Vandaag rond ik mijn reeks af over de expositie over Byblos in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Ik heb er met plezier over geschreven. Het museum is me dierbaar. Ook Libanon is me dierbaar, ik gun de Libanezen leukere publiciteit dan waarmee ze doorgaans in het nieuws komen, en ik heb bij elk bezoek fijne dagen doorgebracht in Byblos. Oftewel, zoals het nu heet, Jbeil.
Jbeil heeft een aardige souq vol kleine winkeltjes, waarvan er een onderdak biedt aan een piepklein fossielenmuseum. (Over de fossielen van Byblos is ook een interessant verhaal te vertellen.) Het haventje is tegenwoordig vooral in gebruik voor vissers en een paar kleine plezierjachten. Er is een wassenbeeldenmuseum en er zijn wat cafés, waarvan sommige betere dagen hebben gehad. Ik eet graag in Al-Bahr, wat gewoon “zee” betekent. Het ligt even buiten de stad, naar het noorden, aan het strand.
En nee, de zeurpiet die me naar mijn financiële belang vraagt: Al-Bahr betaalt me geen cent. En dat plan om naar Libanon te gaan om filmpjes te maken, dat kwam van mijn vriendin. Ik heb later een financiële tegemoetkoming van het Rijksmuseum van Oudheden gehad waarmee we een kwart van onze kosten konden dekken. Het museum heeft geen inhoudelijke bemoeienis gevraagd. Ik vertel dit, want ik ben de insinuaties dat ik betaald reclame maak, meer dan zat. Als je werkelijk denkt dat mensen alleen door financiële belangen worden gedreven, moet je je mensbeeld laten nakijken.
Mijn laatste filmpje had eigenlijk moeten gaan over het Kruisvaarderskasteel dat nog steeds boven Byblos uit torent. Het is het eerste wat je ziet als je het stadje vanaf de grote weg nadert. Er is ook nog een stadspoort uit die tijd, compleet met Mariabeeld, en de ingang tot het haventje wordt bewaakt door verdedigingswerken uit de tijd van de Kruistochten. Twee kerken langs de weg naar de haven dateren eveneens uit de Middeleeuwen. Middeleeuws Byblos biedt een interessant verhaal, maar op de dag dat we aan het filmen waren, zijn we daar simpelweg niet meer aan toegekomen. U zult er zelf voor naar Libanon moeten.
Wat ik nog wel voor u heb: een Byzantijnse olijfoliepers. Byzantijnse olijfoliepersen zijn in de mode. Hier is er nog een, ook uit Libanon, pas ontdekt.