Dark
Light

‘Voorgoed voorkomen dat Duitsland een derde wereldoorlog start’

Het Morgenthau-plan
15 minuten leestijd
Boeren doen voorjaarswerk op een veld nabij Dortmund omstreeks 1955. In Henry Morgenthau’s visie voor het nieuwe, naoorlogse Duitsland zou de fabriek op de achtergrond niet langer mogen bestaan. Bron: nalatenschap van Helmut Orwat, via LWL Medienzentrum für Westfalen
Boeren doen voorjaarswerk op een veld nabij Dortmund omstreeks 1955. In Henry Morgenthau’s visie voor het nieuwe, naoorlogse Duitsland zou de fabriek op de achtergrond niet langer mogen bestaan. Bron: nalatenschap van Helmut Orwat, via LWL Medienzentrum für Westfalen

De voorzitter van de Duitse metaalindustriebond die groen-links ooit verweet een ‘groen-gekleurd Morgenthauplan’ in Duitsland te willen doorduwen. Een commentator die stelt dat Moskou van plan was om een verslagen en veroverd Oekraïne aan ‘een Morgenthauplan’ te onderwerpen. Of een andere die er voor pleit dat Rusland na een nederlaag in Oekraïne en regimewissel in Moskou ‘een Morgenthauplan’ nodig heeft zodat het geen bedreiging meer vormt. Het zijn maar een paar (relatief) recente verwijzingen naar een omstreden episode in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. Een kijk op dat fameuze plan en op de persoon naar wie het genoemd is.

Een ‘harde vrede’

In de zomer van 1944, toen duidelijk was dat nazi-Duitsland, dat zowel aan het oostfront als na de geslaagde geallieerde landingen in Normandië en het zuiden van Frankrijk op de terugtocht was, de oorlog zou gaan verliezen, begonnen in Amerikaanse en andere geallieerde ministeries en kanselarijen voorstellen en scenario’s te circuleren omtrent wat met na de oorlog het verslagen Duitsland diende te gebeuren. Dat er geen vrede met het naziregime zou worden gesloten en men enkel ging voor onvoorwaardelijke capitulatie stond vast. Voor de rest had het Versaillesverdrag dat Duitsland na de Eerste Wereldoorlog opgelegd kreeg geen nieuwe oorlog kunnen voorkomen.

‘Deze wandaden: jullie schuld!’
‘Deze wandaden: jullie schuld!’ Affiche van de Amerikaanse militaire bezettingsautoriteit uit 1945. De teneur onmiddellijk na de oorlog was dat de Duitse bevolking maar eens collectief moest boeten voor de wandaden van een nazibewind dat in de maatschappij vrij brede steun had genoten, en tegen het welke er maar weinig Duitse weerstand was geweest. Bron en hogere weergave: Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland, https://www.hdg.de/lemo/bestand/objekt/plakat-schande-schuld.html

Integendeel, niet weinigen vonden dat de ‘Versaillesvrede’ de opkomst van het nazisme en de Tweede Wereldoorlog zelfs in de hand had gewerkt. De Amerikaanse president Franklin Roosevelt en generaal Dwight Eisenhower, de opperbevelhebber van de geallieerde strijdkrachten in Europa, vonden dat niet alleen de verantwoordelijken en kaders van het naziregime, maar ook de Duitse bevolking moest worden gestraft omdat ze enthousiast en actief was meegegaan in het Hitlerbewind.

Henry Morgenthau jr.
Henry Morgenthau jr. (1891-1967) in 1944 toen hij federaal financiënminister van de VS was. – Bron: Yousuf Karsh, CC BY-SA 3.0 nl
Niet iedereen was overigens overtuigd dat er geen onderscheid diende te worden gemaakt tussen de nazi’s en het volk. Sommigen wezen erop dat in 1943 slechts elf procent van de bevolking lid van de nazipartij was geweest. Bovendien waren er van binnenuit wel degelijk pogingen geweest om Hitler uit de weg te ruimen en zijn regime ten val te brengen. De idee van een ‘harde vrede’ en collectieve bestraffing kreeg evenwel een nieuw élan toen Henry Morgenthau, de federale minister van financiën van de VS, in september 1944 een geheime nota van een viertal kantjes liet circuleren met de titel Program to prevent Germany from starting World War III ‒ een programma om te voorkomen dat Duitsland de Derde Wereldoorlog begint.

