Nicholas Winton redde tijdens de Tweede Wereldoorlog 669 voornamelijk Joodse kinderen uit Tsjechoslowakije door ze naar veilige pleeggezinnen in het Verenigd Koninkrijk te brengen. Zijn heldhaftige acties bleven decennialang onbekend totdat zijn vrouw in 1988 documenten vond die zijn verhaal onthulden.
Nicholas Winton, zoon van Duitse Joden, groeide op in Londen. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog belandde hij in Tsjechoslowakije. Een vriend had hem gevraagd te helpen bij het Joods maatschappelijk werk. Winton zette uiteindelijk in zijn eentje een organisatie op om kinderen van Joodse families te helpen die vanwege de rassenwaan van de nazi’s gevaar liepen.

Winton vond huizen in Groot-Brittannië voor 669 kinderen. Eenvoudig was het niet om de Joden ook naar Groot-Brittannië over te brengen. Ze moesten in Hoek van Holland namelijk inschepen op de veerboot en de Nederlandse regering had na de Kristallnacht besloten juist de grenzen voor alle Joodse vluchtelingen te sluiten. Uiteindelijk slaagde Winton er, vanwege de Britse garanties, toch in de kinderen via Nederland naar Groot-Brittannië te brengen.
De ‘Britse Schindler’
Pas in 1988 kwam er aandacht voor de redding van de 669, met name Joodse, kinderen. Dit nadat zijn vrouw Grete op zolder een plakboek had gevonden met daarin onder meer lijsten van de kinderen. Niet veel later besteedde de BBC in het televisieprogramma That’s Life (zie video hierboven) aandacht aan de zaak. Winton werd toen ook herenigd met een groot aantal inmiddels volwassen ‘kinderen’, die hij het leven had gered door hen naar Groot-Brittannië te brengen.
Omdat hij zoveel Joden het leven redde, wordt Nicholas Winton ook wel eens de ‘Britse Schindler’ genoemd, naar Oskar Schindler, de zakenman die honderden Joden het leven redde door hen te werk te stellen in zijn fabriek.
Een jaar voor zijn overlijden reisde de Brit nog naar Tsjechië om daar de hoogste onderscheiding van dat land in ontvangst te nemen.