Frank Krake over zijn zoektocht naar het oorlogsverhaal van Catharina Brücker

‘Eichmann vermoordde zes miljoen Joden, maar hij redde mij en mijn zoon’
15 minuten leestijd
Showgirls in revue Humor und Melodie
Showgirls in revue Humor und Melodie. Geheel links Catharina
Vandaag verschijnt het nieuwe boek van auteur Frank Krake, Catharina. In dit waargebeurde verhaal staat de bijzondere geschiedenis van de Joodse Catharina Brücker centraal. Door een bizarre wending overleefde zij de Tweede Wereldoorlog. Speciaal voor Historiek schrijft Krake een verslag over zijn zoektocht naar deze bijzondere familiegeschiedenis.

De zoektocht naar het oorlogsverhaal van Catharina en haar familie

De beeldschone Catharina Brücker is de oudste telg van een succesvolle Joodse kleermakersfamilie uit Rotterdam. Al op jonge leeftijd leren zij en haar broer en zussen om zelfstandig te zijn en hun eigen toekomst te bepalen. Dat wordt onmogelijk gemaakt als de oorlog uitbreekt. Hun Joodse afkomst zorgt ervoor dat de nazi’s de jacht op de Brückers openen. Die laten zich echter niet zo maar oppakken en vechten voor hun leven. Ze duiken onder, ontsnappen na arrestaties, belanden in verschillende kampen en doorstaan de ontberingen van de Hongerwinter.

Catharina - Frank Krake
 
Als de zwangere Catharina toch wordt gearresteerd en afgevoerd naar Westerbork begint haar eigen strijd om te overleven. Ze vecht voor haar baby. Kleine Clarence wordt geboren in het concentratiekamp, waar zijn vader hem nog één keer mag zien voor zijn deportatie naar Sobibor. ‘Doe alles om onze zoon en jezelf te redden’ schrijft hij vrij vertaald in zijn afscheidsbrief.

Daar geeft Catharina gehoor aan. Ze gaat als showgirl dansen in het beroemde kampcabaret. Ieder dinsdagavond een voorstelling met SS-ers op de voorste rij, terwijl diezelfde ochtend duizenden Joden in de trein naar Auschwitz zijn afgevoerd. Als ze wordt verraden wacht het onvermijdelijke. Totdat ze wordt gered van de gaskamers door een SS-er…

Zie hier de flaptekst van mijn nieuwe boek dat op 25 februari 2025 verschijnt, drie jaar na de kennismaking met de baby op de cover. Clarence is 79 jaar als ik hem de eerste keer de hand schud. Hij is in 1943 geboren in het ziekenhuis van Kamp Westerbork. Zijn dochter Claire ontmoette ik al eerder. Zij beschermt haar vader zo veel mogelijk om te voorkomen dat de oorlogstrauma’s hem teveel worden. De boeken van mijn hand die ik bij haar heb achtergelaten, hebben hun werk gedaan. De vele research die daarvoor nodig was gaf de doorslag, zou Clarence mij later toevertrouwen. Een mooi compliment voor al het werk dat nodig is voordat ik überhaupt een letter aan het papier kan toevertrouwen.

Frank Krake met Clarence
Frank Krake met Clarence – Foto: Frank Krake

Soms gaat dat relatief snel, voor het boek De laatste getuige had ik slechts negen maanden nodig. Mede gezien de hoge leeftijd van de hoofdpersoon moest alles wijken om alle informatie op tafel te krijgen. Maar bij De grootste bankoverval aller tijden kostte het mij meer dan vier jaar om alle puzzelstukjes zo compleet te hebben dat ik kon beginnen met schrijven.

De afgelopen drie jaar zijn voorbij gevlogen. Het voelt als zoeken naar een speld in een hooiberg, zonder dat je weet of die speld aanwezig is. Het euforische gevoel bij het vinden van zo’n speld is onbeschrijfelijk, alsof je gouden munten in een schatkist hebt gevonden. Daar krijg ik zo’n tomeloze energie van, dat het alle teleurstellingen in de schaduw zet en motiveert om verder te zoeken, om door te gaan. Totdat het verhaal compleet is.