New Deal

Henry Morgenthau, een telg van een prominente joods-Amerikaanse familie van de oostkust met wortels in het Duitse Mannheim, had landbouwkunde en architectuur gestudeerd. Hij had een grootschalige boomkwekerij, was eigenaar van een landbouwvaktijdschrift en zette zich in de politiek vooral in voor Amerikaanse boeren die zwaar door de crisis van 1929 waren getroffen. In 1933 werd hij door Roosevelt in het kader van zijn New Deal-relanceprogramma benoemd tot hoofd van de federale landbouwadministratie. Slechts een jaar later werd Morgenthau federaal minister van financiën, een post die hij zou bekleden tot juli 1945.

‘Duitsland ís ons probleem. Een plan voor Duitsland’. Nadat het gelekt was en in de hoop publieke steun te mobiliseren voor zijn visie deed Morgenthau zijn plan gedetailleerd uit de doeken in een boek dat hij in oktober 1945 publiceerde, nadat hij niet langer financiënminister was.
‘Duitsland ís ons probleem. Een plan voor Duitsland’. Nadat het gelekt was en in de hoop publieke steun te mobiliseren voor zijn visie deed Morgenthau zijn plan gedetailleerd uit de doeken in een boek dat hij in oktober 1945 publiceerde, nadat hij niet langer financiënminister was.
De kernidee van de bewuste nota, die waarschijnlijk is opgesteld door Morgenthau’s naaste medewerker en adviseur, de economist Harry White, was, dat Duitsland ‘sinds mensengeheugenis’ een constante bedreiging vormde voor de vrede in Europa en de wereld. Om te voorkomen dat het onvermijdelijk opnieuw een oorlog zou starten zodra het zijn kans schoon zag, diende het niet alleen te worden opgedeeld en gedemilitariseerd, maar ook radicaal te worden de-geïndustrialiseerd. Het moest herleid worden tot een hoofdzakelijk agrarische en pastorale samenleving, zoals Roemenië en Joegoslavië in die tijd waren.

Wat bekend zou worden als het Morgenthauplan kende twee vormen: de oorspronkelijke beleidsnota van White, en een boek van zo’n 210 pagina’s dat Morgenthau na president Roosevelt’s overlijden en zijn ontslag als minister uitbracht en waarin hij zijn voorstellen in detail bespreekt. Wat hield het concreet in? Om te beginnen moest bezet-Duitsland een aantal gebieden afstaan aan zijn buurlanden. Zo zouden in het westen de ganse industrieregio Saarland ‒ een oude Frans-Duitse twistappel die tussen 1792 en 1815 en van 1919 tot 1935 al door Frankrijk bezet was geweest ‒ samen met Trier, Kaiserslautern, Mainz en hun respectievelijk ommeland voorgoed een deel van Frankrijk gaan vormen. De economie inclusief de industrie van die gewesten zou versneld geïntegreerd worden in die van Frankrijk, en taalkundig-cultureel zou er een intensieve verfransingspolitiek worden doorgevoerd.

