In de nacht van zaterdag 26 op zondag 27 oktober 2024 wordt de klok weer een uur achteruit gezet. Het is dan weer wintertijd. Hoe lang doen we dat al, de klok verzetten, en waarom eigenlijk?
In Nederland zijn winter- en zomertijd in 1977 ingevoerd. Voor die tijd had men het jaren zonder gedaan. In de zomer hoefde de klok niet vooruit en in de winter niet achteruit. Geen ‘nacht van de nacht’ en in de zomer geen ‘gebroken nacht’.
Waarschijnlijk was de beroemde Amerikaanse geleerde Benjamin Franklin (1706-1790) de eerste die voorstelde eens serieus na te denken over hoe er effectief om kon worden gegaan met het daglicht. In 1784 schreef hij het satirische artikel “An Economical Project for Diminishing the Cost of Light”. De geleerde schreef dat hij op een dag om zes uur ´s ochtends wakker geworden was, naar buiten had gekeken en gezien had dat de zon al op was. Bovendien constateerde hij dat de zon op dat vroege uur ook al licht gaf. Verspilling, meende Franklin, die stelde dat mensen ontzettend veel kaarsen en geld konden besparen als ze in de zomer een paar uur ‘eerder’ zouden leven. Zijn artikel was vooral humoristisch bedoeld. In de praktijk werd er niets mee gedaan.
William Willett en de Zomertijd
De eerste die met een echt serieus plan kwam voor zomer- en wintertijd was de Brit William Willett (1856–1915). In 1907 kwam hij met het plan om de klok in de lente op vier opeenvolgende zondagen steeds twintig minuten vooruit te zetten. Op zondagen in september zou de klok dan weer steeds twintig minuten teruggezet moeten worden.
Willett schreef in zijn brochure The Waste of Daylight onder meer het volgende:
“Everyone appreciates the long light evenings. Everyone laments their shrinkage as Autumn approaches, and nearly everyone has given utterance to a regret that the clear bright light of early morning, during Spring and Summer months, is so seldom seen or used.” (Vertaling: Iedereen waardeert de lange lichte avonden. Iedereen betreurt het slinken ervan naarmate de herfst nadert, en bijna iedereen betreurt het dat het heldere licht van de vroege ochtend in de lente- en zomermaanden zo zelden wordt gezien of gebruikt.)
Velen namen met interesse kennis van het plan van Willett, maar er werd niets mee gedaan.
Ezelsbruggetje
Niet iedereen vindt het eenvoudig om te onthouden hoe de klok in het voorjaar en najaar verzet moet worden. Het volgende ezelsbruggetje kan dan helpen: in het voorjaar gaat de klok vooruit. Ook kan gedacht worden aan de kleding die men in de verschillende periodes draagt: korte broeken korter slapen en lange broeken langer slapen.
Eerste Wereldoorlog
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de zomertijd door de Duitsers voor het eerst echt ingevoerd. De oorlog was duur en om kolen te besparen besloot Duitsland op 30 april om één uur voor middernacht de zomertijd in te voeren. Ook in de bezette delen van België en Frankrijk werd dit ingevoerd. Nederland volgde het voorbeeld een dag later. Engeland voerde de zomertijd drie weken nadien ook in.
Tijdens het interbellum was er geen zomer- of wintertijd. In de Tweede Wereldoorlog ging Nederland op bevel van de Duitsers van de Amsterdamse Tijd over op de Midden-Europese Tijd. De klok moest één uur en veertig minuten vooruit worden gezet zodat het in Nederland even laat zou zijn als in Duitsland. In 1946 werd de zomertijd afgeschaft. In 1977 werden zomer- en wintertijd echter alweer ingevoerd. Dit keer vanwege de oliecrisis. Door in de zomer langer gebruik te maken van het zonlicht, zou er energie bespaard worden.
Afschaffen?
In 2019 stemde het Europees Parlement in met een voorstel om de halfjaarlijkse tijdswisselingen af te schaffen. Het verzetten van de klok zou een negatieve impact hebben op het bioritme van mens en dier, zorgen voor gezondheidsklachten en bovendien zou de energiebesparing zeer beperkt zijn.
Oorspronkelijk was het de bedoeling om de klok in 2021 voor het laatst te verzetten. Elk EU-land mocht zelf kiezen om permanent zomertijd of wintertijd te hanteren. Veel landen keken hierna echter naar elkaar. Zo gaf Nederland al snel aan pas een besluit te willen nemen zodra duidelijk is wat de buurlanden doen, ook omdat men niet zit te wachten op een lappendeken aan tijdzones. Aangezien er nog steeds geen overeenstemming is over de vraag welke tijd gekozen moet worden, blijft alles voorlopig hetzelfde en blijven we de klok dus verzetten.