De term individualisering is regelmatig te horen of lezen in de media. Ook in de geschiedschrijving komt dit begrip met enige regelmaat voor. Zeker waar het de periode na de Tweede Wereldoorlog betreft en dan specifiek in de westerse wereld. Wat betekent dit begrip precies? Een korte geschiedenis van dit fenomeen.
De term individualisering is afkomstig uit de sociologie. Het werd voor het eerst gebruikt in eindjaren 1830 (als individualism) door de Britse socialist en filantroop Robert Owen (1771-1858). Ook werd het begrip behandeld door bekende sociologen als Emile Durkheim, Georg Simmel en Norbert Elias. Deze wetenschappers koppelden dit verschijnsel aan de moderne samenleving in West-Europa en de Verenigde Staten.
De betekenis van individualisering
De term individualisering kan als volgt omschreven worden (deze definitie is afkomstig uit de geschiedenislesmethode Geschiedeniswerkplaats):
“De ontwikkeling in de samenleving waarbij het individu en zijn behoeften meer centraal komen te staan. Hierbij wordt een individueel persoon niet langer beschouwd als een lid van een groter geheel (zoals een gezin of maatschappij), maar ligt het accent op die persoon als zelfstandig en zelfbepalend wezen.”
Historische ontwikkeling van individualisering (enkele hoofdlijnen)
Als aanjager van de individualisering in de westerse wereld, wordt meestal de periode van de jaren 1960 genoemd. In dat decennium vroegen allerlei emancipatiebewegingen, zoals het feminisme, aandacht voor het individu. De vrouw moest alleen, dus los van haar gezin en man, kunnen functioneren en niet meer afhankelijk van hen zijn. Diverse ontwikkelingen van de jaren 1960 bevorderden de maatschappelijke individualisering. De ontzuiling – na een tijd van verzuiling – bood meer vrijheid, Provo kwam in verzet tegen collectieve autoriteiten, de televisie kwam op en door de komst van de vrije zaterdag kon het individu de wereld gaan verkennen. De digitalisering van de samenleving door de opkomst van computers (jaren 1970-1980), internet en smartphones (vooral na 1995), bood nog eens extra stimulansen voor de individualisering van de samenleving.
De wortels van het fenomeen waarbij de klemtoon en aandacht op het individu komen te liggen, gaan echter verder terug. Sowieso hadden de Reformatie en het humanisme in de zestiende eeuw veel impact. Deze bewegingen legden het accent op het individu. Feitelijk was de Reformatie een zeer individualistische stroming waarbij de rooms-katholieke collectieven (zoals beelden, Maria, de biecht, de aflaten, de paus) als tussenschakels moesten verdwijnen. Zo kon de protestant – zonder tussenschakels als geestelijken, beelden of relikwieën – zelf als individu rechtstreeks een relatie aangaan met God.
Een andere belangrijke aanjager van het individualisme waren bewegingen als de Franse Revolutie (met de klemtoon op vrijheid), de Industriële Revolutie (waardoor de welvaart toenam en het individu uiteindelijk mer bestedingsruimte kreeg) en het rationalisme (met de klemtoon op de individuele rede).
Lees ook: Emancipatiebeweging – betekenis en herkomst
…of: 225 jaar vrouwenemancipatie: een korte geschiedenis
Boek: Een vrije vogel – biografie van Wim Kist
Boeken
-Fleur de Beaufort, Individualisering (Amsterdam: Boom Uitgevers, 2020).
Internet
-https://www.aup.nl/journal-downloads/sociologie/nr_3_-_de_individualisering_van_de_samenleving_en_de_toekomst_van_de_sociologie.pdf
-https://www.ensie.nl/psychologie-en-sociologie/individualisering
-https://en.wikipedia.org/wiki/Individualism
-https://www.encyclo.nl/begrip/individualisering
-https://nl.wikipedia.org/wiki/Individualisering