop het moest antwoorden. De bezoeker leverde een gesloten briefje in met een vraag en kreeg een antwoord dat wonderlijk goed paste bij die vraag, maar Lucianus wist hoe je zo’n gesloten briefje zó kon openen en sluiten dat het niemand opviel.

Show

Maar ik moet ook denken aan het antropologische onderzoek naar sjamanen die tijdens een ritueel de aanwezigheid van een goddelijke macht aan de gelovigen lieten merken door de hut te laten trillen. Ze wisten heel goed dat ze zélf aan de tentpalen hadden getrokken, maar waren ervan overtuigd dat ze daarbij werden geleid door een goddelijke kracht; ze waren slechts instrumenteel. Ik sluit allerminst uit dat antieke orakelpriesters en waarzeggers ook wel wisten dat ze een show aan het opvoeren waren, maar dat ze tegelijk dachten dat de godheid zich wel degelijk via die show openbaarde. De mensen kwamen voor die show – het was wat ze van de verworven informatie verwachtten – en ze kregen de show. En de god zag dat het goed was.

Jona Lendering is historicus, webmaster van Livius.org en docent bij Livius Onderwijs. Hij publiceerde verschillende boeken en verzorgt een nieuwsbrief over de Oudheid. Zie ook zijn blog: mainzerbeobachter.com

Recent gepubliceerd

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 54.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×