Dark
Light

De Duitse familiegeschiedenis van Donald Trump

Hoe ‘opa Trump’ het familiefortuin vergaarde
6 minuten leestijd
Het gezin van Frederick Trump in 1918, kort voordat hij overleed.
Het gezin van Frederick Trump in 1918, kort voordat hij overleed.

Familiegeschiedenis

De hechte Duitse wortels van de familie Trump gaan terug tot de door oorlogen geteisterde zeventiende eeuw, toen de familienaam nog Drumpf luidde. In 1648 vereenvoudigden ze die tot de naam die door toedoen van hun latere afstammelingen een krachtig merk zou worden.

Terugkijkend vanuit de eenentwintigste eeuw was dit in ieder geval een interessante keuze. Ongetwijfeld is Donald blij met de betekenis die trump in het Engels voor kaartspelers heeft: de troef overklast alle andere kaarten en levert een winnend spel op. Maar trump kan in het Engels ook andere betekenissen hebben, zoals een ‘bagatel’ of ‘trompetgeschal’. Als werkwoord kan trump ‘bedriegen of oplichten’ betekenen, maar ook ‘op onscrupuleuze wijze beramen’ en ‘verzinnen of fabriceren’, zoals in trumped-up charges [verzonnen beschuldigingen, vert.].

Frederick Trump in 1887
Frederick Trump in 1887
Donald Trump heeft zijn grootvader Friedrich nooit gekend; Friedrich overleed toen Donalds vader Fred pas twaalf jaar was. Maar als malafide ondernemer wierp Friedrich, die dol op geld was en het niet altijd even nauw nam met de subtiele regels van de wet, een honderdjarige schaduw vooruit over de familie Trump, bijvoorbeeld door te bouwen op land dat niet van hem was.

Friedrich Trump groeide op in een wijnbouwgebied in het Duitse Rijnland-Palts, in het stadje Kallstadt, waar hard werken betekende dat je een dak boven je hoofd had, niet dat je rijk werd. Toen Friedrich acht was, overleed zijn vader. Toen hij in 1885 op zestienjarige leeftijd voor de militaire dienstplicht dreigde te worden opgeroepen liet Friedrich een briefje voor zijn moeder achter en deed wat miljoenen andere Europeanen met geringe toekomstperspectieven in hun eigen land ook deden: hij vertrok uit Duitsland en emigreerde naar de Verenigde Staten.

Na wat ongetwijfeld een moeizame oversteek van de noordelijke Atlantische Oceaan zal zijn geweest, dicht opeengepakt in een stoomschip, kwam Friedrich uiteindelijk aan in New York, waar hij introk bij zijn oudere zus Katherine en haar man, die beiden al eerder waren geëmigreerd.

Niet lang daarna besloot de jongeman verder naar het westen te trekken en hij belandde uiteindelijk in Seattle, waar hij een restaurant begon, The Dairy Restaurant. Er bevond zich ook een afgeschermd gedeelte dat naar alle waarschijnlijkheid dienstdeed als goedkoop bordeel, aldus Gwenda Blair, die met medewerking van de familie de geschiedenis van de Trumps te boek stelde.

In 1892 liet Friedrich zich tot Amerikaans staatsburger naturaliseren; hij loog over zijn leeftijd en beweerde al twee jaar voor zijn werkelijke aankomstdatum in New York van boord te zijn gestapt. Twee vrienden vergezelden hem naar de zitting om van zijn goede karakter te getuigen. De ene was een handarbeider, de andere een man die zijn brood onder andere verdiende met het bieden van logies aan wat Blair uit beleefdheid ‘vrouwelijke huurders’ noemt.

Friedrich stond aan de wieg van veel van de familietradities van de familie Trump, maar stemmen behoorde daar bepaald niet toe. Zijn kleinzoon Donald zou een gooi doen naar het presidentschap nadat hij bij de algemene verkiezingen in 2002 als kiezer verstek had laten gaan en hij vanaf 1989 zelfs bij geen enkele Republikeinse voorverkiezing zijn stem had uitgebracht tot hij in 2016 op zichzelf kon stemmen. Friedrichs achterkleinkinderen waren nog minder gemotiveerd waar het hun burgerplichten betrof. Toen Donald Trumps naam in 2016 op het stembiljet van de voorverkiezingen in de staat New York prijkte, konden noch zijn dochter Ivanka noch zijn zoon Eric, beiden in de dertig, op hun vader stemmen, omdat ze vergeten waren zich als Republikeinse kiezer te laten registreren. Ze verweten de overheid dat die hun niet de kans had gegeven op het laatste moment nog de overstap te maken van onafhankelijk naar Republikeins. Maar de regels voor de voorverkiezingen, hoe ouderwets ook, waren in de ‘Empire State’ al vele jaren van kracht. Broer en zus hadden maanden de tijd gehad om hun registratie te wijzigen zodat ze op hun vader konden stemmen.

Een familietraditie waar Friedrich Trump wel mee begon nadat hij in Amerika was aangekomen was succes hebben en ondanks dat succes toch alsmaar meer willen. Friedrich verkocht zijn restaurant annex bordeel en begon een kilometer of vijftig verder naar het noorden een nieuw bedrijf. Destijds deed het gerucht de ronde dat de schatrijke Rockefellers, een familie van oliebaronnen, van plan waren in dat gebied een groot mijnbouwproject te beginnen. Op een stuk land dat niet van hem was, recht tegenover het treinstation, liet Friedrich een hotel verrijzen van het soort dat niet in de eerste plaats voor overnachtingen was bedoeld maar voor, laten we zeggen, korte actieve bezoekjes. Dit bouwproject op een stuk grond dat niet van hem was vertoonde een treffende gelijkenis met de voorwaarden waaronder zijn kleinzoon Donald later het landhuis Mar-a-Lago in Florida zou verwerven: met een hypotheek die de Chase Bank schriftelijk beloofde niet bij de rechtbank te laten vastleggen.

