Bij uitgeverij Het Spectrum verschijnt januari 2018 het boek De kunst van het snijden. Hoe Joseph Lister de geneeskunde voorgoed veranderde, het verhaal van de ‘bloederige, huiveringwekkende horrorwereld van de 19e-eeuwse geneeskunde’. In anatomische theaters opereerden chirurgen op een brute, razendsnelle manier onder het oog van publiek. Operaties werden zonder verdovingsmiddelen uitgevoerd, en veel patiënten overleden na afloop aan infecties. Tot de jonge chirurg Joseph Lister de geschiedenis van de geneeskunde voorgoed veranderde, dankzij de kiemtheorie en ontsmettingsmiddelen. Op Historiek een fragment waarbij Lister de Britse koningin Victoria behandelt, die op dat moment leed aan een abces.
Het abces van Koningin Victoria
Op 4 september 1871 hield Listers rijtuig halt bij de grote entree van kasteel Balmoral, het hart van het uitgestrekte landgoed van koningin Victoria in de Schotse Hooglanden. De dag daarvoor had hij een spoedtelegram ontvangen, waarin om zijn aanwezigheid op dit koninklijk verblijf werd gevraagd. De koningin was ernstig ziek: een abces in haar oksel was uitgegroeid tot het formaat van een sinaasappel, met een doorsnee van 15 centimeter. Nu Syme niet meer leefde was Lister de beroemdste chirurg van Schotland. Het sprak niet meer dan vanzelf dat hij voor een consult zou worden gevraagd voor een ernstige kwestie als de gezondheid van de vorstin.
Victoria’s misère was enkele weken daarvoor begonnen, toen ze last kreeg van een zere keel. Kort daarop kreeg ze pijn in haar rechterarm, die opgezwollen raakte. In een passage in haar dagboek van korte tijd later beklaagde de koningin zich dat haar ‘arm niet beter [is] en op geen enkele behandeling reageert. Van alles is al geprobeerd.’ Haar artsen smeekten de vorstin om er een chirurg bij te mogen halen. Zij zag de ernst van de situatie niet in en maakte bezwaar, maar beloofde er wel over na te denken. Toen de pijn een aantal dagen later een onverdraaglijk niveau had bereikt, stemde Victoria er eindelijk mee in.
De precieze chirurg had alles bij zich wat hij voor een ingreep nodig had, waaronder zijn nieuwste uitvinding: de fenolverstuiver. Het idee voor het apparaat was een paar maanden daarvoor bij Lister opgekomen en was deels geïnspireerd op een reeks experimenten van de Britse natuurkundige John Tyndall. Door een felle lichtbundel door de lucht te laten schijnen, liet Tyndall zien hoe hoog de concentratie stof was die door de lucht zweefde. Het viel hem echter op dat als de lucht vrij van stofdeeltjes was, het licht verdween. Tyndall maakte met behulp van hitte een luchtmonster stofvrij en liet zien dat bederfelijke oplossingen die daaraan werden blootgesteld steriel bleven, terwijl contact met stof bevattende lucht algauw leidde tot bederf door bacteriën en schimmels. Hij sprak vol verbazing over het aantal deeltjes in de lucht, die ‘elk uur en elke minuut van ons leven door onze longen kolkten’ en uitte zijn zorgen over het effect dat al die deeltjes in het bijzonder konden hebben op chirurgische instrumenten. Voor Lister versterkte dit alleen maar het idee dat ziektekiemen in de lucht in een medische omgeving vernietigd moesten worden. De fenolverstuiver was daarom ontwikkeld om de lucht rond de patiënt te steriliseren, zowel tijdens een operatie als achteraf, bij het verschonen van het verband. Maar hij had er nog een bedoeling mee. Lister meende dat de verstuiver de noodzaak tot het direct met fenol bevochtigen van de wond zou wegnemen, waardoor de huid vaak werd beschadigd en het risico op ontsteking en infectie werd vergroot.
Het apparaat werd aanvankelijk met de hand vastgehouden, maar zoals alle vernieuwingen van Lister onderging het tijdens zijn leven verschillende aanpassingen. In een van de latere vormen – bijgenaamd de ‘donkeymachine’ – stond een grote koperen verstuiver op een driepoot van bijna een meter hoog. Met een dertig centimeter lange hendel kon de nevel gericht worden. Het hele mechaniek woog ruim vier kilo, een omslachtig geval dat met behulp van Listers assistenten moest worden binnengedragen. Dan bedienden zij om de beurt het apparaat tijdens de lange uren in de operatiezaal. Een van Listers voormalige studenten schreef dat de ‘burgers van Edinburgh begonnen te wennen aan de aanblik van [Lister] die door de straten reed en de ruimte van zijn coupé moest delen met dit formidabele werktuig van zijn oorlogvoering’.
