Overzicht van bevindingen van auteur Ton Goossens over de Franse beschietingen contra Duitse bombardementen op Middelburg op 17 mei 1940
Geplaatst bij het bericht: ‘Franse beschietingen oorzaak verwoesting Middelburg’
Tekst: Ton Goossens
1. In de literatuur wordt zonder uitzondering geschreven dat Duitse bombardementen en/of beschietingen de oorzaak waren van de rampdag van Middelburg. In enkele gevallen wordt een Franse beschieting erkend, maar dan uitsluitend als een toevallige afzwaaier. In deze publicatie wordt Frans vuur op Middelburg als gericht vuur aangetoond. Daarmee is ‘Gestold Verleden’ controversieel
2. Ook wordt in de literatuur de indruk gewekt dat de Franse troepen nauwelijks van betekenis zijn geweest. Het tegendeel blijkt. De inzet van zowel de Duitse als de Franse troepen worden in detail beschreven. De Nederlandse troepen en de gevechtsleiding hebben niet bijgedragen aan de verdediging van Walcheren.
3. De genoemde publicatie is gebaseerd op archievenonderzoek als informatiebron. Daarbij zijn geen aanwijzingen gevonden over Duitse bombardementen en beschietingen. Op enkele dagbladen na, die de schuldvraag in het midden laten, verwijzen alle landelijke en regionale dagbladen uit die tijd naar Franse beschietingen.
4. Er zijn geen dagboeken en ooggetuigenverslagen van mensen gevonden die de vermeende bombardementen zintuigelijk zelf hebben waargenomen. Er is ook geen onderlinge samenhang of verband gevonden in de dagboeken. De bevindingen worden derhalve niet als bewijs in de publicatie gebruikt.
5. Er bestaan buiten Zeeland een aantal rapporten van onderzoek en proces-verbalen die overtuigend melden dat de Franse artillerie Middelburg heeft beschoten.
6. De militaire situatie wijkt af met die van Nederland. In de publicatie wordt in grote lijnen ingegaan op de Franse en Engelse militaire hulp op Walcheren. Nederland capituleerde op 15 mei. “Zeeland” vocht door omdat Franse troepen nog in gevecht waren met de aanvallende Duitse troepen. Op 17 mei kwam daaraan een einde, waarbij Middelburg vernietigd werd door oorlogsgeweld.
7. De Commissaris der Koningin en de Commandant Zeeland weken resp. Op 14 en 15 mei uit naar Oostburg en hadden vanaf toen geen directe bestuurlijke of leidende betekenis meer op Walcheren. Het gevolg was dat een Franse admiraal (Platon) door de Franse admiraliteit tot Gouverneur van Walcheren werd benoemd om een gezagsvacuüm te voorkomen
8. Er wordt in de publicatie beschreven dat de Luchtbeschermingsdienst, als hulpverlenende organisatie, niet adequaat functioneerde. Enerzijds als gevolg van een onpraktische structuur, anderzijds door minimaal leiderschap. Er is vastgesteld dat de brandweer en het Rode Kruis met buitengewone plichtsbetrachting hebben gefunctioneerd.
9. Aan Frans/Nederlandse zijde bestond aanvankelijk een 7-voudige overmacht tegenover de Duitse aanvallers. Bij de verdediging van Walcheren waren twee Nederlandse eenheden opgenomen. Er wordt in detail beschreven waarom de strijd verloren werd.
Verder verbleven ongeveer 6000 uit Noord Brabant gevluchte Nederlandse militairen zonder nut of reden in de Walcherse dorpen aan de westzijde van het Kanaal door Walcheren. Die zijn ook niet zijn ingezet om de branden in Middelburg te bestrijden.
10. Uit archiefmateriaal blijkt dat er Duitse bommenwerpers zijn ingezet om 09.50 uur en om 16.20 uur. De bombardementen/beschietingen op Middelburg vonden plaats tussen 13.00 en 16.00 uur, wat een gecoördineerd bombardement uitsluit.
11. Er bestaan tientallen meldingen en rapportages van militaire en civiele autoriteiten over beschietingen en bombardementen met de strekking dat de afgeschoten granaten de gehele dag vanuit het zuiden zijn gekomen. Dat zijn aantoonbaar Franse beschietingen geweest. De reden van de beschietingen is onbekend. Op dat moment waren er immers nog geen Duitse troepen op Walcheren doorgedrongen. Pas tegen 16.30 uur werd de westzijde van de Sloedam bereikt.
12. Het aantal in Middelburg geëxplodeerde granaten is bekend en die inslagen zijn op een kaart in de publicatie ingetekend. Het gaat om ongeveer 70 granaten, deels afgevuurd door veldgeschut (7,5 cm), deels met pantsergranaten (155 mm). De kenmerken en de effecten daarvan worden ook door foto’s aangetoond.
13. De uitkijkdienst op de stadhuistoren en de burgemeester melden uit persoonlijke waarneming dat er om 13.15 uur door artillerie ‘vanuit het zuidoosten’ is geschoten. Er zijn meerdere blindgangers type 7,5 cm in de stad gemeld. (=aangetoond Frans veldgeschut).
14. Er stond vanaf 16 mei een Franse mobiele marine batterij als zeegeschut bij Breskens in opstelling. Bereik 26 km. Gewicht granaten 50 kg. Van dit specifiek 155 mm type, zijn er meerdere granaten als blindganger in de stad gevonden.
15. De batterijcommandant van het Franse zeegeschut meldt het inschieten om 10.20 met vier granaten. De brandweercommandant meldt die inslagen in Middelburg die wijzen op het gemeld inschieten ‘vanuit het zuiden’. Ook ’s middags wordt door die batterij op de stad gevuurd. De afgevuurde zware granaten van het zeegeschut bij Breskens blijken pantsergranaten te zijn. De inzet van deze batterij op o.a. Middelburg wordt door de vondst van een rapport van de batterijcommandant in Vincennes beschreven.
16. Er bestaat ook een gedegen Duits onderzoek waarin onweerlegbaar vast staat dat de Franse artillerie op Middelburg heeft geschoten. Er zijn geen Duitse blindgangers gevonden.
17. Er is aangetoond dat er relatief weinig explosieschade was. De beschreven oorlogsschade is het gevolg van onbeheersbare branden.
18. De burgemeester heeft die dag met volle inzet geprobeerd de capitulatie te bevorderen. Zijn dagindeling kon worden gereconstrueerd. Na de capitulatie heeft het gemeentebestuur en blijkbaar ook andere organisaties de schuldvraag over de verwoestingen in Middelburg hypocriet stilgezwegen. De Middelburgse autoriteiten wisten van de Franse beschietingen als veroorzaker van de branden. De samenleving heeft een onwerkelijke historisch beeld over die periode ontwikkeld.
19. Seijs-Inquart blijkt op 11 juni met egards te zijn ontvangen. Vanaf die dag werd een Duits bestuurder belast met de begeleiding bij de wederopbouw.
20. Er zijn na de oorlog meerdere monumenten met beschuldigende teksten in de stad geplaatst die zonder enig bewijs naar Duitse bombardementen refereren als oorzaak van de vernietiging van de stadskern, terwijl het Franse beschietingen zijn geweest.
Geplaatst bij het bericht: ‘Franse beschietingen oorzaak verwoesting Middelburg’