De goudkoorts van Klondike
De goudkoorts van Klondike

Uiteindelijk stierf het mijnbouwproject een vroegtijdige dood; slechts weinigen vertrokken met meer geld dan ze waren aangekomen. Een van hen was Friedrich Trump, die zijn naam intussen had veramerikaniseerd tot Frederick en zich Fred liet noemen.

Toen hij hoorde over de goudkoorts in Klondike, vertrok Frederick naar het Yukon Territory in Canada. Hij was niet van plan zelf zware lichamelijke arbeid te verrichten en met een goudzeef in het ijskoude stromende water te gaan staan; Frederick verdiende liever aan de mijnwerkers. Hij bouwde een etablissement, een bar & grill die hij The Arctic noemde. Hij verkocht er sterkedrank en bood er de diensten aan van ‘dames van plezier’, zoals prostituees destijds werden genoemd. Opnieuw was zijn timing perfect. Hij arriveerde toen de goudkoorts op zijn hoogtepunt was. Tegen de tijd dat het goud begon op te raken en de Royal Canadian Mounted Police zich met de gang van zaken ging bemoeien, had Fred Trump al een klein fortuin vergaard, dat hij meenam toen hij zijn biezen pakte en weer de grens overstak naar Amerika.

In 1901, op tweeëndertigjarige leeftijd, keerde Frederick Trump terug naar Duitsland, waar zijn moeder haar intussen welgestelde zoon in contact bracht met verscheidene huwbare dames. Maar Frederick liet zijn oog vallen op een vrouw die bij zijn moeder niet in goede aarde viel, een twintigjarige blondine die Elizabeth Christ heette. Deze Elizabeth, die pas zes was toen haar aanstaande echtgenoot de benen nam naar Amerika om aan de Duitse dienstplicht te ontkomen, was in de tussentijd opgegroeid tot een weelderig geschapen volwassene. De voorliefde van de mannelijke Trumps voor rondborstige blondines zou ook een familietraditie worden.

Friedrich Trump in 1918
Friedrich Trump in 1918
Frederick nam zijn kersverse bruid mee naar Amerika en bleef loeren op mogelijkheden om zijn fortuin, dat omgerekend naar het huidige prijspeil zeker een half miljoen dollar waard was, nog te vergroten. Maar Elizabeth kon niet aarden in het drukke New York met zijn grote verschillen tussen arm en rijk. Ze kwijnde weg van heimwee en in 1904 besloot Frederick met zijn jonge vrouw en hun dochtertje de boot terug te nemen naar Duitsland.

Eenmaal aangekomen moest hij de autoriteiten zover zien te krijgen dat ze zijn dienstplichtontduiking over het hoofd zouden zien. Hij hoopte indruk op hen te maken met het fortuin dat hij het land binnenbracht en gaf in september 1904 in een officiële brief de volgende verklaring voor zijn afwezigheid: ‘Ik ben niet naar Amerika geëmigreerd om de dienstplicht te ontduiken maar om een profijtelijke broodwinning te zoeken waarmee ik mijn moeder kon ondersteunen.’ De Duitse autoriteiten trapten er niet in en wezen hem uit.

Niemand heeft Donald Trump nog de vraag voorgelegd of deze episode uit zijn familiegeschiedenis een rol heeft gespeeld bij zijn onconstitutionele voorstel om circa elf miljoen immigranten die illegaal het land zijn binnengekomen te deporteren, inclusief degene met kinderen die Amerikaans staatsburger zijn, en of hij eraan heeft gedacht toen hij zei te willen verhinderen dat Amerikaanse militairen met een islamitische geloofsovertuiging naar de VS kunnen terugkeren.

The Making of Donald Trump
Terug in New York bleef het Frederick voor de wind gaan. In haar gedetailleerde biografie schrijft Gwenda Blair dat Frederick enige tijd als barbier werkzaam was, een slecht betaald beroep dat niet lijkt te passen bij iemand die vooral veel geld leek te willen verdienen. Ze merkt op dat barbershops in die tijd ook tabak verkochten, maar ook dat zal niet veel extra in het laatje hebben gebracht. Vaak waren dit soort kapperszaken echter ook dekmantels voor illegale bedrijven. Aangezien mannen met dubieuze bezigheden er gemakkelijk binnen konden lopen om zich te laten scheren of om gewoon een praatje te maken, boden dit soort kapperszaken ook de mogelijkheid om bedrijfsinformatie te vergaren en deel te nemen aan clandestiene transacties met de vele etnische criminele elementen in de grote stad.

Wat hij daar ook uitspookte, zijn fortuin kon Frederick niet vrijwaren van het lot dat in 1918 meer dan twintig miljoen mensen over de hele wereld trof: ook hij overleed aan de grieppandemie. Hij werd opgevolgd door een nieuwe, al even nijvere Trump, Donalds vader Fred.

Boek: The Making of Donald Trump – David Cay Johnston

Fragment uit het boek The Making of Donald Trump. De zakenman die president werd (Ambo|Anthos) In dit boek wordt de steenrijke zakenman, die in 2017 president werd van de Verenigde Staten, geportretteerd door David Cay Johnston, een onderzoeksjournalist die hem dertig jaar volgde. In deze biografie wordt ook stilgestaan bij de voorvaderen van Trump, die ooit ‘Drumpf’ heetten.
×