Carbidschieten: een korte geschiedenis

2 minuten leestijd
Carbidschieten (CC BY-SA 3.0 - Jjdez)
Carbidschieten (CC BY-SA 3.0 - Jjdez)

Rond Oud en Nieuw wordt er op veel plekken in Nederland – naast het afsteken van vuurwerk en het ‘slepen’ (het meenemen van alles wat los en vast zit) – met carbid geschoten. Vaak gebeurt dit met een stalen melkbus, maar er worden ook regelmatig giertanks of cementmolens ingezet voor deze klus. Waar komt de traditie van carbidschieten vandaan? En hoe oud is het carbidschieten eigenlijk?

Bij het carbidschieten wordt vaak een melkbus gebruikt (CC BY 2.5 - Quistnix - wiki)
Bij het carbidschieten wordt vaak een melkbus gebruikt (CC BY 2.5 – Quistnix – wiki)
Carbidschieten gebeurt met name veel in provincies als Drenthe, Groningen, Friesland, Overijssel en Gelderland. Maar ook in België – waar het gebruik carbuurschieten heet – en in het zuiden van Nederland is carbidschieten een gebruik. Alternatieve benamingen voor carbidschieten zijn melkbusschieten, losschieten of pulleschieten.

Carbid, ook wel calciumcarbide genoemd, is een chemische verbinding van calcium en koolstof. Bij het schieten worden er vrij grote stukken carbid in een melkbus of blikje gedaan. Er wordt water of spuug over carbid gedaan, waardoor een gas, ethyn genoemd, vrijkomt. Als er bij de juiste hoeveelheid gas een vuurtje bij de opening in de melkbus of het blikje wordt gebracht, knalt het deksel een eind weg. De knallen die hierbij zijn te horen, zijn gigantisch en kunnen oplopen tot wel 110 decibel.

Oorsprong van het carbidschieten

Het is mogelijk dat de traditie van carbidschieten – net als bijvoorbeeld de kerstboom – terug te voeren is op de Germaanse Tijd. Tijdens hun joelfeesten (midwinterfeesten) ontstaken de Germaanse grote vuren. Natuurlijk bestond carbid toen nog niet, maar het idee is hetzelfde: zorgen voor vuur en knallen om boze geesten te verjagen.

In onder meer Drenthe en rond de Overijsselse plaatsen Zwolle en Kampen (Brunnepe) wordt al vanaf het begin van de twintigste eeuw met carbid geschoten. Carbid schieten was toen populair onder jongemannen, als een soort vorm van ‘burgerlijke ongehoorzaamheid’. De jeugd daagde er de veldwachter mee uit. Gelegenheden waarbij er geschoten werd, waren het einde van het jaar, maar ook bij huwelijken en andere feesten.

Vanaf het einde van de negentiende eeuw, in Nederland vanaf ongeveer 1895, werd carbid gebruikt als fietsverlichting of als lamp voor in auto’s: de carbidlamp of acetyleenlamp. Deze lamp werd in 1892 uitgevonden door de Amerikaan Thomas Leopold Willson. Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikte men carbid in de verlichting van fietsen. Ook tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 was de carbidlamp in gebruik om binnenshuis te kunnen verlichten.

Stukjes carbid (CC BY-SA 3.0 - Rasbak - wiki)
Stukjes carbid (CC BY-SA 3.0 – Rasbak – wiki)

In de decennia na de Tweede Wereldoorlog kwam de elektrische verlichting op en kwam er een einde aan de carbidlamp.

Ook gebruikten smeden carbid bij het lassen, tot het moment dat er flessen met acetyleengas beschikbaar kwamen. Verder gebruikt(e) men carbid om mollengangen mee uit te roken. Door de vorming van het ethyngas slaan de mollen op de vlucht.

Immaterieel erfgoed

Het schieten met carbid kwam op 27 juni 2014 als ‘Carbidschieten in Drenthe’ terecht op de een lijst van vijftig Nederlandse tradities, bekend als de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland. Op deze lijst tradities staan verder bijvoorbeeld feesten als Sinterklaas en Sint-Maarten, de Friese sport fierljeppen, Koningsdag, Allerzielen, het Paasvuur van Espelo, het Alkmaars Ontzet en de Groninger eierbal.

Bronnen â–¼

0
Reageren?x
×