In het Normandische plaatsje Allouville-Bellefosse is een heel bijzonder kapelletje te vinden. Of eigenlijk zijn het er twee. De gebedshuisjes zijn weggewerkt in een ongeveer duizend jaar oude zomereik, naar verluidt de oudste van Frankrijk.

Om de beroemde boom, die op sommige plekken al is afgestorven, overeind te houden heeft men rondom in de loop der tijd enkele grote palen geplaatst, die extra ondersteuning moeten bieden. En op enkele plekken waar de schors is verdwenen zijn een soort dakpannen neergelegd.
Volgens een legende werd de eik geplant in het jaar 911, ter gelegenheid van de geboorte van Normandië. Dat is waarschijnlijk later echter zo bedacht. Onderzoekers gaan er tegenwoordig van uit dat de eik de negende eeuw dateert.

De lokale geestelijke Jacques Delalande du Détroit meende in de zeventiende eeuw dat sprake was geweest van een goddelijke ingreep. De bliksem had de boom met een reden getroffen. De abt kwam toen op het idee in de holle ruimte een klein kapelletje te bouwen, gewijd aan de Maagd Maria. Later werden ook de bovenste kapel en de trap toegevoegd.
Tempel van de Rede
Ten tijde van de Terreur, een bloedige periode in de Franse Revolutie, dreigde de boom vernietigd te worden. Boze dorpelingen zagen in de eik een symbool van het oude landsbestuur. Volgens een lokaal verhaal was het alleen te danken aan de dorpsonderwijzer dat de boom niet werd omgehakt. Om de woede van de opstandelingen te temperen besloot de onderwijzer de eik om te dopen tot Tempel van de Rede, een naam die meer aansloot bij de uitgangspunten van de revolutionairen. De woede bekoelde hierna en de boom bleef staan. Dit aardige verhaal werd rond de Eerste Wereldoorlog voor het eerst opgetekend. Of de geschiedenis op waarheid berust is onduidelijk.