In het boek zijn deze ultieme juichmomentjes voor de lezer onzichtbaar. Het zijn uiteindelijk slechts feiten, brokjes informatie. En die informatie wordt op zo’n manier verwerkt in de verhaallijn dat de lezer niet doorheeft wat de onderzoeker allemaal heeft moeten doen om deze informatie op tafel te krijgen. Dat hoeft ook niet, dat is onderdeel van het onderzoeks- en schrijfproces. Maar het is wel interessant om eens te lezen hoe dat in zijn werk gaat. Het geeft een verrassend doorkijkje in het researchproject voor de totstandkoming van een non-fictie boek over de Tweede Wereldoorlog.

Speciaal voor Historiek beschrijf ik enkele onderdelen uit die zoektocht naar deze puzzelstukjes.

Danseres – (Archief)onderzoek bij Yad Vashem – Israël

Catharina werd geboren met het passievolle bloed van een flamencodanseres in haar aderen. Al op jonge leeftijd blonk ze uit bij haar ballet- en danslessen en dat talent werd door de kenners ook al snel herkend. In haar tienerjaren zwierde ze tijdens haar favoriete Zuid-Amerikaanse dansen over de podia van diverse dansgelegenheden in Rotterdam en omgeving. Bij menige revue vormde Catharina de hoofdact van de avond. Ze had de zaal in haar greep, het publiek werd betoverd door haar temperamentvolle optredens en at uit haar hand.

En toen brak de oorlog uit…

Catharina als flamencodanseres
Catharina als flamencodanseres – Foto: Frank Krake
Door rond te struinen op Delpher (het digitale krantenarchief van de Koninklijke bibliotheek, red.) vond ik een verslag van het zevenjarige bestaan van de Joodse JeugdKring, waarbij Catharina de hoofdrol vervulde. In het fotoalbum dat ik van haar zoon Clarence mocht inzien, trof ik prachtige foto’s aan van zijn moeder ‘in action’. Zelfs een paar foto’s waarin ze inderdaad in haar flamencojurk over de dansvloer zweeft. Geweldig!

Maar als snel na het uitbreken van de oorlog waren er geen Joodse artiesten meer gewenst op het podium, volgens de uitgevaardigde verordening stelden de nazi’s daar duidelijk geen prijs op. Het werd al snel veel erger en uiteindelijk belandde Catharina in Kamp Westerbork. Nadat ze daar bevallen was van haar zoon Clarence, deporteerden kampcommandant Gemmeker en zijn trawanten haar man Jacques naar Sobibor. Vanaf dat moment stond Catharina er alleen voor met haar baby. Het laatste briefje van Jacques liet niets aan duidelijkheid te wensen over:

Doe wat nodig is om jezelf én onze zoon te redden.

Catharina gaat daarna dansen in het kampcabaret, voor volle zalen gevuld met gevangenen en met op de voorste rij steevast commandant Gemmeker met zijn nazi-vriendjes. Breslauer, de kampfotograaf, legt de revue, genaamd Humor und Melodie, vast op de gevoelige plaat (zie openingsafbeelding, red.). De artiesten besluiten een mooi album te maken met foto’s en tekeningen van hun revue om aan te bieden aan de commandant. Om op die manier hun dankbaarheid te uiten voor het feit dat ze dit werk überhaupt mogen doen, en daardoor niet gedeporteerd worden. Nog niet…

Als Catharina met haar zoontje uiteindelijk in Theresienstadt belandt, worden daar schilderijen van haar en Clarence gemaakt door een Tsjechische kunstenares. Ze bewaart die aquarellen en houdt ze dicht bij zich, ook als het getto bevrijd wordt door de Russen en Catharina aan een onzekere tocht naar huis begint, via allerlei verschillende verblijfplaatsen. In 1998, op 80-jarige leeftijd onderneemt de dan chronisch zieke Catharina een laatste reis naar Israël. Ze bezoekt het Art Museum van Yad Vashem, ontmoet daar de directrice Yehudit Shandar, en schenk de schilderijen aan haar instituut. Twee jaar later overlijdt ze.

Nadat Clarence mij het verhaal van hem en zijn moeder tot in detail heeft verteld, begint er steeds meer een gevoel bij mij te leven dat ik naar Israël moet. Naar de plek waar het fotoalbum en de schilderijen zijn beland en voor de eeuwigheid worden bewaard; de archieven van Yad Vashem. Ook Yehudit, die al dik in de zeventig is, blijkt in Israël te wonen en haar zou ik maar wat graag persoonlijk interviewen. Ze is een persoonlijke vriendin van Catharina en Clarence geworden.

