Vestingbouw ter verdediging tegen een vijand is een principe dat tot ver in de geschiedenis teruggaat, met als bekendste voorbeeld waarschijnlijk de middeleeuwse burcht. Ook in een niet zo ver verleden werd dit principe nog toegepast. De vele bunkers die we vandaag terugvinden langsheen het kustlandschap doen ons herinneren aan de Tweede Wereldoorlog. Hierbij behoort de Atlantikwall ongetwijfeld tot Ć©Ć©n van de meest in het oog springende relieken van de bouwdrift van de naziās.
De alomtegenwoordigheid van de herinnering aan deze Atlantikwall staat echter in schril contrast met de onbekendheid van de ideeƫn die er ooit voor zorgden dat een dergelijk bouwwerk het licht zag. In deze bijdrage ga ik dan ook op zoek naar het idee achter de bouw van een Atlantische muur. Aan de hand van het Vlaamse onderdeel van de Atlantikwall zal ik nagaan hoe de kustverdediging veranderde doorheen het oorlogsgebeuren.
De evolutie van de kustverdediging langs de Vlaamse kust valt voor de Tweede Wereldoorlog grofweg op te delen in twee grote perioden. De periode voor de Atlantikwall, tot maart 1942 en de periode na de bouw van deze Atlantische muur. Bij de evolutie en uitbouw van de kustverdediging werd de logica gehanteerd dat, als de kwaliteit en het aantal aanwezige troepen daalde, de kustverdediging des te sterker moest zijn.(1) Dit idee van verdediging aan de hand van verdedigingsmuren werd ook op andere plaatsen toegepast. Naast de befaamde Atlantikwall bouwden de Duitsers de Ostwall (aan de grens met Polen), de Westwall (aan de grens met Frankrijk en BelgiĆ«) en de SĆ¼dwall (langs de Middellandse Zee).(2)
Het omslagmoment voor de kustverdediging, en zo de aanvang van de bouw van de Atlantikwall, was maart 1942. Op dat moment werd immers beslist dat de West- en Noord Europese kusten enkel veiliggesteld konden worden tegen een mogelijke geallieerde aanval door een neue Westwall. Een ondoordringbare gordel van bunkers, waarop de vijand zichzelf klem zou rijden. De Atlantische muur zag het levenslicht.
De storm en het bouwen van de dijk
Voor de bouw van de Atlantikwall bestond de Belgische kustverdediging vooral uit een aantal veldversterkingen en lichte betonnen constructies in Zeebrugge, Oostende en Nieuwpoort. Hitler plande immers een aanval op Engeland (operatie Seelƶwe) en van een meer defensief beleid was bijgevolg weinig sprake. Bij operatie Zeeleeuw was het de bedoeling dat de Britse luchtmacht vernietigd werd (in the battle of Britain), zodat vervolgens de Duitse luchtmacht de veel krachtiger Britse marine op een afstand kon houden bij een Duitse landing op het eiland. Om deze plannen waar te maken was de oprichting van een landingsvloot van Frankrijk tot Nederland nodig. De nodige verdedigingswerken dienden dan ook vooral ter bescherming van de schepen die deze landing mogelijk moesten maken. De Duitse troepen die aan de verovering van het Westen hadden deelgenomen, werden in staat van paraatheid gehouden om de aanval op Engeland te kunnen inzetten.(3) Voor de aankomende luchtslag om Engeland was de aanleg van vliegvelden langs de Belgische kust nodig. De Luftwaffe deed hiervoor vanaf de zomer van 1940 beroep op de Organisation Todt, het aannemersbedrijf van het Duitse Rijk genoemd naar de oprichter Fritz Todt. Deze organisatie zou in de loop van oorlog uitgroeien tot de grootste bouwheer van de Atlantikwall. In deze fase van de oorlog was Duitsland in het offensief en dit vertaalde zich duidelijk naar het ontbreken van de nood aan een sterke kustverdediging. Duitsland deelde immers nog steeds de lakens uit.