Eerste pagina van de (waarschijnlijk) door Harry Dexter White opgestelde nota ‘Program to prevent Germany from starting World War III (Programma om te voorkomen dat Duitsland de Derde Wereldoorlog begint)’ van september 1944 die bekend zou raken als het Morgenthauplan.
Eerste pagina van de (waarschijnlijk) door Harry Dexter White opgestelde nota ‘Program to prevent Germany from starting World War III (Programma om te voorkomen dat Duitsland de Derde Wereldoorlog begint)’ van september 1944 die bekend zou raken als het Morgenthauplan.
In het oosten was zo’n tweederde van Silezië en Oost-Pruisen – waar historisch een grote Poolse gemeenschap leefde – bestemd voor Polen. De Sovjet-Unie kreeg het resterende gedeelte van Oost-Pruisen met de Baltische stad Königsberg. En in het noorden zouden Flensburg en de omliggende regio in een latere fase bij Denemarken worden gevoegd. In totaal zou 18 procent van het grondgebied van het Duitsland in de grenzen van 1937 en zo’n 15 procent van de bevolking naar buurlanden gaan en van nationaliteit veranderen, voor zover de Duitsers er door de nieuwe autoriteiten tenminste niet zouden worden verdreven.

Opdelen van het ‘nieuwe Duitsland’

De overige gebieden – toch nog altijd de hoofdmoot van Duitsland – zou worden opgedeeld in twee Duitse opvolgstaten: een noordelijke republiek met de oude Pruisische kernlanden, Hamburg en Hannover en nog een aantal andere hoofdzakelijk protestantse gebieden, en een zuidelijke federatie rond Beieren met een hoofdzakelijk katholieke bevolking. Beide opvolgstaten waren opgevat als federaties waar de bevoegdheden vooral bij de deelregio’s en de lokale besturen zouden liggen. Te centralistisch bestuur leidde voor Morgenthau immers alleen maar tot totalitarisme. Ze mochten ook geen leger meer hebben, enkel lokale politiekorpsen en niet-geüniformeerde burgerwachten.

Eigenlijk had men meer een soort terugkeer in gedachten naar het lappendeken van vorstendommen en ministaatjes die de Duitse gebieden waren voor de éénmaking van Duitsland tussen 1815 en 1871. Er mocht hoe dan ook geen pan-Duits nationalisme weer de kop opsteken of enig draagvlak (her)ontstaan voor de hereniging van de Duitse gebieden. Daarom zou met actieve propaganda en ‘heropvoeding’, het uitspelen van de verschillen tussen protestanten en katholieken en wellicht ook met de hulp van regionalisten, heemkundigen en nostalgiekers naar de oude koninkrijkjes van voor de eenmaking van Duitsland, actief de ontwikkeling van lokale identiteiten en instellingen worden aangemoedigd.

Kaart van de in het Morgenthauplan voorgestelde opdeling van het Duitsland in de grenzen van 1937
Kaart van de in het Morgenthauplan voorgestelde opdeling van het Duitsland in de grenzen van 1937. De grijs-gearceerde gebieden zouden respectievelijk naar Frankrijk, Polen, Denemarken en de Sovjet-Unie gaan. Daarnaast was een noordelijke Duitse republiek met onder meer de oude Pruisische kernlanden, Hamburg en Hannover (in het roze), een zuidelijke federatie rond Beieren (in het lichtblauw) en een zogenaamde ‘internationale zone’ onder een toezichtsorgaan van de Verenigde Naties (in het donkerblauw) voorzien. Bron en hogere weergave: Terra Magnus-Never Was Magazine, augustus 2020, https://neverwasmag.com/wp-content/uploads/2020/08/Morgenthau-Plan-Germany-map-1.jpg

De zuidelijke federatie zou een douane-unie vormen met Oostenrijk en zich resoluut gaan richten op Centraal-Europa en de Donauregio, de noordelijke republiek op Groot-Brittannië en het noorden van Europa. Restte nog de pièce de résistance en hét voorwerp van Morgenthau’s obsessie met radicale de-industrialisering: het noordwesten van Duitsland, grofweg het gebied tussen Frankfurt, de Noordzeekust en Kiel. Dat moest een ‘internationale zone’ worden onder een toezichtsorgaan van de toen nog op te richten maar reeds geplande Verenigde Naties.