Catharina - Schilderij flamenco uit Theresienstadt
Catharina – Schilderij flamenco uit Theresienstadt – Foto: Frank Krake
In februari 2023 reis ik af, niet wetend wat er later dat jaar zal gebeuren in Israël. De prachtige schilderijen zijn speciaal voor mijn bezoek uit de opslag gehaald en liggen klaar op een grote werktafel. Ik mag zelf heel voorzichtig het dunne papier dat ter bescherming dient, van de aquarellen oplichten. Hoe bijzonder, dat bijna tachtig jaar nadat ze zijn geschilderd in een atelier in het getto van Theresienstadt, ze hier nu voor mij liggen. Ik herken Catharina en ook Clarence. De kleuren spatten er vanaf en de ogen van kleine Clarence lijken dwars door mij heen te kijken, zo scherp staan ze op het doek. Na twee jaar onderzoek zie ik ze nu in het echt, van zo dichtbij. Ik word er stil van.

Van te voren was mij verteld dat ik voor het bekijken van het fotoalbum in een geconditioneerde ruimte moet vertoeven. Noodzakelijk voor het in goede staat houden van de foto’s. Nu kom ik wel vaker in geconditioneerde ruimtes, ook bij een drukkerij wordt de luchtvochtigheid en temperatuur nauwkeurig gemonitord en bijgesteld. Wat men er niet had bij verteld was dat het in het foto- en filmarchief van Yad Vashem slechts 4 graden was. Met een buitentemperatuur van 20 graden was ik daar niet bepaald op gekleed. Na een kwartier voelde ik de kou in mijn lijf kruipen, verdrongen door de opwinding van de zoektocht naar het originele fotoalbum uit 1943. Na een uur zat de kou in mijn botten en konden ook de foto’s van Catharina en het dansensemble die kou niet verdrijven. Toen ik na drie uur uit die koelcel stapte was de euforie groot omdat ik meerdere nieuwe foto’s van haar had ontdekt, in allerlei verschillende bedrijven van de revue. Maar tegelijkertijd kon ik mijn handen niet meer gebruiken, voelde ik mijn vingers niet meer en kon mijn benen slechts stapvoets voort bewegen. Maar ik had een spectaculaire ontdekking gedaan; vier nieuwe foto’s van Catharina gevonden die niet eerder waren gepubliceerd.

Een schitterende aanwinst voor het boek zoals zich dat in mijn hoofd begon te vormen. Tien minuten had ik het originele fotoalbum in mijn handen gehad. Het album gemaakt door de revue-artiesten en aangeboden aan Gemmeker. Wat een historie verpakt in één object. De meeste artiesten op de foto waren binnen een jaar nadat de afdruk was geschoten vermoord. Dat besef kwam pas echt binnen toen ik aan het einde van die middag langzaam ontdooide in het hete bad op mijn hotelkamer.

Yad Vashem foto en filmarchief - geconditioneerde ruimte
Yad Vashem foto en filmarchief – geconditioneerde ruimte – Foto: Frank Krake

Een ouwe baas

Na twee jaar onderzoek liggen er drie orders vol informatie voor mij op tafel. De belangrijkste stukken print ik nog ouderwets. Voor mij dé manier om overzicht te houden in de enorme berg informatie die loskomt. Het digitale bestand is minstens drie keer zo omvangrijk.

Het blijft bijzonder hoe je als buitenstaander – als je eenmaal het vertrouwen van mensen hebt gewonnen – al die archiefstukken, dossiers, losse briefjes, foto’s en documenten mag inzien. En zoals bij zoveel families het geval is: niet iedereen deelt alles met elkaar, of spreekt met elkaar. Nadat ik mijn hamsterwerk nagenoeg afgerond heb, begint een van de leukste delen van het onderzoekswerk; het in elkaar schuiven van al die puzzelstukjes. Na maanden van schuiven, invullen, matchen en vooral veel je gezonde verstand gebruiken past de puzzel aardig in elkaar. Je ontdekt de rode draad in het verhaal, doorziet de relaties van de verschillende onderzoeksresultaten en je krijgt ook zicht op de gaten en hiaten die de puzzel compleet kunnen maken.

