Wie zich verdiept in de vaderlandse geschiedenis stuit nog wel eens op een aartshertog of aartshertogin. Waar komt deze adellijke rang uit het voormalige Heilige Roomse Rijk precies vandaan? En wie gebruikten hem? Een korte uitleg.
De titel aartshertog werd gebruikt voor de prinsen van het Habsburgs-Oostenrijkse vorstenhuis vóór de val van de Donau-monarchie in 1918. Een aartshertog was lager in rang dan een koning maar hoger dan een ‘gewone’ hertog. De titel is alleen gebruikt door leden van de huizen Habsburg en Habsburg-Lotharingen. De Engelse benaming voor aartshertog is archduke.
Voorbeelden
In de vaderlandse geschiedenis komen we bijvoorbeeld aartshertog Albrecht van Oostenrijk (1559-1621) tegen. Hij regeerde van 1598 tot zijn dood in 1621 over de Habsburgse Nederlanden. Uit de meer recente geschiedenis is Frans Ferdinand van Oostenrijk (1863-1914) een bekend voorbeeld. Deze aartshertog werd in de zomer van 1914 vermoord door de Bosnisch-Servische activist Gavrilo Princip. Die gebeurtenis wordt vaak aangemerkt als het startschot van de Eerste Wereldoorlog.
Een bekend voorbeeld van een aartshertogin is Sophie van Beieren (1805-1872), de vrouw van aartshertog Frans Karel van Oostenrijk.
Boek: Danubia – Een persoonlijke geschiedenis van het Habsburgse Europa