De Jakobijnen vormden in de Franse Revolutie een belangrijke radicale partij die haar toppunt bereikte ten tijde van de Terreur. De meest invloedrijke en bekende Jakobijn was Maximilien de Robespierre.
De Jakobijnen ontleenden hun naam aan het voormalige dominicanenklooster St.-Jacques in de Rue Saint-Honoré waar in de beginperiode veel vergaderd werd. De groepering kwam voort uit de zogeheten Club Breton in Versailles, die gevormd werd door progressieve afgevaardigden van de Staten-Generaal. Eind 1789 werd deze groepering heropgericht onder de naam Genootschap der Vrienden van de Grondwet, al duidde men de leden vooral aan als Jakobijnen.
De Jakobijnen stonden achter de idealen van de Franse Revolutie en wilden voorkomen dat aristocraten de klok terugzetten. Mede hierdoor kwamen de leden in conflict met de girondijnen of brissotins, een groep gematigde liberale revolutionairen. Onder leiding van Robespierre zetten de Jakobijnen in 1792 de Franse koning gevangen. Kort hierna rekenden de Jakobijnen af met de Girondijnen. Na een belegering van de Nationale Conventie werden maar liefst eenendertig leden, allemaal aanhangers van de gematigde revolutionaire vleugel, afgezet en vervangen door Jakobijnen.
De periode hierna kwam bekend te staan als de Terreur (1792-1794) doordat op bloedige wijze afgerekend werd met alle (mogelijke) tegenstanders van de Jakobijnen. In deze periode vielen naar schatting 40.000 slachtoffers, die voornamelijk onder de guillotine belandden. Ook de afgezette Franse koning Lodewijk XVI en zijn vrouw Marie-Antoinette belandden op het schavot. Naast al dit bloedvergieten werden er in deze periode verschillende economische, sociale en culturele hervormingen doorgevoerd.
Het Jakobijnse terreurbewind werd in de zomer van 1794 ten val gebracht door een groep gematigde revolutionairen, de zogeheten Thermidoriaanse Reactie. Robespierre en zijn belangrijkste bondgenoten werden gearresteerd en in de gevangenis gegooid. Aanvankelijk wist Robespierre met enkele anderen te ontsnappen en deed hij een mislukte zelfmoordpoging, maar kort erna werd hij weer opgepakt en ter dood veroordeeld. De voorman van de Jakobijnen moest hierna zelf plaatsnemen onder de guillotine.