Isaac en van links naar rechts: Beppie, Catharina, Henny
Isaac en van links naar rechts: Beppie, Catharina, Henny – Foto: Frank Krake
De afgelopen jaren stuitte ik op verschillende video-getuigenissen. Allereerst was daar de testimonial van Catharina die ze in 1998 bij haar bezoek aan Yad Vashem in Israël had afgelegd. Van Clarence ontving ik een dvd met die anderhalf uur durende getuigenis over haar spannende verhaal tijdens de oorlog. Later kwam daar nog een tweede getuigenis van haar bij, vastgelegd door de BBC. Samen vormden ze de basis voor het te schrijven boek.

Groot was de verassing toen ik van Catharina’s nichtje hoorde dat er ook een getuigenis van haar vader Izaac bestond, de broer van Catharina. Voor het Shoa-project van Steven Spielberg was hij op 75-jarige leeftijd geïnterviewd. Toen ik die dvd bekeek, besefte ik dat ik goud in handen had. In bijna twee uur verhaalt Izaac over zijn avonturen onder het juk van de bezetter. Het ene verhaal nog spectaculairder dan het andere. Dat deze ondernemende jongeman meermaals aan de nazi’s ontsnapte en uiteindelijk in het verzet belandde, was een logisch gevolg van zijn karakter en moed.

Net toen ik dacht alle informatie wel compleet te hebben, sprak ik in een aantal Zoom-sessies met de nichtjes van Catharina, die in Canada waren geboren. Hun moeder, Bep, de zus van Catharina, was getrouwd met een Canadese militair. Zij vertelden dat hun moeder vrij recent nog, in 2015, op 90-jarige leeftijd een testimonial op beeld had laten vastleggen bij een bezoek aan Amsterdam. Nadat ik ook die opname ontving en bekeek, was het verhaal nagenoeg rond.

Alleen van Catharina’s andere zus, Henny, bleek niets te zijn vastgelegd. Ik interviewde haar zoon meermaals, maar ook hij kon weinig vertellen over het oorlogsverleden van zijn moeder. Ze had daarover vooral gezwegen. Zelf had ik al boven water gekregen dat ze vanuit Westerbork met dezelfde trein naar Auschwitz was vervoerd als Anne Frank en haar familie. Dat was al heel bijzonder, maar veel meer wisten we niet.

Martha en Barend Turksma
Martha en Barend Turksma – Foto: Frank Krake

Een van de dingen die haar zoon mij wel wist te vertellen, was dat ze tijdens haar verblijf in Westerbork en Auschwitz bevriend was geraakt met een zekere Martha Turksma. Samen hadden ze elkaar erdoor gesleept, meermaals elkaar voor de dood behoed en alles gedeeld wat ze in de concentratiekampen konden bemachtigen aan eten, drinken en warme kleding. Barend, de man van Martha, was vermoord in Dachau. Toen ze in Amsterdam waren opgepakt, hadden ze kort daarvoor hun zoontje Hans in veiligheid kunnen brengen door hem te laten onderduiken bij vage kennissen in de stad. Zou deze Hans misschien nog in leven zijn? Dan moest hij ondertussen diep in de tachtig jaar zijn.

Ik ging op zoek, speurde op internet in telefoonregisters en wonder boven wonder vond ik een online artikel over hem van enkele jaren geleden. Hij had de oorlog dus overleefd. Nadat ik zijn telefoonnummer in handen kreeg belde ik op goed geluk, niet wetende of hij nog onder ons zou zijn en in welke geestestoestand. Groot was mijn vreugde toen ik een uiterst welbespraakte en adequate mijnheer Turksma aan de andere kant van de lijn trof. Hij wilde graag zijn verhaal doen. We spraken af in zijn woonplaats Delft, in hetzelfde etablissement waar ik Clarence meermaals had geïnterviewd. Toen Hans enkele dagen later daar uiterst kwiek binnenstapte moest de grootste surprise nog komen. Na een leuk gesprek doorspekt met nuttige informatie over zijn moeder, en dat alles onder het genot van een kop koffie, diepte hij een oude krant uit zijn lederen aktetas. Het Vrije Volk van 13 juni 1945. Daarin een groot interview met Henny Brücker, waarin ze vertelt over haar verblijf en survival in verschillende concentratiekampen…

Uit puur enthousiasme gaf ik Hans een vriendelijke klap op zijn schouder. Ongelofelijk dat de missing link voor mijn verhaal over de vier kinderen Brücker, daar in Delft werd opgediept uit zijn aktetas.