In dit landsdeel, dat Morgenthau in zijn boek uit 1945 met enige zin voor dramatiek the cauldron of wars of ‘heksenketel van oorlogen’ noemde, bevond zich het gros van Duitslands zware industrieën, steenkool- en bruinkoolwinning, scheepswerven én het strategische kanaal tussen de Noordzee en de Baltische Zee. Duitslands industriekernen mochten in de oorlog dan wel zwaar gebombardeerd geweest zijn, geen klein gedeelte van de industrie was in 1945 nog wel degelijk operationeel. De Morgenthau-White-nota was evenwel duidelijk omtrent wat hier diende te geburen:

Dit gebied moet niet alleen ontdaan worden van alle bestaande industrieën, maar zo verzwakt en (…in zijn zelfbeschikking ingeperkt…) worden dat het (…) geen industriegebied meer kan worden. (…) Op korte termijn, zo mogelijk binnen maximum zes maanden na de inname en het stoppen van de vijandelijkheden, zullen alle fabrieken, apparatuur en uitrusting die niet in de gevechten zijn vernietigd, volledig worden ontmanteld en afgevoerd naar de geallieerde en voormalige bezette naties als een soort herstelbetaling. Alle uitrusting zal uit de mijnen worden verwijderd voor de mijnen worden gesloten.
Naoorlogse overlevingslandbouw in de verwoeste grootsteden.
Naoorlogse overlevingslandbouw in de verwoeste grootsteden. Berlijners op een aardappelveld in de volledig ontboste Großer Tiergarten in juli 1946. Op de achtergrond staat het verwoeste Reichstaggebouw. Bron: Bundesarchiv Bild 183-M1015-314, Otto Donath.

Dat de Duitse fabrieksarbeiders, mijnwerkers en administratief-logistiek personeel eigenlijk verplicht zouden worden om hun eigen broodwinning te slopen en dit tot (nog meer) massale werkloosheid zou leiden wisten Morgenthau en White al te goed. Maar die moesten zich dan maar omscholen tot boeren. Immers…

(…) intensieve landbouw biedt Duitsland zowel een oplossing voor haar werkgelegenheidsprobleem als voor haar voedselprobleem. Met miljoenen van zijn industriearbeiders werkloos terwijl de machinerie van de totale oorlog ontmanteld wordt en er een vredeseconomie in de plaats komt, staat Duitsland voor een net zo moeilijke reconversietaak als welke natie dan ook. De miljoenen werklozen kunnen veel sneller op het land aan het werk worden gezet, dan door af te wachten tot fabrieken herbouwd en opnieuw uitgerust zijn.

Morgenthau noemde dit ‘een industriële contrarevolutie’.

De VS en de VN moesten er in Morgenthau’s optiek op toezien dat de domeinen van grootgrondbezitters en de grond van grote agro-industriële concerns zouden worden opgedeeld onder kleine familieboerderijen. Het organiseren en beheren van de nieuwe landbouweconomie moesten de Duitsers evenwel volledig zelf doen. Noch de VS, Groot-Brittannië of eender welk ander land zou zich verder met de plaatselijke Volkswirtschaft inlaten. De Duitsers zouden ook geen technische hulp noch teveel voedselnoodhulp uit het buitenland krijgen, omdat ze maar eens de gevolgen van hun daden moesten uitzweten, grootschalige hulp veel middelen en goederen zou weghalen bij landen die die zelf hard nodig hadden, en omdat hulp er de Duitsers van zou weerhouden om zo snel mogelijk economisch actief en zelfvoorzienend te worden.

De VS moest in de optiek van het Morgenthauplan zowel in de internationale zone als de rest van de Duitsland-ruimte een actieve leidende rol spelen in alle toezichtorganen van de Verenigde Naties en toezicht houden op de verwezenlijking van het hele plan, maar zijn militaire aanwezigheid zo snel mogelijk terugschroeven. In de plaats zou in de internationale zone een troepenmacht van de VN komen met soldaten uit Frankrijk, België, Nederland, Denemarken, Noorwegen, Polen, Tsjechië, de Sovjet-Unie, Joegoslavië en Griekenland, allemaal landen die een nazibezetting, verwoestingen en honger hadden doorgemaakt.

