Beddelakens
De Maatschappij van Weldadigheid wil de materiële nood van de armen lenigen door hen huisvesting en werk te bieden en ze wil hen tegelijk ‘verheffen’. Ze wil hen opleiden ’tot eene hoogere beschaving, verlichting en werkdadigheid’. Daarom krijgen alle mensen die de kolonie binnenkomen nette kleding. Vanuit de gedachte dat als mensen nette spulletjes hebben, ze vanzelf zuinig op die spulletjes worden, en dus spaarzaam en daardoor vanzelf betere mensen.

Maar als je mensen wilt ‘verheffen’ moet je wel oppassen dat je niet té grote stappen ineens zet. Want dan wordt het niet begrepen. Zo wil men de kolonisten ook een beschaafde slaapcultuur bijbrengen. Er zijn bultzakken, en daarop liggen kussens en een peluw en dekens. En beddelakens. En dat laatste is echt te hoog gegrepen. Die hebben ze nog nooit gezien. En de meesten snappen ook niet waar het goed voor is.
Als de kolonie-directeur na een half jaar de hoeves langsgaat, blijken de meeste beddelakens verdwenen. Naar de bank van lening in Steenwijk.

Strafbaar
Het gevolg van dat standpunt is dat het wegmaken van beddelakens strafbaar is en dat overtreders voor de Raad van Policie en Tucht gedaagd worden. Zoals in 1827 als de weduwe Midderhoff wordt ‘…verdacht gehouden van eene beddeken verkocht te hebben aan Rheedijk, kroeghouder buiten de kolonie, wonende aan den weg naar Noordwolde, voor eenen daalder’. Of 1829 als Cornelis Brouwer aan de ‘huisvrouw van Piet Heijdt, voor 30 centen en drie sneden roggebrood, een beddelaken zoude hebben verkocht’. Het kost zulke kolonisten meestal enkele dagen opsluiting in de strafkamer op de kolonie, met ‘om de andere dag te water en brood’. Tot in 1844 en in 1859 en bijna de hele eeuw door.
Want goedschiks of kwaadschiks, linksom of rechtsom, of het nu begrepen wordt of niet begrepen wordt, beddelakens zijn om tussen te slapen. Punt.
Overzicht van boeken van Wil Schackmann