Na de Battle of Britain werd het duidelijk dat een verdere aanval op Engeland uitgesteld zou worden, de Luftwaffe was er immers niet in geslaagd de Britse luchtmacht uit te schakelen. Een mogelijke tegenaanval van over het Kanaal werd zelfs een mogelijkheid. Zodoende werden de West-Europese verdedigingswerken vanaf 1941 verder uitgebouwd. Militair strategische plaatsen zoals havensteden werden sterker verdedigd. Ook werden kustbatterijen gebouwd. Direct na de slag om Engeland ging het echter nog steeds om open betonnen of bakstenen stellingen waarin het geschut geplaatst werd. Gezien het Duitse overwicht in de lucht aan het westelijk front werd niet gevreesd voor een grootschalige aanval.(4)
De echte ommekeer in de kustverdedigingslogica kwam toen het Oostfront meer en meer troepen begon te eisen, vanaf september – oktober 1941. Operatie Barbarossa was immers volop aan de gang en aangezien de Duitse troepen vielen als vliegen waren steeds meer manschappen van het westelijk front nodig.(5) De achtergebleven divisies bestonden vooral uit oudere en jonge onervaren soldaten. Gezien de gevolgde logica waren dus sterkere stellingen nodig. Het oorlogsverloop op land had zijn gevolgen voor de situatie aan de kust. Op 14 december 1941 werd dan ook door het Oberkommando der Wehrmacht (O.K.W.) het āErweiter befehl fĆ¼r den Ausbau der KanalkĆ¼ste zum Neuen Westwallā gegeven.(6) December 1941 was niet alleen het keerpunt in de Duitse visie op kustverdediging, maar wordt ook gezien als het meest fundamentele keerpunt van de Tweede Wereldoorlog.
Een Atlantische muur?
Het definitieve plan voor de Atlantikwall kwam er tegen augustus 1942. Er werd opdracht gegeven voor de bouw van 15.000 bunkers om de 300.000 manschappen nodig voor de kustverdediging in onder te brengen. Het einddoel moest een ononderbroken lijn worden die een invasie kon tegenhouden en manschappen en geschut veilig kon stellen. Het Duitse concept van een bunkergordel ter verdediging was gebaseerd op het idee dat een vijandelijke aanval gefragmenteerd moest worden. Terwijl de vijand bezig was verschillende aanvallen tegelijk af te slaan, was er tijd om een tegenaanval voor te bereiden door de troepen achter de linie. Elke batterij in de verdediging moest in staat worden gesteld om minstens 60 dagen te kunnen functioneren zonder hulp van buitenaf inzake voorzieningen en voorraden.(7) Voor de uitbouw van deze werken zou de Organisation Todt zich vanaf 1943 opwerpen tot de bouwmeester bij uitstek. Voor het Westen werden deze werken uitgevoerd door de O.T. Einsatzgruppe West.
