Dark
Light

Had-je-me-maar – Zwerver in de Amsterdamse gemeenteraad

Werd gearresteerd kort voordat hij zitting kon nemen
5 minuten leestijd
Afbeelding van Had-je-me-maar in De nieuwe Limburger van 02 juni 1961
Afbeelding van Had-je-me-maar in De nieuwe Limburger van 02 juni 1961 (Delpher)

Onder de bijnaam ‘Had-je-me-maar’ (ook wel gespeld als Hadt-je-me-maar, Hadjememaar of Hadden-jullie-me-maar) slaagde een bekende Amsterdamse zwerver er in 1921 in om verkozen te worden in de Amsterdamse gemeenteraad. Wie was deze bijzondere man, die wel de ‘grijsaard met het sigarenkistje’ genoemd werd? En hoe kreeg hij het voor elkaar om voldoende stemmen te bemachtigen om tot gemeenteraadslid verkozen te worden? Een korte biografie van Cornelis de Gelder (1856-1931), de man die door het leven ging als Had-je-me-maar.

Deel van het Rembrandtplein in Amsterdam rond 1875
Deel van het Rembrandtplein in Amsterdam rond 1875 (Publiek Domein – wiki)
Nelis de Gelder past als excentrieke persoonlijkheid moeiteloos in een rijtje Amsterdammers die vanwege hun bijzondere gedrag, als bedelaar, zwerver of excentriekeling, bekendheid genoten in de stad. Andere bekende namen zijn Joden-Saar, Meijer de Rijmer, Lange Manus, Jan Misdruk, Feissie Bonenkakker, Jossie Hondemepper, Jan Poepenaatje, Lange Pier, Gerrit van ’t Spui, Mesjoggene Gans, Simon de Polletieker, Okkeloentje, Kees de Pijpendoorroker of – enkele decennia later, in de jaren 1960 – de provocerende antirookmagiër Jasper Grootveld.

Toen het nog goed ging met Nelis: jonge jaren

Cornelis de Gelder, zijn roepnaam was Nelis, werd op 22 november 1856 geboren in de Batavierstraat in Amsterdam. Over zijn jeugd is niet veel meer bekend dan dat hij in 1877, op 20-jarige leeftijd, trouwde met de zeven jaar oudere Ludiena Johanna Meijer. Verder weten we dat hij metselaar was, enige tijd gasfitter en bij tijd en wijle ook als acrobaat in een circus werkte. Zijn vouw overleed korte tijd later, waarbij Nelis met drie kinderen achterbleef. Nelis de Gelder hertrouwde hierna, maar ook zijn tweede vrouw stierf, eind jaren 1880. Hierna bleef hij achter met inmiddels vijf kinderen. Nelis hertrouwde in 1889 opnieuw, maar raakte in die tijd aan lager wal. Hij verwaarloosde, aldus een krantenbericht in Het Volk waarin zijn zoon aan het woord kwam, zijn kinderen.

Had-je-me-maar, 1921
Had-je-me-maar (1921)

Nelis raakte verslaafd aan alcohol en belandde als zwerver op straat. Hij hing met name rond bij het Rembrandtplein en verdiende zijn geld daar als straatmuzikant. Hij speelde bij de terrasjes liedjes, slaakte kreten uit en deed vreemde dansjes om het uitgaanspubliek te vermaken. Het weinige geld dat Nelis hiermee opstreek, ging op aan de goedkoopste drankvariant van die tijd: spiritus.

In de eerste decennia van de twintigste eeuw werd Nelis een bekende Amsterdamse straatzwerver. En decennia later herinnerden Amsterdammers zich de figuur Nelis nog precies. Zo sprak het geschiedenisprogramma Andere Tijden in 2002 Hermien Swaanswijk, die toen jong was. Zij vertelde:

“Als wij ‘Had-je-me-maar’ zagen, renden wij altijd met een groep kinderen naar hem toe. Ik vond het prachtig om hem te zien. Hij stond voorover gebogen met een sigarenkistje in zijn hand. Er zaten elastiekjes rond het sigarenkistje waar hij op tokkelde alsof het een snaarinstrument was en dan maakte hij er nog een soort dansje bij. Ik vond het als kind een hele interessante man.”

In 1916 vroeg de Amsterdamse artiest Louis Davids aan Nelis de Gelder om diens nieuwe revue te promoten. Hiervoor zong Nelis op straat het liedje ‘Had je me maar’, dat al snel gebruikt werd als zijn bijnaam. Een bekende tekstpassage uit dit lied luidde…

“…Had je me maar, met een knakie erbij; Had je me maar, met een lokkie opzij; Had je me maar, wat je hoort en wat je ziet… Ik wil wel met je vrijen, maar mijn centen krijg je niet!”

Toen Nelis in 1919, een jaar na de Eerste Wereldoorlog, door een ontwrichte knie in het ziekenhuis belandde, stond dat de dag erna in diverse Amsterdamse kranten. Maar twee jaar later zou Nelis pas echt aan de weg gaan timmeren qua bekendheid, toen hij werd gekozen tot gemeenteraadslid tijdens de Amsterdamse gemeenteraadsverkiezingen.

