Voor een grote tentoonstelling over Hollandse Meesters leent de Hermitage in Sint-Petersburg ruim zestig topstukken uit aan de Hermitage Amsterdam. Bijzonder is dat ook zes schilderijen van Rembrandt aan de Amsterdamse dependance van het wereldberoemde museum in bruikleen gegeven worden. De werken zijn inmiddels aangekomen in Nederland.
Het leeuwendeel van de schilderijen uit Sint Petersburg heeft in Rusland een permanente plek in de museumexpositie en is na aankoop door de tsaren niet meer in Nederland te zien geweest.
Dat de Hollandse meesters nu naar Nederland komen is opvallend. Toen de Hermitage in Amsterdam jaren geleden de deuren opende, waren verschillende musea bang voor extra concurrentie. De Hermitage liet toen echter weten deze musea niet voor de voeten te lopen. Er was een soort akkoord dat de Hermitage géén Hollandse meesters zou laten zien.
Bruiklenen
Van onvrede bij andere grote kunstmusea lijkt geen sprake. Het Rijksmuseum, Mauritshuis en het Amsterdam Museum hebben voor de tentoonstelling Hollandse Meesters uit de Hermitage. Oogappels van de tsaren zelfs bruiklenen afgestaan. Het gaat onder andere om drie ‘broers en zussen’ van werken uit de collectie uit Sint Petersburg.
Melchior d’Hondecoeters Een pelikaan en ander gevogelte bij een waterbassin, bekend als ‘Het drijvend veertje’, Collectie Rijksmuseum, hangt hierdoor straks naast zijn Vogels in een park uit de Hermitage. Twaalf schutters van rot E van Dirk Jacobsz. uit het Amsterdam Museum is een pendant van Groepsportret van het Amsterdamse schutterskorps (Negen schutters van Rot E) van dezelfde schilder dat de Hermitage Amsterdam uit St.-Petersburg leent. Eveneens uit het Amsterdam Museum komt Het varken op de leer met gezicht op de Haarlemmerpoort van Michiel van Musscher, sterk beïnvloed door De Nieuwmarkt in Amsterdam van Bartholomeus van der Helst uit de Hermitage.
Een vierde extra bruikleen komt van het Mauritshuis. Portret van Loef Vredericx (1590-1668) als vaandeldrager van Thomas de Keyser was misschien wel een van de meest geliefde werken van de tsaren. Zo nam tsaar Paul I het doek regelmatig persoonlijk mee op reis.
Bloeiperiode
Verder zullen onder meer werken van Gerrit Adriaensz. Berckheyde, Ferdinand Bol, Gerard ter Borch, Gerard Dou, Govert Flinck, Jan van Goyen, Frans Hals, Pieter Lastman, Gabriël Metsu, Paulus Potter, Jacob van Ruisdael, Jan Steen en Joachim Wtewael te bewonderen zijn. De Hermitage:
“Het wordt een feest van herkenning en ontdekking. De bloeiperiode tussen 1650 en 1670 komt met 37 werken ruim aan bod. Naast wereldberoemde schilderijen, bevat de tentoonstelling ook werken van tegenwoordig minder bekende schilders, zoals Willem Drost, Jacob Duck, Pieter Janssens Elinga, Arent de Gelder en Emanuel de Witte, die niettemin zeer indrukwekkend te noemen zijn.”
Kunstminnende tsaren
De tentoonstelling vertelt over de liefde voor de Hollandse Meesters van de tsaren en over de handel in de kunstwerken. Peter de Grote verwierf zijn eerste Rembrandt al op 25-jarige leeftijd en mag zich daarmee tot de vroege verzamelaars van Hollandse Meesters rekenen. Hij begon nog voordat verzamelaars in andere landen met het virus besmet raakten. Catharina de Grote en ook vele privéverzamelaars legden grote collecties aan in de achttiende eeuw, haar opvolgers uit de negentiende eeuw bleven dit deel van de collectie uitbreiden. Zo zetten zij de internationale trend in de waardering voor Rembrandt en zijn tijdgenoten voort.
Hollandse Meesters uit de Hermitage is te zien vanaf zaterdag 7 oktober 2017 tot en met 27 mei 2018 in de Keizersvleugel van de Hermitage Amsterdam.
Ook interessant: Boek bij de tentoonstelling