Bijgevoegde grafiek geeft een beeld van de werkzaamheden van deze Einsatzgruppe West. Hierbij valt op dat er bij aanvang van de oorlog vooral voor de Luftwaffe gewerkt werd. We zien vanaf maart 1942 een duidelijk stijgende trend in de bouwactiviteiten, met een hoogtepunt rond 1943. Dit kan verklaard worden door de bouw van de Atlantikwall. We zien immers ook dat er na de landing in Normandiƫ een abrupt einde komt aan de bedrijvigheid.(8)
Zwanenzang van de Belgische kustverdediging en einde van de Atlantikwall
De Atlantikwall onderging eind 1943-begin 1944 een laatste korte gedaanteverwisseling na de inspecties van Generaal veldmaarschalk Erwin Rommel aan de Europese stranden. De voormalige āwoestijnvosā was nu aangesteld als algemeen inspecteur van versterkingen in het westen en hechte aanzienlijk meer belang aan de Freie kĆ¼sten dan Von RĆ¼ndstedt deed.(9) De āSlag om Europaā zou voor Rommel op de kusten uitgevochten worden en niet in de zwaarbewapende havens. Het kustgebied moest dan ook kost wat kost voorzien worden van talrijke obstakels en mijnenvelden. Verder in het binnenland was het nodig om velden onder water te zetten en de zogenaamde Rommelasperges te plaatsen.(10)
Om een idee te hebben van de omvang van de werken citeer ik een stuk uit het boek van Meyers en Selleslagh:
āDe ganse kust is versperd met prikkeldraad die voorzien is van toestelletjes die alarm maken wanneer ergens de draad werd doorgeknipt. Alle villaās op de Zeedijk zijn ondermijnd. Langs de hele lengte van de zeedijk zijn ondergrondse gangen gemetseld die met de villaās, met de gangen in de duinen alsook onderling met elkaar in verbinding staan. Deze gangen zijn bijna iedere 50 meter voorzien van gemetste schietstanden voor mitraillette of lichte DCA.ā (11)
Na de landing in NormandiĆ« op 6 juni 1944 kwam echter abrupt een einde aan het idee van een oninneembare vesting, toen deze verdedigingslijn bij de eerste grote beproeving doorbreken werd. De Atlantikwall had niet standgehouden en een ontruiming van de aanwezige troepen was nodig. Prioriteit was nu om de Duitse Westwall te verbeteren en Duitsland veilig te stellen voor de nakende geallieerde opmars. De aan de kust gelegen infanteriedivisies vertrokken vanaf augustus 1944, waarbij de kuststellingen vernietigd en onbruikbaar gemaakt werden.(12) De eens zo roemrijke en onneembare Atlantikwall begon aan een periode van verval. Het zou het begin van het einde blijken…
Bronnen ā¼
2 – F.Philipaert, D. Peeters en A. Van Geetruyen, De Atlantikwall. Van Willemstad tot de Somme, Tielt, Lannoo, 2004, p. 31.
3 – J.M. Pylyser, Kustvolk in de vuurlijn. Deel 3. De Atlantikwall (1942-1944), Middelkerke, Uitgeverij J.M.P.-Trends b.v.b.a, 2003, p.16.
4 – A.Van Geetruyen, De Atlantische muurĀ : Deel 1. De bouwheren, (BelgiĆ« onder de wapens, 17), Erpe, Uitgeverij De Krijger, 2000, p. 10.
5 – Operatie Barbarossa was de codenaam van de Duitse inval in Rusland die startte op 22 juni 1941
6 – A.Van Geetruyen, De Atlantische muurĀ : Deel 1. De bouwheren, (BelgiĆ« onder de wapens, 17), Erpe, Uitgeverij De Krijger, 2000, p. 13.
7 – F.Philipaert, D. Peeters en A. Van Geetruyen, De Atlantikwall. Van Willemstad tot de Somme, Tielt, Lannoo, 2004, p. 34.
8 – Afbeelding uit. G. Van Dingenen, De organisation TODT tijdens de Tweede Wereldoorlog in BelgiĆ« en Noord-Frankrijk, Gent (onuitgegeven licentiaatsverhandeling Universiteit Gent), 1986, p. 117. (promotor: H. Balthazar)
9 – Von RĆ¼ndtstedt was de opperbevelhebber in het westen en dus ook belast met het toezicht op de bouw van de Atlantische muur
10 – Dit zijn palen die aangebracht werden op velden om een luchtlanding tegen te gaan, al dan niet met een explosieve kop. Deze obstakels worden in de volksmond ook wel aangeduid als āpit en stakeā
11 – W.Meyers en F. Selleslagh, De vijand te lijfĀ : de Belgen in het verzet, Antwerpen, Helios, 1984, p. 34.
12 – H. Sakker en J.N. Houterman, Atlantikwall in Zeeland en Vlaanderen gedurende opbouw en strijd, 1942-1944, Rijswijk, Uitgeverij De Citadel, 2000, p. 41.