Had-je-me-maar wordt verkozen in de gemeenteraad

In het voorjaar van 1921 werd bekendgemaakt dat Hadt-je-me-maar de politiek inging, als vertegenwoordiger van de begin maart 1921 ontstane Rapaille-Partij. De naam van deze partij was een verwijzing naar de christelijk-historische periodiek De Nederlander, die Hadjememaar en zijn trawnante en programma als met het scheldwoord ‘rapaille’ (schorem, gajes, tuig) had aangeduid. Op 12 maart 1921 zette Had-je-me-maar een kruisje als zijnde zijn handtekening, waarmee hij het kandidaatschap aanvaardde van de anarchistisch-socialistisch stadspartij de Rapaille-Partij (die hem gevraagd had als kandidaat gemeenteraadslid aan te treden), ook bekend als de Vrije Socialistische Groep of Sociaal-Anarchistische Actie in Nederland. Meteen daarna stond Nelis bij het Amsterdamse stadhuis de verzamelde pers te woord. Hij ging in op een aantal speerpunten van zijn partij, namelijk goedkopere sterke drank, lagere broodprijzen en een reductie op de vetprijs. En daarnaast was de partij voor vrij en gratis vissen in het Vondelpark. Ook diende het openbare toilet dat op het Rembrandtplein stond verwijderd te worden, zo zei Had-je-me-maar:

“Die inrichting voor het algemeen nut (=urinoir) op het Rembrandtplein moet weg, want daar stoot ieder fatsoenlijk mens zijn neus an…”

Qua verkiezingspunten was dit het wel. De partij was namelijk puur bedoeld als grap, om de stemplicht en het parlementaire stelsel op de hak te nemen. Er verscheen op 8 april 1921 – minder dan drie weken voor de gemeenteraadsverkiezingen – nog een speciale promotiefilm over de ‘grootse’ plannen die Hadjememaar met zijn Rapaille-Partij in zijn hoofd had.

Op 27 april 1921 vonden de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Lijst 17, de Rapaille-Partij, behaalde bijna 14.300 stemmen en belandde met liefst twee zetels in de gemeenteraad. Deze zouden worden ingevuld door Cornelis de Gelder en zijn partijgenoot Hubertus Zuurbier, die een groot bewonderaar van Ferdinand Domela Nieuwenhuis was.

Naar het sanatorium in plaats van naar het stadhuis

Het liep anders dan Had-je-me-maar en zijn partij hadden gehoopt. Enkele dagen voor de verkiezingen had de politie Nelis opgepakt wegens dronkenschap. Nelis was altijd dronken, dus hem oppakken kon ook op elk moment. De arrestatie was een doelbewuste actie, omdat het stadsbestuur had gezien hoe populair Had-je-me-maar was onder de stadsbevolking.

Bron: Algemeen Handelsblad, 1 december 1931, Delpher
Bron: Algemeen Handelsblad, 1 december 1931, Delpher
Had-je-me-maar werd veroordeeld, nog voor hij in de gemeenteraad zitting kon nemen, en moest naar Veenhuizen om af te kicken in een ontwenningskliek. Zijn zetel moest hij afstaan aan een andere partijgenoot. Het sanatorium had een positief effect op Nelis de Gelder. Toen hij terugkeerde in Amsterdam kreeg hij een door de gemeente gesponsord logement ter beschikking. In elk geval in juni 1927 was Hadjememaar, aldus de periodiek De Waarheid op Delpher, nog steeds van de drank af.

De Rapaille-partij deed overigens op 5 juli 1922 mee aan de Tweede Kamer-verkiezingen. Lijsttrekker was toen de cabaretier Klaas Driehuis (1871-1926). Op verkiezingsbijeenkomsten droeg hij het programma van de partij voor in liedvorm. Er werd met zo’n 11.500 stemmen geen zetel behaald. In 1925 behaalde de partij nog wel een gemeenteraadszetel in Rotterdam, maar daarna gingen de ‘Rapaljanen’ snel ter ziele.

Overlijden van Had-je-me-maar

Eind november 1931 raakte Had-je-me-maar betrokken bij een aanrijding. Toen hij bij het Leidse Bos, een plantsoen in Amsterdam-West, de straat overstak, reed een auto hem aan. Enkele dagen later, op 31 november, overleed hij op 75-jarige leeftijd in het Binnengasthuis aan de verwondingen die hij had opgelopen.

Boek: Ode aan het klootjesvolk – Coos Huijsen

Bronnen

Internet
-https://www.anderetijden.nl/aflevering/557/Hadjememaar
-https://www.ensie.nl/betekenis/had-je-me-maar
-https://www.eyefilm.nl/collectie/filmgeschiedenis/film/de-droom-van-hadt-je-me-maar
-http://www.dezuidkanter.nl/historie/222-had-je-me-maar
-https://www.vpro.nl/programmas/hotel-schiller/items/hadjememaar.html
-https://www.joodsamsterdam.nl/sjnorrers-en-andere-bedelaars/
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Had-je-me-maar

Enne Koops (1978-2023) was historicus en docent geschiedenis en maatschappijleer aan het Rietschans College in Ermelo. Zijn interesse ging uit naar onderwerpen als religie- en cultuurgeschiedenis, oorlogen, migratie, en de geschiedenis van Noord-Amerika, Nederland en Duitsland. Publiceerde vele artikelen op Historiek. Zie ook: In memoriam

Historiek is een onafhankelijk online geschiedenismagazine voor een breed publiek. We willen geschiedenis en actualiteit met elkaar verbinden en geschiedenisverhalen gratis toegankelijk maken. Meer informatie

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 50.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:

Gratis nieuwsbrief

Meld u aan voor onze wekelijkse nieuwsbrief (51.015 actieve abonnees)


Donateurs ondersteunen ons project en dragen direct bij aan de uitbreiding van ons archief.

Meer informatie

×