Het iconische schilderij De stier van Paulus Potter wordt volgend jaar onder toeziend oog van museumbezoekers gerestaureerd. Dat meldt het Mauritshuis in Den Haag waar het schilderij sinds de opening als museum in 1822 altijd te zien was.
In de negentiende eeuw, nog voordat het beroemde Meisje met de parel aan de collectie werd toegevoegd, was De stier voor veel mensen dé reden om een bezoek te brengen aan het Mauritshuis. Wat het schilderij uit 1647 volgens het museum zo bijzonder maakt is, dat Potter op zeer groot formaat zoiets gewoons als een stier, een boer en andere dieren weergaf. In de zeventiende eeuw werden normaal gesproken alleen Bijbelse en mythologische onderwerpen en royalty dusdanig groot afgebeeld.
Ondanks het formaat besteedde de schilder veel aandacht aan de kleine details, zoals een leeuwerik in de lucht, het zonlicht op de wei en de vliegen rond de rug van de stier. In latere eeuwen werd De stier een icoon van de Hollandse naturalistische schilderkunst.
Het grootste schilderij in de collectie van het Mauritshuis is vijftig jaar geleden voor het laatst onder handen genomen. Sindsdien hebben conserverings-, restauratie- en onderzoekstechnieken een enorme vlucht genomen. Tijdens het restauratieproject wordt ook uitgebreid onderzoek naar het schilderij gedaan en hoopt men nieuwe inzichten te verwerven in de schildertechniek en werkwijze van Paulus Potter.
Kleiner schilderij
Vermoedt wordt dat Potter op een kleiner schilderij aanvankelijk alleen de stier schilderde. Daarna zou hij het doek aan drie zijden hebben vergroot en werd de rest van de voorstelling toegevoegd. Onbekend is echter hoé hij dat deed. Het Mauritshuis:
De oorspronkelijk blauwe lucht is in de loop der eeuwen verkleurd en beschadigd, en is daarom in slechtere staat dan de rest van het schilderij. Deze beschadigingen zijn tijdens vele eerdere restauraties bedekt met overschilderingen. Doel van de restauratoren is niet alleen deze luchtpartij, maar ook het werk als geheel, tijdens hun werk zo dicht mogelijk terug te brengen naar hoe Potter het in 1647, toen het schilderij net af was, heeft bedoeld.
Voor het project verhuist het schilderij naar een andere zaal, die als atelier wordt ingericht voor het onderzoek en de restauratie. Het publiek kan door een glaswand bijna dagelijks de restauratoren aan het werk zien met hun wetenschappelijk apparatuur. Van eind maart tot eind mei vindt eerst onderzoek naar het schilderij plaats, waarna vanaf begin juni aan de eigenlijke restauratie wordt begonnen. De restauratie duurt waarschijnlijk tot het najaar van 2025.
Een Ierse stier
Tijdens voorbereidend onderzoek ontdekte restaurator Jolijn Schilder dat de National Gallery of Ireland (Dublin) een schilderij bezit dat gelinkt kan worden aan De stier. Potter schilderde ooit een groot schilderij (ca. 2.10 bij 1.70 meter) met een voorstelling van De Roof van Europa. Het ovale schilderij de Kop van een witte stier uit Dublin blijkt hier een fragment van te zijn. Een aanzienlijk deel van dat schilderij is verloren gegaan, alleen het fragment is nog over. De twee stieren zijn anders van kleur, maar de manier waarop de koppen zijn afgebeeld vertonen volgens de restaurator sterke overeenkomsten. Aangenomen wordt dat de ‘Ierse’ stier van grote waarde zal zijn voor het onderzoek naar de ‘Nederlandse’ stier. Beide schilderijen zijn tussen maart en mei 2024 in het Mauritshuis te bewonderen.