De redenering die Morgenthau in zijn boek uiteenzette luidde, dat voor de uitvoering van het radicale plan op het terrein een harde hand nodig was. Rancuneuze soldaten uit de voormalige bezette landen waren hiervoor geschikter dan militair personeel uit de VS. De VS was in de oorlog immers niet bezet of verwoest geweest, en zijn soldaten en functionarissen zouden bijgevolg sneller compassie krijgen met de Duitse bevolking en er te welwillend en goedgelovig mee omgaan. Duitsers mochten zich ook niet langer bekwamen in chemie, elektromechanica, machinebouw en vooral luchtvaart en luchtvaarttechnologie omdat die branches konden dienen voor her-industrialisering en heimelijke herbewapening.

Alle hogescholen en faculteiten, zeker in de exacte wetenschappen, zouden tot nader order worden gesloten. Hoe lang dit regime, zeker in de voorziene internationale zone, precies moest aanhouden, en wat er met de zone zou gebeuren eens de taak van de-industrialisering volledig volbracht was, was niet zo duidelijk. In de hele polemiek rond het naoorlogse Duitsland en het Morgenthauplan doken wel ideeën op voor het creëren van een derde opvolgstaat. Ook de aanhechting van stukken grondgebied bij Nederland, dat in 1945-49 aanspraken maakte op stukken noordwest-Duitsland, behoorde tot de scenario’s.

Opvallend is dat het plan expliciet tegen financiële herstelbetalingen was. In de plaats van betalingen in geld zouden er herstelbetalingen in natura komen. “(De betaling van het astronomische herstelbedrag van een miljard dollar dat Frankrijk in 1871 opgelegd kreeg na de nederlaag tijdens de Frans-Pruisische oorlog) (…) verzwakte Frankrijk toen niet in het minst”, zo luidde de motivering in Morgenthau’s boek. “Het was tegen 1873 contant afbetaald en het land was economisch gezien in betere staat dan voordien omwille van de inspanning die het daarvoor moest doen.”

Vertrekkensklare cargotrein in de buurt van Leipzig met onderdelen en grondstoffen van een Duitse chemie- en filmfabriek die naar sovjet-Oekraïne worden overgebracht, najaar 1946. Tussen 1945 en 1952 werden in de verschillende bezettingszones als herstelbetaling talrijke fabrieken en industriële installaties gedemonteerd en op transport gezet naar voormalige bezette landen en vooral de Sovjet-Unie (maker onbekend).
Vertrekkensklare cargotrein in de buurt van Leipzig met onderdelen en grondstoffen van een Duitse chemie- en filmfabriek die naar sovjet-Oekraïne worden overgebracht, najaar 1946. Tussen 1945 en 1952 werden in de verschillende bezettingszones als herstelbetaling talrijke fabrieken en industriële installaties gedemonteerd en op transport gezet naar voormalige bezette landen en vooral de Sovjet-Unie (maker onbekend).

“Hetzelfde gebeurde met de herstelbetalingen die Duitsland na de Eerste Wereldoorlog kreeg opgelegd. We hebben gezien tot wat dat heeft geleid. (…) Het moest zijn industrie en handel uitbreiden. (…) Herstelbetalingen in natura hebben tevens de neiging om de bedragen redelijker te houden, want staatslieden zijn realistischer over goederen dan over geld.”

Geen geldoverdrachten dus. Maar ontmantelde fabrieken en -infrastructuur en geconfisqueerde uitrusting, machinerie en voertuigen zouden verscheept worden naar landen die bezet waren geweest en zelf met hun heropbouw bezig waren. En Duitse krijsgevangenen en opgevorderde burgers zouden ingezet worden in de heropbouw van de kort voordien bezette landen.

