“Een man geboren voor oorlog, maar ook geboren om te sneuvelen in de oorlog. Een man van grote moed, inspiratie en leiderschap.” Het waren deze woorden die Barnes Wallis, de uitvinder van de stuiterbom, gebruikte om Wing Commander Guy Gibson te omschrijven. Deze maand is het precies zeventig jaar geleden dat de RAF de belangrijke Möhne, Sorpe- en Ederdammen kapot bombardeerde. Wingcommander Gibson leidde deze belangrijke bombardementsvlucht.
Air Chief Marshal Sir Arthur Harris noemde Guy Gibson zelfs de grootste krijger die Groot-Brittannië ooit had voortgebracht. De buitengewoon grote moed van Gibson en zijn leiderschap tijdens de beroemde aanval op de stuwdammen in het Ruhrgebied maakte hem tot hét icoon van Bomber Command en één van de grootste helden in de geschiedenis van de Royal Air Force.
Ervaren vlieger
Om elf uur in de ochtend van 3 september 1939 verklaarde Groot-Brittannië de oorlog aan Duitsland. Nog diezelfde dag vloog Guy Gibson zijn eerste missie. Als piloot van een Hampden van 83 Squadron steeg hij die middag op voor een verkenningsaanval waarbij men hoopte de Duitse vloot te lokaliseren. Mede als gevolg van het slechte weer keerden de Britse bommenwerpers echter onverrichter zake terug. Een periode van inactiviteit volgde voor 83 Squadron, totdat Hitler op 10 mei 1940 zijn offensief in het westen ontketende. Reeds op dit moment in de oorlog werd Gibson door zijn bevelhebbers uitgekozen om in de nacht van 1 op 2 juli 1940 de eerste bom van 2000 pond af te werpen tijdens een aanval op het Duitse slagschip Scharnhorst. Gedurende de zomer van 1940 voltooide hij zijn eerste ‘tour’ van dertig missies en werd hij onderscheiden met het Distinguished Flying Cross. Het was gebruikelijk dat hij vervolgens voor een periode van zes maanden zou worden overgeplaatst naar een trainingseenheid om zijn ervaring over te brengen op nieuwe vliegers.
Gibson gaf echter de voorkeur aan het vliegen van gevechtsmissies en hij vroeg met succes overplaatsing naar Fighter Command aan om de zes maanden bij een trainingseenheid te ontlopen. Hij vloog als nachtjager in de Bristol Beaufighters van 29 Squadron. Na 99 voltooide missies, waarin hij drie Duitse toestellen wist neer te halen, kreeg hij de rang van Squadron Leader en ontving hij een gesp op zijn Distinguished Flying Cross. Hij werd overgeplaatst naar Bomber Command en kwam als instructeur bij 51 Operational Training Unit terecht. Na het voltooien van meer dan honderd missies was hij vrijgesteld van gevechtsvluchten, maar toch wilde Gibson zijn aandeel blijven leveren in de strijd.
Opnieuw keerde Gibson terug naar een operationele eenheid. Hij kreeg het bevel over 106 Squadron en hij zou deze functie elf maanden lang bekleden. Hier maakte hij kennis met de nieuwe zware bommenwerper van Bomber Command, de Lancaster. Hij vloog een groot aantal missies in dit nieuwe type vliegtuig en bracht zijn totaal van voltooide gevechtsvluchten op 170. In april 1942 maakte Gibson promotie naar de rang van Wing Commander en werd hij onderscheiden met de Distinguished Service Order met gesp. De doorgewinterde vlieger was op dat moment nog altijd slechts 24 jaar oud.
Dambusters
Op 17 maart 1943 kreeg Gibson een nieuwe taak. Hij werd benoemd tot bevelhebber van het zojuist geformeerde X Squadron. Dit eskader was in het leven geroepen om speciaal te trainen voor een uiterst riskante operatie: een aanval op een drietal stuwdammen in het Ruhrgebied. Dit moest in de woorden van de planners een “ramp van de eerste orde veroorzaken”. De Britse wetenschapper Barnes Wallis had een zogenaamde stuiterbom ontworpen die, wanneer hij op de juiste manier werd afgeworpen, de dammen kon vernietigen. Hiervoor moesten de bommenwerpers op een hoogte van 18 meter, met een snelheid van 220 mijl per uur en onder een hoek van 7 graden de bom afwerpen. In eerste instantie werd dit onmogelijk geacht, maar Wallis wist de bevelhebber van de Royal Air Force, Air Chief Marshal Sir Charles Portal te overtuigen. Gibson werd vanwege zijn gevechtservaring, doorzettingsvermogen, leiderschap en ervaring met het vliegen van de nieuwe Lancaster bommenwerpers als leider voor deze precisieaanval gekozen en mocht zijn bemanningen voor het squadron zelf kiezen. Ook werden er Lancasters speciaal omgebouwd voor de aanval, die de Möhne- en de Sorpedammen als doelen had, met de Ederdam in de gelijknamige rivier als secundair doel.
