Wil Schackmann publiceerde drie romans, was co-auteur bij de tv-serie Medisch Centrum West en won in 2000 de ANV-Visser Neerlandiaprijs voor het scenario van het toneelstuk Het leven sta je steeds weer van te kijken. Vanaf 2006 publiceerde hij verschillende boeken over de Koloniën van Weldadigheid.
De Maatschappij van Weldadigheid wil de materiële nood van de armen lenigen door hen huisvesting en werk te bieden en ze wil hen tegelijk ‘verheffen’. Ze wil hen opleiden ‘tot eene hoogere beschaving, verlichting en werkdadigheid’.
Een van de zaken waarmee de diverse raden van tucht in de koloniën van weldadigheid zich bezig houden, is het handhaven van het verbod op ‘onderling kijven, twisten of schelden’.
Er wordt te Frederiksoord een bakkerij gebouwd die in januari 1823 al volop draait. Dat aardappelbrood voedzaam is, is iets waar iedereen het over eens is. Maar volgens Johannes van den Bosch is het ook smakelijker.
Het kerkje wordt om en om gebruikt. De katholieken eerst tot half elf, dan de protestanten, dan de katholieken weer tot half drie en dan de protestanten. Zondag 1 februari 1835 loopt dat helemaal fout.
Bij de ‘Weezen, Vondelingen en Verlatene Kinderen’ die aankomen bij de kindergestichten in Veenhuizen wordt niet altijd vermeld of een kind een vondeling is of een wees. Maar vaak valt het af te lezen aan de namen.
De paarden staan vlak voor elkaar en raken elkaar bijna als de boer ‘geheel wel uit het spoor ter linkerzijde heeft moeten wijken teneinde zijn weg te vervolgen’. Dit is geen zaak die licht mag worden opgevat.
De hogere standen gebruikten veel leestekens. En waar het komma’s betreft overdreven ze schromelijk. Die strooiden ze overal doorheen en zetten ze daarbij op de gekste plaatsen.
Dominee Ottho Heldring laat weten dat hij te Veenhuizen met eigen ogen honderden jongens heeft gezien die ‘door onanie tot pygméën gekrompen’ waren. Met ‘onanie’ bedoelt hij masturbatie.
In alle koloniën van weldadigheid is sterke drank verboden. Dat begint in 1821. De leiding constateert: ‘Ongeloofelijk is het hoe zeer de jenever bij onze lage volksklassen misbruikt wordt.’
Jan Lodewijk woont in de kolonie Willemsoord. Er gaan geruchten dat hij slaapt met zijn schoonzusje Lammechien. Als die op een dag zwanger blijkt, besluit de raad van toezicht van de kolonie zich met de kwestie te gaan bemoeien.
Uit de Koloniën van Weldadigheid. Vanaf 1835 woedt er in het gesticht voor ‘weezen, vondelingen en verlatene kinderen’ te Veenhuizen een discussie over het kledingpakket.
In alle tuchtreglementen bij alle koloniën van weldadigheid worden ‘onzedelijk gedrag’, ‘zedelooze omgang’, ‘ontuchtige bedrijven’ en ‘verleiding tot onzedelijkheid van anderen’ genoemd als streng te bestraffen zaken.
Kwajongensstreken zullen van alle tijden zijn. Je mag er van uitgaan dat je eigen voorvader ook kattenkwaad uitgehaald heeft, maar normaliter kom je daar niets van te weten. Tenzij die voorvader in de koloniën van weldadigheid heeft geleefd.
In De Kinderkolonie beschrijft Wil Schackmann hoe de wezenopvang aan het begin van de 19e eeuw werd vormgegeven in Veenhuizen. Waar wezen werden opgeleid tot hardwerkende burgers.