Dark
Light

De tergend trage vrouwenemancipatie in de 20ste eeuw

‘Is dit een grap of om te huilen?’
Auteur:
5 minuten leestijd
Maar het huishouden doen mochten vrouwen wel... (NARA)
Een huisvrouw bezig met de afwas, 1974

Met haar boek Het pauperparadijs boekte schrijfster en journaliste Suzanna Jansen in 2007 groot succes. Het verhaal over de lotgevallen van haar voorouders in de Drentse huizen van de Maatschappij van Weldadigheid is inmiddels toe aan de 68ste (!) druk. Haar nieuwe werk zou ook weleens kunnen aanslaan, want het kent een vergelijkbare opzet en de thematiek is onveranderd actueel. De omwenteling – of de eeuw van de vrouw laat zien hoe het Nederlandse vrouwen de afgelopen honderd jaar verging. Hoe ze te hoop liepen tegen achterstand en stelselmatige achterstelling. Eerst vaak vergeefs, maar uiteindelijk bleek hun roep niet te negeren. De ketenen van gewoonte, wet en geloof werden roestig, sleten en braken.

De omwenteling - Suzanna Jansen
De omwenteling – Suzanna Jansen
Jansen brengt die trage revolutie erg mooi in kaart. Ze put daarbij uit het leven van haar moeder, haar zussen en dat van haarzelf. Veel lezers zullen er hun eigen moeders, partners of zichzelf in herkennen. Niet dat alles in haar boek precies zo gebeurd is, want vaak beschrijft ze hoe ‘het zou kunnen zijn gegaan’. Maar ook de feitelijke ontwikkelingen komen aan bod. Opvallend mild en begripsvol is haar toon, misschien omdat vrouwenlevens eeuwenlang niet alleen beheerst werden door wetten, gewoonten en machthebbers, maar ook door het zelfbeeld van vrouwen. Voor moeder Betsy waren de beperkingen heel lang gewoon, zo stak de wereld in elkaar. Jansen zet haar moeder en zussen met veel liefde en subtiele humor neer. Geen onvertogen woord over Bets’ man Chris, die het misschien niet altijd meteen begrijpt, maar uiteindelijk altijd volgt. Sarcasme of boosheid ontbreken.

Bizar is het korset van regels voor vrouwen intussen wel. Hoe jonger de lezer, hoe meer deze zich zal afvragen: ‘Is dit een grap of om te huilen?’, naar Herman van Veens lied ‘Waar blijft de tijd’ uit 1968. Oudere lezers herinneren zich dat opofferingsgezinde leven nog wel, hun moeders schonken ranja of een kopje thee als ze van school kwamen, bestierden het huishouden, hanteerden op maandag-wasdag de wringer en op donderdag-versteldag naald, draad en vingerhoed. Buitenshuis werken was er niet bij. Dat vonden niet alleen kerk, kapitaal en kabinet, maar ook veel vrouwen. Er is, zo schreef de Sociaal Economische Raad (SER) in 1966, zoveel waardering voor de rol van de moeder in haar gezin dat haar vervanging “voor een kleiner of groter deel van de dag als onaanvaardbaar wordt afgewezen.” Haar moeder vond dat waarschijnlijk ook, aldus Jansen.

Waar blijft de tijd – Herman van Veen

Kantoor

Maar gelukkig was Betsy niet. Tegenover haar dochters kon ze met weemoed praten over haar tijd op ‘kantoor’. Daar werkte ze een kleine negen jaar voordat ze trouwde en haar baan moest opgeven. Ze hield van haar werk en van haar man, beide tegelijk was wettelijk onmogelijk. Op kantoor floreerde ze, reikte ze tot aan het plafond, al hoefde ze daarvoor niet erg te reiken. Betsy wist dat ‘haar maatschappelijke leven voorbij was’ toen ze trouwde. Haar wachtte de ‘levenslange sleur’, aldus Herman van Veens schrijnende lied. Bets zwaaide ’s ochtends haar man uit, waarna een lange, stille dag begon, met veel gemijmer over kantoor, collega’s en vroegere verantwoordelijkheden. Al gauw vulden de kindertjes de leegte. Het ontbreken van voorbehoedsmiddelen drukte vrouwen diep in hun rol van spil in grote gezinnen met als kerntaken: bevallen, koken, de was, verstelwerk en opvoeding en dat in een eindeloze repeteermodus.

“Al in 1955 schreef de Telegraaf over ‘huisvrouwenvermoeidheid’ want vrouwen hadden het zwaarder dan mannen en maakten veel meer uren.”