Brandstof voor nazipropaganda

Op 21 september 1944 lekte de inhoud van de Morgenthau-nota naar de Amerikaanse pers. Zowel in beleidskringen als in de publieke opinie deed het heel wat stof opwaaien. Wie ook gretig op de zaak sprong waren de nazipropagandisten van Joseph Goebbels. Voor hen was het Morgenthauplan immers het ultieme bewijs dat de joden ‒ zowel Morgenthau als White waren joods ‒ en de Amerikanen die ze voor hun kar hadden gespannen een genocide op het Duitse volk beraamden en Duitsland met de grond gelijk wilden maken om het te herleiden tot één groot wingewest. Morgenthau’s nota werd in de nationaalsocialistische propaganda in één adem vermeld met een geruchtmakend essay uit 1941 van de joods-Amerikaanse publicist en ‘vredesactivist’ Theodore Kaufman.

‘’Veertig miljoen Duitsers teveel’.
‘’Veertig miljoen Duitsers teveel’. Roosevelt en Churchill maken zich in Québec joods genocideplan eigen.‘ Fragment uit de voorpagina van het nazidagblad Völkischer Beobachter na het uitlekken van het Morgenthauplan in het najaar van 1944. Bron: Sammlung Kellerhof, via Die Welt, 6 november 2021 https://www.welt.de/geschichte/zweiter-weltkrieg/article233563802/Deindustrialisierung-Was-hinter-dem-Morgenthau-Plan-wirklich-steckte.html
Daarin pleitte Kaufman onder meer voor het en masse steriliseren van de Duitse bevolking zodat ze in twee generaties zou uitsterven en er een ‘duurzame wereldvrede’ kon komen. Heel wat joden namen het Kaufman erg kwalijk dat de nazi’s zich met zijn stunt geen beter antisemitisch propagandamateriaal konden dromen. De propagandistische recuperatie van zowel het Kaufmanpamflet en het Morgenthauplan, en de schrik om na de oorlog zèlf te moeten ondergaan wat de nazihiërarchie voor het oosten van Europa zoal in petto had, verklaart, deels tenminste, waarom men in Duitsland tot het bittere einde bleef vechten.

Het Morgenthauplan, dat een criticus ‘een ware Carthago-vrede’ noemde naar analogie met de Fenicische stadsstaat die door de Romeinen in 149 v.Chr. zo grondig was verwoest dat ze zich nooit meer herstelde, kreeg echter heel wat tegenwind. Zo zou de uitvoering ervan en het verdwijnen van Duitslands industrie en technologisch-wetenschappelijke capaciteit een klap zijn voor de industriële kracht van gans Europa. Morgenthau en White waren er echter gerust op dat het gat snel opgevuld zou raken door de hernieuwde industriële capaciteit van Groot-Brittannië, België, Luxemburg en uiteraard de territoriaal substantieel uitgebreide staten Frankrijk en Polen.

Recept voor chaos

In het najaar van 1945 concludeerde een Amerikaanse onderzoeksmissie dat door het herleiden van Duitsland tot een agrarisch-pastorale economie tot 25 miljoen Duitsers riskeerden te verhongeren of ongeorganiseerd zouden gaan emigreren, dat de voorgestelde opvolgstaten van meet af aan gefaalde staten gingen zijn, en er dus nog meer chaos in Europa ging komen. Ook al was de Duitse bevolking in dag-na-dag-overlevingsmodus, gedemoraliseerd en moreel gediscrediteerd, het is weinig waarschijnlijk dat ze de complete afbraak van haar land, het uitwissen van de industrie en de sociale gevolgen gedwee zou ondergaan. Ook de Amerikaanse opperbevelhebber in bezet-Duitsland, generaal Lucius Clay, was die mening toegedaan.

