Onno Lassooy vertelt in Getekend voor het leven het verhaal van de grootvader van zijn vrouw, Willem Zwagers (1905-1975) die als tekenaar verbonden was aan de Kriegsberichter, het propaganda-onderdeel van de Waffen SS. Er werkten daar meer Nederlanders die tot taak hadden de acties van het Duitse leger aan het Oostfront volgens de nazi-propagandarichtlijnen in woord en beeld vast te leggen. In totaal meldden zo’n 25.000 Nederlanders zich vrijwillig voor de Waffen SS en hun deelname is vaak nog een taboe in de families van de betrokkenen. De verhalen van SS’ers kunnen historisch interessant zijn, maar dan moeten ze in de juiste context worden geplaatst.
Het is de vraag wat de drijfveer van de auteur is geweest om dit boek te publiceren. Lassooy geeft aan een geschiedenis-fan te zijn, veel onderzoek te hebben gedaan en interviews te hebben afgenomen. Hij heeft de benadering van een communicatie-expert en is dagelijks bezig met het overtuigen van doelgroepen en de daarbij behorende vormgeving. Dat is een helder standpunt, maar de focus op techniek en vorm ontslaat hem niet van de plicht om de juiste context aan de lezer te bieden.
Lassooy geeft hier en daar duidelijk aan dat het nationaalsocialisme een kwaadaardig ideologie was. In de inleiding lezen we dat de Duitse bezetting in Nederland veel schade heeft aangericht en dat zijn Joodse tante veel oorlogsleed heeft ondergaan. Hij is gefascineerd door het onderwerp en meent hij dat de foute kant van de persoonlijke oorlogsgeschiedenissen te weinig wordt belicht. Hij schrijft dat zijn lovende recensie van het oorlogswerk van Zwagers niet betekent, dat hij achter diens doelstellingen staat. Het gaat hem alleen om het vakmanschap van de tekenaar.
Was de NSB ‘gewoon een democratische partij?’
Toch slaat hij de plank soms mis. Lassooy schrijf op de tweede pagina van zijn inleiding terloops dat de NSB ‘gewoon een democratische partij’ was. O ja?! De NSB was in de eerste plaats een antidemocratische partij. Het was het parlementaire vehikel van een beweging die het democratische systeem wilde ontmantelen. Een stem op de NSB was een stem tegen de democratie. Deze visie werkt Lassooy uit wanneer hij de arrestatie van NSB’ers in mei 1940 beschrijft en besluit met de retorische vraag: ‘Hoe pijnlijk is deze opsluiting voor deze toch echt onschuldige en democratische Nederlanders?’ Onschuldig, wellicht, maar democratisch: nee.
Vormgeving was een zeer belangrijk wapen van het nationaalsocialisme. De vraag dringt zich op, na de vele paginagrote afbeeldingen van propagandaposters, meestal zonder begeleidend commentaar, of de tekst in dit boek in balans is met de vormgeving. Zo treffen we op pagina 47 een hele pagina aan waarin de ‘dienststructuur Willem Zwagers maart 1942 t/m juni 1943’ in een infographic is vormgegeven. Vakwerk van Lassooy, zeker, maar het leidt hier tot een misplaatste iconografie. Is de carrière van Zwagers zo bijzonder om er een hele pagina aan te wijden, terwijl er niet wordt ingegaan op andere fundamentele vragen?
De mogelijke betrokkenheid bij oorlogsmisdaden
Bij de beschrijving van de inval in de Sovjet-Unie is een citaat gevoegd van een overlevend Russisch slachtoffer van de Duitse massamoorden (p. 22 en 23). Lassooy verwijst niet naar het recente werk van Evert-Jan van Roekel, Veldgrauw. Nederlanders in de Waffen-SS (Spectrum, Amsterdam: 2019), waaruit blijkt dat Nederlandse Waffen-SS-eenheden betrokken waren bij ‘acties’ van Einsatzgruppen tegen burgers: communisten, Joden, Roma en Sinto, en partizanen. Uit sommige dagboeknotities blijkt dat zij hiervan wisten en er aan deel hebben genomen vanwege antisemitisme en onverschilligheid ten aanzien degenen die als ‘Untermenschen’ werden gezien. Wat was de mogelijke rol van de tekenaars hierin, die immers regelmatig zelf aan gevechtsacties deelnamen? We komen het niet te weten, misschien omdat er geen gegevens over zijn, maar de vraag had zeker gesteld moeten worden.