De eenheid werd uiteindelijk hernoemd tot 617 Squadron. De codenaam voor de operatie was Chastise. De speciaal door Gibson gekozen bemanningen wisten tot de nacht voor de aanval niet wat hun doel was. Ze werden in Kent getraind op het vliegen op geringe hoogte in de nacht en op navigatie. Uiteindelijk werd de nacht van 16 op 17 mei 1943 gekozen als datum voor de aanval. Het was een heldere nacht, met een volle maan. Ook waren de stuwmeren op dat moment bijna volledig gevuld.
Negentien speciaal uitgeruste Lancasters stegen die avond op vanaf de basis RAF Scampton. De aanvalsmacht was verdeeld in drie golven en Gibson gaf leiding aan de eerste negen bommenwerpers. Zij moesten de Möhnedam aanvallen. Nadat zij het doel gevonden hadden was Gibson de eerste die zijn stuiterbom afwierp. Ondanks dat hij hierin slaagde, doorbrak de bom de dam niet. De volgende twee vliegtuigen moesten hun poging afbreken en uiteindelijk was het Squadron Leader Henry Young die met zijn bom de dam toch wist te vernietigen. Gibson vloog op datzelfde moment over de dam om het afweervuur van de Duitse verdedigers af te leiden van de Lancaster van Young. Korte tijd later kon het codewoord voor het doorbreken van de Möhnedam worden doorgegeven. Dit was ‘Nigger’, de naam van Gibson’s hond.
De tweede aanvalsgolf van vijf vliegtuigen had de Ederdam weten te lokaliseren. Bij de derde voltreffer, afgeworpen door Pilot Officer Les Knight, werd ook deze stuwdam vernietigd. Van de derde formatie van vijf Lancasters waren er al twee neergestort, voordat het doelgebied werd bereikt. De overige drie hadden grote moeite de Sorpedam te vinden, vanwege de dichte mist die ondertussen was gevormd. Slechts één piloot wist zijn stuiterbom af te werpen. De bom beschadigde de dam wel, maar wist deze niet te doorbreken. Van de negentien bommenwerpers keerden er later die nacht slechts elf terug in Engeland. Vier van hen waren neergehaald door Duits luchtafweergeschut en één Lancaster was gecrasht nadat hij beschadigd was geraakt bij de explosie van de zelf afgeworpen stuiterbom. De drie andere toestellen waren neergestort nadat zij een elektriciteitskabel en een boom hadden geraakt. Van de 56 bemanningsleden waren er 53 om het leven gekomen.
Heroïek
De aanval op de stuwdammen was ondanks de zware verliezen een succes geworden. Elf fabrieken waren door het water uit de stuwmeren volledig verwoest en 114 werden zwaar beschadigd. Er werden 25 bruggen vernietigd en grote delen van het Ruhrgebied zaten zonder stroom en drinkwater. De raid was echter ook een enorme impuls voor het Britse moraal en werd dan ook zeer actief gebruikt als oorlogspropaganda. De Britse kranten en de radio berichtten uitgebreid over de ‘Dambusters’ en koning George VI en Prime Minister Churchill brachten hun felicitaties over aan 617 Squadron. Boven bezet gebied werden pamfletten afgeworpen met foto’s van de vernietigde stuwdammen. Een maand later, op 22 juni, werden 32 vliegers van het squadron op Buckingham Palace onderscheiden voor hun aandeel in de operatie. Gibson kreeg voor zijn uitmuntende leiderschap de hoogste Britse militaire onderscheiding, het Victoria Cross, uitgereikt. Hij was in één klap de meest onderscheiden en de beroemdste vlieger van Bomber Command geworden.
Door alle aandacht voor de ‘Dambusters’ werd Guy Gibson een nationale held. Om te voorkomen dat hem iets zou overkomen werd hij vrijgesteld van het vliegen van operaties. Gibson gebruikte deze tijd om zijn oorlogservaringen op schrift te stellen voor dat wat zijn autobiografie ‘Enemy Coast Ahead’ zou worden (zie kader). Ook werd hij naar de Verenigde Staten gestuurd om lezingen te geven over de strijd tegen nazi-Duitsland. In december 1943 werd hij hier door president Roosevelt onderscheiden met het Legion of Merit.