Hans Turksma en Frank Krake - 6-9-2023 - Delft
Hans Turksma en Frank Krake – 6-9-2023, Delft – Foto: Frank Krake

Ontsnapping uit Westerbork

Izaac Brücker vertelt anderhalf uur lang spectaculaire verhalen in zijn video-testimonial. Op moment van opnemen is hij al 75 jaar oud, maar aan zijn geheugen blijkt helemaal niets te mankeren. De bloedserieuze en levensgevaarlijke oorlogsverhalen lijken uit zijn mond meer op avonturen uit een jongensboek. Een combinatie van Arendsoog en De Kameleon, maar dan met de dood als gevolg als het misgaat. Ik moet eerlijk zijn, toen ik ze voor het eerst hoorde leek het me onwaarschijnlijk dat het allemaal echt zo was gebeurd. Arrestaties, ontsnappingen, schietpartijen, vrijkopen van mensen met juwelen, vervalsen van papieren, werkelijk alles kwam voorbij in zijn getuigenis.

Izaac Brücker
Izaac Brücker – Foto: Frank Krake
Ik ben begonnen met het transcriberen van de gesproken tekst. Vervolgens ben ik verhaal na verhaal en anekdote na anekdote uit gaan pluizen. Soms had ik na een dag zoeken en navragen bij familie al bewijstukken in handen, in andere gevallen nam dat jaren in beslag. Maar al dat research had één ding gemeen: uiteindelijk bleken de verhalen van Izaac Brücker woord voor woord waargebeurd te zijn. Het boek is ermee doorspekt, maar één verhaal was te bijzonder om onvermeld te laten. In de tekst lees je er gewoon overheen, en dat moet ook, de details van het onderzoek zelf passen nu eenmaal niet in het boek. Ik vertel er op deze plek graag over.

Het begon met de onwaarschijnlijke beschrijving van een bezoek van Izaac en zijn vader aan Westerbork. Om Catharina vrij te krijgen reisden ze vanuit Schiedam naar het concentratiekamp op de Drentse heide. Vader en zoon droegen geen ster en begaven zich in het hol van de leeuw. Ik stel mij voor hoe dat moet zijn geweest. Als Jood je vrijwillig melden aan de poort van een concentratiekamp (doorvoerkamp), een op vervalste papieren gebaseerde verklaring tonen en vragen om de vrijlating van je dochter respectievelijk zuster. Hoe koelbloedig, hoe moedig, hoe brutaal maar tegelijkertijd wanhopig moet je dan zijn?

Izaac (met geblondeerd haar) en Moses
Izaac (met geblondeerd haar) en Moses – Foto: Frank Krake
Moses, toen al in de vijftig, hield er zijn ogen en oren open en sloeg de situatie in zich op. Maar hij kon niet bevroeden dat hij een paar maanden later op deze plek terug zou keren, niet vrijwillig maar als gevangene. Gedoemd om in het kamp te verdwijnen om nooit meer in vrijheid terug te keren. Aldus geschiedde. In december 1942 stopte de trein met gevangen genomen Joden aan boord en Moses was een van hen. Hij zag hoe ze het kamp naderden en broedde op een plan. Nadat de trein tot stilstand kwam, wachtte hij zo lang mogelijk. Zijn medegevangenen stapten uit en werden naar de registratiebarak gejaagd. Toen de trein bijna leeg was zag Moses een begrafeniskoets naderen. Daarachter liep een oude man met gebogen hoofd. Net voordat de lijkkoets zijn wagon passeerde, stapte Moses uit, om meteen met de man mee te lopen en een kort praatje met hem te houden. Bij het hokje van de marechaussee keek ook Moses naar de grond en zetten zijn meest treurige gezicht op. Omdat hij nog steeds geen ster droeg, dachten de bewakers dat hij bij de stoet hoorde, die onderweg was naar de Joodse begraafplaats in Assen. Ook de SS-ers, die het tafereel op afstand aanschouwden, grepen niet in. Ze vertrouwden op de accuraatheid en oplettendheid van de Nederlandse marechaussee, die ze steevast de kastanjes uit het vuur lieten halen. Zo liep Moses zomaar het kamp uit, de vrijheid tegemoet. In Assen gekomen nam hij de trein terug naar Rotterdam en dook onder.

Westerbork - wachthuisje
Westerbork, wachthuisje – Foto: Frank Krake

Dit hele verhaal klonk mij nogal onwaarschijnlijk in de oren. Navraag bij de curator van Westerbork leerde echter dat er wel degelijk ontsnappingen als deze bekend waren.