De tekeningen van Zwagers
Een van de kernvragen is waarom de SS in het tijdperk van de oorlogsfotografie gebruik maakte van tekenaars. De auteur is in zijn element als hij de tekeningen van Zwagers bespreekt en dan wordt de vraag terloops beantwoord. Bij de tekening Ein Stosstrup der Legion Niederlande überrascht die Sowjets:
“Op een foto is een scène moeilijk te ensceneren, zeker bij aanvalsacties. Maar op een tekening kan alles. Afgaand op de mooie poses en gedurfde houding van de Nederlanders heeft Zwagers de opdracht goed begrepen.” (p. 54)
Photoshop bestond nog niet en de tekenaars hadden een sleutelfunctie in de nazi-propaganda. Zij brachten het gewenste propagandabeeld van de oorlogshandelingen naar de huiskamers van de achterblijvende familieleden. Die functie betekende dat ze hun talent gebruikten om de steun van het thuisfront voor de strijd te mobiliseren, zelfs toen duidelijk was dat het Duitse leger al aan de verliezende hand was. Zij wisten waarom ze dit deden en wat de gevolgen daarvan waren.
Dat Zwagers uit persoonlijke politieke overtuiging voor de SS tekende, blijkt ook uit zijn dienstneming bij SS Landstorm Nederland. Hij tekende weer, terwijl hij deelnam aan en schreef over de strijd in Nederland tegen de geallieerden tot april 1945. Hij publiceerde het tot de laatste oorlogsdagen in de Zwarte Soldaat. Na de bevrijding was hij nog steeds een overtuigd nationaalsocialist.
De titel Getekend voor het leven suggereert dat Zwagers onder zijn oorlogservaringen heeft geleden, maar niets is minder waar. Hij heeft er zelf voor gekozen en was een overtuigd NSB’er, SS’er en antidemocraat, ook na de bevrijding. In de jaren hierna illustreerde opa Zwagers kinderboeken met konijntjes, paarden en andere lieflijke tafereeltjes.
Conclusie
Het boek is professioneel vormgegeven, maar de tekst biedt geen tegenwicht tegen de kracht van de getoonde nazi-propagandaposters en foto’s. Lassooy is communicatieprofessional en had het boek naar mijn mening meer waarde kunnen geven door een scherpe analyse van die getoonde propagandaposters en het verband met het propaganda werk van Zwagers. De auteur heeft zich laten leiden door het beeld en heeft aan de analyse te weinig aandacht besteed. In zijn verantwoording geeft hij aan bronvermelding ‘onzinnig’ (p. 256) te vinden en dat hij heeft gekozen voor een niet-wetenschappelijke benadering.
Geschiedenis moet zeker niet het exclusieve domein zijn van de academische historici, maar deze auteur schiet tekort in het stellen van kritische vragen en het beschrijven van de juiste context. Hij had zich in ieder geval beter moeten inlezen over de NSB en had zijn tekst kunnen laten beoordelen door iemand met meer verstand van de bredere context van de bezettingstijd. Mijns inziens heeft hij zich aan het onderwerp vertild. In Getekend voor het leven wordt de rol van getalenteerde propagandisten in het nationaalsocialistische machtssysteem niet grondig genoeg onderzocht.
Boek: Getekend voor het leven – Onno Lassooy
Ook interessant: Nederlandse SS’ers betrokken bij Holocaust
Reactie Onno Lassooy op bovenstaande bespreking:
Deze negatieve recensie doet absoluut geen recht aan mijn boek dat door vele lezers en andere recensenten als ‘zeer goed’ wordt bestempeld. Zo is de NSB wel degelijk een democratische partij te noemen omdat ze zich conformeerden aan de parlementaire democratie en meededen met de verkiezingen. De vele affiches zijn bedoeld ter ondersteuning van de tekst en niet andersom. Het gaat om het oorlogsverloop van Zwagers, hetgeen ik naast zijn tekeningen ondersteun met veel hoogwaardig beeldmateriaal. Juist ter verrijking van de context; ook de fraaie infographics helpen daarbij. Verder is een zoektocht naar mogelijke oorlogsmisdaden van de hoofdpersoon niet het onderwerp van het boek. En zeg ik daar wel degelijk iets over op een door de recensent gemiste pagina. Bronnen worden wel degelijk genoemd en de term ietwat onzinnig, verklaar ik – i.t.t. de recensent. Aan dit boek is vele jaren research voorafgegaan, hetgeen een zeer interessant en prettig leesbare biografie oplevert. Lees en oordeel zelf.
13 januari 2021