Morgenthau’s naaste medewerker, de economist Harry Dexter White
Morgenthau’s naaste medewerker, de economist Harry Dexter White (1892-1948) die wel eens beschouwd wordt als de eigenlijke bedenker van het Morgenthauplan. White, die ook een rol speelde in de oprichting van het Internationaal Monetair Fonds, kwam in 1945 in opspraak toen hij werd beschuldigd dat hij heimelijk het communisme aanhing en voor de Sovjet-Unie spioneerde. Uit later archiefonderzoek in de jaren 1990 bleek dat dit laatste wel degelijk het geval was. Bron: Library of Congress https://www.loc.gov/pictures/item/2016875797/
De westerse geallieerden gingen in hun bezettingszones ongetwijfeld te maken krijgen met grootschalig sociaal oproer waar de communisten munt uit zouden kunnen slaan. Misschien was dat zelfs ergens de bedoeling. In november 1945 verklaarde een naar de VS overgelopen sovjet-spion dat Morgenthau’s adviseur Harry White, wellicht de eigenlijke bedenker en opsteller van het Morgenthauplan, spioneerde voor de Sovjet-Unie. Uit later archiefonderzoek in de jaren 1990 bleek dat dit wel degelijk het geval was, en dat White, die ironisch genoeg nauw betrokken was bij de oprichting van erg kapitalistische instellingen als het IMF en de Wereldbank, er heimelijk communistische sympathieën op na hield.

Had hij zijn baas ideeën ingefluisterd die in de lijn lagen van wat Jozef Stalin en de NKVD ̶ de geheime dienst van de Sovjet-Unie ̶ van plan waren in het naoorlogse Duitsland? Er bestaat ook controverse rond hoe Morgenthau zelf stond tegenover de mogelijke dramatische humanitaire gevolgen van zijn voorstellen, en vooral van het drastisch terugdraaien van het ontwikkelingsniveau van het naoorlogse Duitsland. Volgens sommigen was hij zich daar binnenskamers van bewust maar vond hij cynisch dat dat nu eenmaal de prijs was voor duurzame vrede. Volgens anderen streefde hij een positieve utopie na die was gebaseerd op een idealistisch beeld van landbouwsamenlevingen en geloofde hij oprecht dat het zou werken.

‘Wij willen kolen, wij willen brood!’ Demonstratie in Krefeld tijdens de hongerwinter van 1946-47.
‘Wij willen kolen, wij willen brood!’ Demonstratie in Krefeld tijdens de hongerwinter van 1946-47. Tegenstanders van het Morgenthauplan vreesden dat een louter agrarische economie onmogelijk in staat zou zijn om de omvangrijke Duitse bevolking te voeden en dat de Geallieerde bezetters in de Duitse gebieden weldra maken zouden krijgen met grootschalig oproer en anarchie. Bron: Bundesarchiv, Bild 183-B0527-0001-753 / CC-BY-SA 3.0

De Duitse ruimte van 1946 met zijn 64,26 miljoen inwoners en nog eens 9,6 miljoen Duitse vluchtelingen uit het oosten van het gevallen rijk en uit oostelijk Europa vielen inderdaad niet te vergelijken met de dun bevolkte agrarische binnenlanden van de VS die Morgenthau goed kende door het werk dat hij deed voor hij federaal minister werd. In maart 1947 werd het Morgenthauplan definitief afgevoerd. Henry Morgenthau’s politieke loopbaan was in 1945 eigenlijk al afgelopen. Tot aan zijn overlijden begin 1967 legde hij zich toe op filantropie en werkte hij nog als financieel adviseur voor Israël. Harry White, die na de spionage-aantijgingen ontslag had moeten nemen bij het IMF en het federale financiënministerie, overleed aan een hartinfarct in 1948.