Betsy schikte zich in de vier k’s van ‘keuken, kleren, kinderen en kerken’ en probeerde er het beste van te maken. De man mocht dan het hoofd van het gezin zijn, ‘de vrouw was het ‘nekje’, en als dat draaide, dan draaide het hoofd mee’. En met man Chris had ze het getroffen, want die was meegaand en bereid om na zijn werk een handje toe te steken in de huishouding. Maar het gevoel dat dit toch niet alles kon zijn wat het leven te bieden had, sloeg onverwacht hard toe. Zoals Jansen mooi schrijft:

“Betsy die over de wastobbe gebogen stond, nauwelijks hersteld van de vorige zwangerschap, rugpijn, toeschietende melk, en de geur van de luierwas die haar doet kokhalzen. Soms schoot het door haar heen hoe rustig en eenvoudig het kantoorleven was geweest.”

Huisvrouwenvermoeidheid

Dat drukke leven van huisvrouw en moederschap, opgroeiende kinderen en daarna het lege nest, de elektrische apparaten die het huishouden toch wat verlichtten, dat alles maakte Betsy nerveus, wiebelig en stokongelukkig. En niet alleen haar. Al in 1955 schreef de Telegraaf over ‘huisvrouwenvermoeidheid’ want vrouwen hadden het zwaarder dan mannen en maakten veel meer uren. In 1963 lag Betsy overspannen in een rusthuis voor vrouwen van de Katholieke Arbeidersbond. De psychiater Kees Trimbos schreef een jaar eerder dat hij steeds vaker wat oudere vrouwen in zijn praktijk zag met geestelijke en lichamelijke klachten over hun ‘pietluttig en futiel’ bestaan. Vrouwen hadden, vond Trimbos, ‘bezigheden, een taak, een werkkring nodig’. Als aanvulling op hun rol in het gezin, maar allengs ook steeds vaker in de plaats van. Misschien moest de samenleving daarvoor maar op de kop en op de schop.

De Telegraaf over 'huisvrouwenvermoeidheid'
De Telegraaf over ‘huisvrouwenvermoeidheid’ – Delpher, 17 december 1955

Hoe dat proces van emancipatie vooral in de jaren zestig en zeventig een versnelling kreeg, dat verhaal is bij Jansen in goede handen, ze vertelt over veel (mij) onbekende stapjes op de lange weg naar emancipatie. In 1968 kwam de moderne Winkler Prins encyclopedie voor vrouwen uit met daarin onderwerpen als geboorteregeling, gehuwde werkende vrouw, ongehuwde moeder en overgangsjaren. In de gewone WP ontbrak dat kennelijk allemaal. Jansen sneert:

“Tussen de lemma’s maagdenvlies en macaroni vond ik maatschappelijke positie van de vrouw”.

Joke Smit in 1974
Joke Smit in 1974 (CC0 – Bert Verhoeff / Anefo – wiki)
Joke Smit zette met een goed gelezen essay getiteld Het onbehagen bij de vrouw die onvrede op de agenda, Dolle Mina’s haalden de buis met hun trefzekere gevoel voor thematiek en publiciteit. Vrouwen verenigden zich in vrouwenhuizen, VOS-cursussen (Vrouwen oriënteren zich op de Samenleving), de moedermavo’s en de zelfhulpgroepen. Die feministische golf spoelde uiteindelijk over de dijken. Betsy sloot zich aan bij een praatgroep voor vrouwen in de overgang en ontdekte dat ze met haar twijfels en onzekerheden niet alleen was. Het was voor haar een keerpunt en ze ontwikkelde alsnog een maatschappelijk leven. Hoe het de volgende generaties, zus Petra voorop, maar ook haar zussen en Sanne zelf verging, dat laten we hier buiten beschouwing.

(Geen) tijd meer voor geluk

Kortom, een meeslepend boek over een recent onderwerp dat toch steeds meer geschiedenis is. De lezer zal zich vaak verbazen over onwrikbare opvattingen van zo kortgeleden, over de rigoureuze rol van de katholieke kerk, waar dwarse bisschoppen in de jaren zestig onverhoeds toch openingen boden. Jansens verteltrant, haar mix van historische feiten en persoonlijke beleving, pakt daarbij heel goed uit. Haar boek biedt plek aan verre feministische voorlopers als Christine de Pisan (rond 1400) en Olympe de Gouge (tweede helft achttiende eeuw), aan het vrouwenkiesrecht in 1919, de juridische handelingsonbekwaamheid, de komst van de pil tot en met het recente schrappen van de vijf dagen bedenktijd bij abortus.

Voor Betsy golden de dichtregels van Herman van Veen nog:

Je trouwt snel als je twintig bent
En na een paar jaar krijg je het druk
Met drie, vier kinderen, ach dat went
Je hebt geen tijd meer voor geluk

Voor haar dochters waren en zijn het nastreven van autonomie en persoonlijke ambities zoveel vanzelfsprekender geworden, al zijn er nog altijd b(h)eren op de weg. Wat een omwenteling! Dit succesverhaal van emancipatie en feminisme, van meer ‘tijd voor geluk’, kan niet vaak genoeg verteld en benadrukt worden, want de tijdgeest is springerig en kan omslaan als een windvaan. Conservatieve bewegingen in nabije en verre landen en in eigen land liggen op de loer.

Boek: De omwenteling. Of de eeuw van de vrouw

×