Hoe komisch het mechanisme ook was, het gebruik van een fenolnevel was een belangrijk moment in de medische geschiedenis. Voordat hij ermee begon, konden critici Listers wondbehandeling een uitbreiding van traditionele methoden noemen, waarbij wonden ook werden schoongemaakt met een of ander antisepticum. De verstuiver gaf echter aan dat Lister de ziektekiemtheorie onderschreef, in het bijzonder in de door Louis Pasteur naar voren gebrachte vorm. Op dit punt was nog maar weinig gedaan aan het aanbrengen van een onderscheid tussen de ene soort bacteriën en de andere, laat staan tussen ziekmakende en onschadelijke bacteriën. Pas decennia later hing Lister de verstuiver aan de wilgen, toen de Duitse arts en microbioloog Robert Koch een techniek ontwikkelde om bacteriën te kweken en te kleuren in een petrischaal (genoemd naar zijn assistent Julius Petri). Daarmee kon Koch bepaalde micro-organismen in verband brengen met specifieke ziekten en kon hij de theorie naar voren brengen dat bacteriën als aparte soorten bestaan, die elk een geheel eigen klinisch syndroom teweegbrengen. Met deze methode liet Koch zien dat door de lucht gedragen pathogenen niet de belangrijkste boosdoeners van wondinfecties waren, zodat het steriliseren van de lucht zinloos bleek.
In 1871 was Lister echter nog geheel in de ban van deze techniek en nam hij de verstuiver mee toen hij aan het bed van de koningin werd geroepen. Toen Lister Victoria’s grote slaapvertrek in kasteel Balmoral betrad, was hij vol vertrouwen dat zijn antiseptische methode levens redde. Maar het toepassen van fenol op patiënten in het ziekenhuis, of zelfs op zijn eigen zus, was nog iets anders dan het in te zetten bij de behandeling van een koningin. Zijn reputatie zou eraan geloven als zijn optreden de monarch blijvend letsel toebracht. Bij het onderzoeken van Victoria zal Lister de nodige opwinding hebben gevoeld, toen hij inzag dat de toestand kritiek was. Als het abces erger werd, konden uiteenlopende septische omstandigheden de kop opsteken, met als mogelijk gevolg de dood van de koningin.
Met tegenzin gaf Victoria toestemming voor het doorzetten van de operatie. Ze gaf later in haar dagboek toe: ‘Ik was vreselijk zenuwachtig, want ik kan zo slecht tegen pijn. Ze zullen me chloroform geven, maar niet te veel, want ik ben bepaald niet in goeden doen.’ Ze zou in feite tijdens de hele operatie half bij bewustzijn blijven, omdat Lister had besloten haar vanwege haar penibele gezondheidstoestand geen zware dosis van het verdovingsmiddel toe te dienen.
Lister riep de hulp in van de koninklijke lijfarts William Jenner, aan wie hij de taak toevertrouwde tijdens de ingreep de fenolverstuiver te bedienen. Terwijl Lister zijn instrumenten, zijn handen en het aangedane gebied onder Victoria’s arm begon te desinfecteren, pompte Jenner nevels fenol de lucht in en vulde zo de kamer met de typische zoete teergeur. Toen Lister ervan overtuigd was dat genoeg van het antisepticum de onmiddellijke omgeving verzadigd had, maakte hij een diepe incisie in het abces van de koningin. Bloed en pus stroomde uit de wond naar buiten. Lister maakte de snijwond zorgvuldig schoon, terwijl Jenner energiek de fenolnevel bleef pompen en zo iedereen in de nabijheid met witte wolken van de bijtende stof bedekte. Op zeker moment maakte de lijfarts met het aparte bedenksel een onhandige manoeuvre en sproeide hij de koningin per ongeluk in het gezicht. Toen ze protesteerde antwoordde Jenner schertsend dat hij slechts degene was die de blaasbalg bediende. Toen de ingreep voorbij was, verbond Lister voorzichtig de wond en liet hij de uitgeputte vorstin rusten.
De volgende dag verschoonde Lister Victoria’s verband en merkte hij dat zich onder het linnen dat hij over de wond van de incisie had geplaatst, etter had gevormd. Lister moest snel optreden als hij een infectie wilde voorkomen. Terwijl hij naar de verstuiver staarde, kreeg hij een idee. Hij haalde de rubberen buis van het apparaat af, liet die de hele nacht weken in een fenoloplossing en stopte de buis de volgende ochtend in de wond om de pus te laten afvloeien. De volgende dag, schreef Listers neef, was de chirurg ‘zeer verheugd dat er niets [uit de wond] kwam, behalve een druppel of wat aan helder serum’. Lister zelf beweerde dat dit de eerste keer was dat hij zo’n drain had gebruikt. Zijn vindingrijke geïmproviseerde uitvinding, samen met zijn toepassing van antiseptische technieken, hadden Victoria ongetwijfeld het leven gered. Een week later verliet Lister kasteel Balmoral en keerde hij terug naar Edinburgh, ervan overtuigd dat de koningin goed zou herstellen.
Terug in de collegezaal grapte hij tegen zijn studenten:
‘Heren, ik ben de enige die ooit een mes in de koningin heeft gestoken!’
Boek: De kunst van het snijden. Hoe Joseph Lister de geneeskunde voorgoed veranderde