Marshall in plaats van Morgenthau

Duitsland en de geallieerde bezettingszones die waren vastgelegd op de Conferentie van Potsdam werden in 1949 uiteindelijk gereorganiseerd in twee opvolgstaten: geen noordelijke en zuidelijke, maar West- en Oost-Duitsland. En in de plaats van Morgenthau’s afbraakplan kwam het Marshallplan dat de industriële capaciteit van (West-)Duitsland juist wel wilde heropbouwen. Ook Oost-Duitsland behield uiteindelijk een industriële basis, omdat de sovjet-bezetter besloot om er een socialistische staat op te richten die een ‘tegenmodel’ moest vormen voor het kapitalistisch-prowesterse West-Duitsland.

'Berlijns noodprogramma met Marshallplan-hulp. Heropbouwactiviteiten in West-Berlijn op het einde van de jaren 1940
‘Berlijns noodprogramma met Marshallplan-hulp. Heropbouwactiviteiten in West-Berlijn op het einde van de jaren 1940 (publiek domein).
Toch vinden we in de uiteindelijke behandeling van het naoorlogse Duitsland een aantal punten en voorstellen uit het Morgenthauplan terug. Zo gingen Silezië en delen van Oost-Pruisen naar Polen en het resterende Oost-Pruisen ging naar de Sovjet-Unie als de regio Kaliningrad. Tussen 1945 en 1952 werden duizenden fabrieken en installaties gedemonteerd en als herstelbetaling naar Frankrijk en vooral naar de Sovjet-Unie overgebracht. In de westelijke bezettingszones ging het om bijna 670 bedrijven tussen 1948 en 1951.

In de sovjet-zone werden tussen 1945 en 1952 zo’n 3.400 bedrijven gedemonteerd, zowat 30 procent van de industriële capaciteit van het gebied in 1944. Ook Morgenthau’s voorstel ‒ dat overigens niet uitsluitend zijn idee was ‒ om Duitsers dwangarbeid te laten verrichten in de puinruiming en heropbouw, de mijnbouw, landbouw en de industrieën in landen die waren bezet en oorlogsschade geleden hadden werd uiteindelijk wel uitgevoerd. In 1947 waren in Frankrijk, Groot-Brittannië, België, Denemarken en de Sovjet-Unie nog zo’n vier miljoen Duitse krijgsgevangenen tewerkgesteld. De laatste Duitse krijgsgevangenen-dwangarbeiders in de Sovjet-Unie keerden pas terug in 1956.

Bronnen

– De tekst van Henry Morgenthau’s boek Germany is our problem. A plan for Germany uit 1945 kan hier worden geraadpleegd: https://www.almendron.com/tribuna/wp-content/uploads/2015/04/henry-morgenthau-germany-is-our-problem-1945.pdf
– John L. Chase. “The development of the Morgenthau Plan through the Quebec conference”. The Journal of Politics. 16 (2), pp. 324-359
– H.G. Gelber. “Der Morgenthau-Plan”. Viertelsjahrhefte für Zeitgeschichte 13 (4), 1965, pp. 372-402 https://www.ifz-muenchen.de/heftarchiv/1965_4_2_gelber.pdf
– Andreas Grau, Markus Würz. “Doppelte Staatsgründung – Demontagen”. Lebendiges Museum Online, Stiftung Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland, 2013. https://www.hdg.de/lemo/kapitel/nachkriegsjahre/doppelte-staatsgruendung/demontagen.html
– Bàrbara Molas Gregorio. “The Morgenthau Plan (1945-1947)”. Onuitgegeven masterpaper, Universitat Pompeu Fabra, 25 p.
– Logan W. Ray. “The agrarian road to peace: Henry Morgenthau’s post-war planning for Germany”. Armstrong Undergraduate Journal of History. 12(1), 2022, artikel 6. https://digitalcommons.georgiasouthern.edu/cgi/viewcontent.cgi?article=1166&context=aujh
– Wolfgang Schlauch. “American policy towards Germany, 1945”. Journal of Contemporary History , 5(4), 1970, pp. 113-128.
×