Wanneer iemands doopceel wordt gelicht, wordt uitgebreid onderzoek naar een bepaald persoon gedaan. Waar komt deze uitdrukking vandaan? En wat is een doopceel eigenlijk?
De doopceel is te vergelijken met de moderne geboorteakte. In plaats van een uittreksel uit het geboorteregister is het een uittreksel uit het doopregister. Het woord ceel (ook wel cedel of cedul) betekent letterlijk: schriftelijk bewijsstuk. Het woord gaat terug op het middeleeuws Latijnse woord cedula.
Vanaf de zestiende eeuw hielden pastoors of kosters van kerken in dit register welke personen wanneer waren gedoopt. Ook voor de zestiende eeuw werden al dergelijke registers bijgehouden, maar na het Concilie van Trente (1545-1563) gebeurde systematisch.
Bron voor onderzoekers
In het register werd niet alleen vermeld wie gedoopt werd, doorgaans vermelde men ook de namen van de ouders van de dopeling evenals de namen van de getuigen die bij uitreiking van het sacrament aanwezig waren. Tot slot werd meestal ook de naam van de priester of pastoor vermeld. Ook in protestantse kerken werden doopregisters bijgehouden.
Aangezien de burgerlijke stand pas in 1811 werd ingevoerd, vormen doopregisters een belangrijke bron van informatie voor bijvoorbeeld genealogen die “iemands doopceel willen lichten”.
Boekenrubriek: Taalgeschiedenis