De bloedvlag
Als het nationaalsocialisme als een religie wordt beschouwd, dan was de Blutfahne (Bloedvlag) één van de heiligste relikwieën. Oorspronkelijk was het een gewone swastikavlag die toebehoorde aan de 5e Sturm van de Münchense Sturmabteilung (SA), waarvan de leden bekend stonden als Hitlers ‘bruinhemden’. Tijdens de vruchteloze poging van de nazi’s in november 1923 om in München de macht te grijpen, raakte de vlag doordrenkt met het bloed van drie deelnemers aan de staatsgreep: Anton Hechenberger, Lorenz Ritter von Stransky-Grippenfeld en Andreas Bauriedl. Zij werden dodelijk getroffen toen de Beierse politie het vuur opende op de betogers.
Overgedragen aan Hitler na zijn vrijlating uit de gevangenis in december 1924, werd de bloedvlag al snel het middelpunt van het ceremonieel vertoon van de nazi’s. Een nieuwe swastika werd aangebracht op de punt van de vlaggenstok met daaronder een zilveren ring met daarop de namen van de drie eerder genoemde ‘martelaars’ van de in totaal zestien die omkwamen tijdens de putsch van 1923.

Vervolgens werd de vlag niet alleen ceremonieel gepresenteerd tijdens alle belangrijke nazi-evenementen, maar ook door Hitler gebruikt om met haar aanraking andere nazivlaggen en vaandels ‘in te wijden’ en om de eed van nieuw toegetreden SS-manschappen te bezegelen.
De bloedvlag verkreeg aldus de status van een relikwie. Wanneer niet in gebruik kreeg ze een ereplaats in de hal van het hoofdkwartier van de nazipartij, het zogenoemde Bruine Huis in München. De vlag was zo belangrijk voor de nazibeweging dat ze werd toevertrouwd aan een eigen begeleider, een verder onopvallende SS-man met tandenborstelsnor genaamd Jakob Grimminger. Het was zijn enige taak de vlag te begeleiden tijdens haar ceremoniële zwerftochten door het hele land.

Grimminger is te zien op deze propaganda-ansichtkaart uit 1937, waarop hij de bloedvlag heeft laten zakken voor één van de brandende vuurschalen voor de Feldherrnhalle in München, het middelpunt van de jaarlijkse herdenking van de bierhalputsch. De tekst eronder luidt:
‘Ter herdenking van 9 november 1923’.