Gibson had op deze manier de rest van de oorlog risicoloos kunnen doorbrengen, maar dat druiste in tegen zijn karakter. Of zoals Barnes Wallis het later omschreef:
Inactiviteit was voor Guy een langzame dood. De dood in de ogen kijken was zijn drug geworden. Misschien verwelkomde hij het onvermijdelijke wel en had hij het gevoel dat hij hen [zijn strijdmakkers] weer terug zou zien in hun Bomber Command Walhalla.
In ieder geval wilde Gibson weer vliegen, maar daarvoor kreeg hij geen toestemming van Air Chief Marshal Sir Arthur Harris, de bevelhebber van Bomber Command. Het zou een te grote klap voor het Britse moraal en een te grote impuls voor de Duitse propaganda zijn wanneer Gibson zou sneuvelen of, wellicht nog erger, krijgsgevangen zou worden gemaakt.
Master Bomber
Gibson bleef echter aandringen op een terugkeer binnen Bomber Command en kreeg uiteindelijk zijn zin. Hij werd aangesteld als Base Operations Officer op RAF East Kirkby, op de voorwaarde dat hij zelf aan de grond zou blijven. Maar ook nu wist hij zijn meerderen over te halen en kreeg hij toestemming de leiding op zich te nemen voor een luchtaanval op een doel in Duitsland. Air Chief Marshal Harris zou het later in zijn memoires een foute beslissing noemen om Gibson te laten vliegen.
Op 19 september 1944 fungeerde Gibson als Master Bomber tijdens een missie naar de tweelingsteden Mönchengladbach en Rheydt. Hij moest de bommenwerpers voorafgaan en het doel markeren. De complete formatie telde 227 Lancasters en 10 Mosquitos. Gibson vloog in Mosquito KB267 van 627 Squadron. Squadron Leader Jim Warwick fungeerde tijdens de missie als zijn navigator. Boven het doelgebied gaf Gibson de formatie nog instructies, maar op de terugweg naar Engeland ging het mis. Omstreeks elf uur crashte de Mosquito bij het West-Brabantse dorpje Steenbergen en vonden Gibson en Warwick de dood. Volgens getuigen was een afwijkend motorgeluid te horen. Men ging ervan uit dat het toestel boven het doel was geraakt door afweergeschut, aangezien er geen claims waren van Duitse jagers. Gibson en Warwick werden naast elkaar begraven op de algemene begraafplaats in Steenbergen; hun graven bevinden zich daar tot op de dag van vandaag.
Toen na de oorlog de resten van de Mosquito werden geborgen, kwam er een andere mogelijke oorzaak aan het licht. Er zou een fout zijn gemaakt bij het overschakelen naar een andere brandstoftank, waardoor de Mosquito simpelweg geen brandstof meer had. Ook bleek dat Jim Warwick nooit eerder in een Mosquito had gevlogen, terwijl juist hij verantwoordelijk was voor het verwisselen van de brandstoftank.
Friendly Fire?
In oktober 2011 vulde echter een nieuwe theorie over de crash de pagina’s van de Britse kranten. Filmmaker James Cutler was bezig met onderzoek naar Gibson voor een nieuwe film over de Dambusters, toen hij een bandopname in handen kreeg. Hierop verklaarde Sergeant Bernard McCormack dat hij indertijd het vliegtuig van Gibson per abuis had neergeschoten. McCormack was staartschutter in een van de 227 Lancasters die nacht. Op de terugweg naar Engeland werd hij opgeschrikt door een, naar wat hij dacht, Duitse nachtjager. McCormack opende het vuur en wist het toestel neer te halen boven Steenbergen. Terug op de basis zou hij zich hebben gerealiseerd dat hij het vliegtuig van Gibson en Warwick had neergeschoten. Het zou betekenen dat de grote held van Bomber Command hoogst ongelukkig om het leven was gekomen als gevolg van ‘friendly fire’.
Filmmaker Cutler beweerde bovendien dat hij een geheim gevechtsrapport onder ogen had gehad dat het verhaal van McCormack zou bevestigen. Dit alles wist geen van de Britse luchtvaarthistorici te overtuigen. Zij bleven onverminderd vasthouden aan de theorie dat Gibsons Mosquito zonder brandstof kwam te zitten. Uiteindelijk reageerde ook een officiële RAF woordvoerder:
“Er is al lange tijd verstreken sinds Wing Commander Guy Gibson en zijn navigator zijn neergestort. We hebben simpelweg de feiten niet meer beschikbaar om het verhaal te bevestigen en daarom is het slechts een van de verhalen over hoe het vliegtuig crashte.”
De werkelijke oorzaak voor de crash van de Britse oorlogsheld blijft dus onbekend. Misschien past het ook wel het beste bij zijn reputatie van onbevreesde krijger dat de nieuwe theorie van Cutler niet kan worden bevestigd en de daadwerkelijke toedracht raadselachtig blijft.
~ Pieter Schlebaum – Wereld in Oorlog