Een nieuwe speurtocht begon. In het Rotterdamse stadsarchief vond ik een op naam van Moses gestelde kaart van de Rotterdamse politie – Groep 10, van de beruchte Jodenjagers. Daarop de datum van arrestatie van Moses én de datum dat hij naar Westerbork is getransporteerd: 11 december 1942. Volgens de getuigenis van zijn zoon Izaac ontsnapte Moses direct na aankomst. In diezelfde getuigenis vertelde hij dat de lijkkoets op weg was naar de Joodse begraafplaats in Assen. De vraag kwam bij mij op of die begraafplaats misschien nog altijd bestond en of daar wellicht ook een archief is bijgehouden tijdens de oorlogsjaren van begrafenissen aldaar. Ik zoek verder.

Op de website van de Joodse begraafplaats Assen kom ik al een stukje verder. Er blijkt keurig te zijn bijgehouden wie er de afgelopen eeuwen zijn begraven, ook de oorlogsjaren ontbreken niet in de verschillende overzichten. Zo vind ik een lijst met namen van verschillende personen die de dagen voorafgaand aan die 11e december in Westerbork zijn gestorven, en dus enkele dagen later in Assen zijn begraven. Dat betreft drie personen, vanaf 7 december gerekend.

Een daarvan is een man en te jong. Izaac vertelde dat een oude man achter de lijkkoets aanliep en zijn vrouw uitgeleide deed. Daarnaast bleek deze persoon in de vijftig te zijn, en daarmee niet te voldoen aan het predicaat oud, zoals ik mij dat voorstel. Zeker niet vergeleken met de twee andere overledenen, dames die 74 en 86 blijken te zijn geweest. Verder onderzoek op de lijst leert dat de dame van 86 weduwe was. Dat maakt het onwaarschijnlijk dat een oude man achter de koets aanliep.

Moses cq Maurits Bruckner - Bron Stadsarchief Rotterdam - Groep 10
Moses cq Maurits Bruckner – Bron: Stadsarchief Rotterdam – Groep 10

Dus zoom ik in op de laatst overgebleven persoon: Jenny Epstein-Löwenthal, geboren op 3 februari 1869 en gestorven in Westerbork op 9 december 1942. Dat past in het plaatje, maar hoe weet ik zeker dat ze ook op 11 december is begraven? Het register laat alleen de overlijdensdatum zien. Mijn onderzoek dreigt vast te lopen, het is waarschijnlijk dat het deze mevrouw was die voor Moses zijn redding betekende, maar ik weet het niet zeker. Daarom parkeer ik het onderwerp voor een tijdje. Soms moet je juist even afstand nemen om het geheel weer goed te kunnen overzien.

Als ik enkele maanden later in het digitale archief van de Arolson Archives wat opzoek, bedenk ik mij opeens dat ik daar nog niet gezocht heb op haar naam. Ik tik Jenny Epstein-Löwenthal in en daar rolt de informatie al snel uit het systeem. Haar persoonskaart van de Joodse Raad is een van de documenten die ik kan downloaden. Daarop staat inderdaad haar sterfdatum; 9 december 1942. En daaronder staat keurig genoteerd dat ze is begraven op de Joodse begraafplaats van Assen op…. 11 december 1942.

kaart Jenny Eppstein -Loewenthal
Kaart Jenny Eppstein -Loewenthal

Het bewijs is nu sluitend, Moses liep achter de kist van Jenny door de poort van Kamp Westerbork, de vrijheid tegemoet. Met naast hem de 78-jarige Hugo Epstein, haar diep bedroefde echtgenoot.

Resteert wellicht nog één vraag; hoe kan het dat Catharina verraden werd door een familielid, terwijl ze al in Kamp Westerbork verbleef? Toen ik dit feit voor het eerst hoorde was ik zelf ook verbaasd. Uitgebreid onderzoek wees uit dat het verhaal toch echt klopte. Het prijsgeven van de verklaring voor deze vreemde gang van zaken zou een te grote spoiler zijn voor de lezers die het boek nog willen lezen. Daarom blijft het antwoord voor nu in nevelen gehuld. Veel leesplezier!

Reageer

Abonneer
Stuur mij een e-mail bij
guest
2000
0 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties

Gratis geschiedenismagazine

Ontvang, net als ruim 55.000 anderen, iedere week de gratis nieuwsbrief van Historiek:
0
Reageren?x
×