Historica Ilse Raaijmakers hoopt maandag aan de Universiteit Maastricht te promoveren op haar onderzoek naar de geschiedenis van de herdenkingsdagen 4 en 5 mei. Deze dagen zijn al tijden onderwerp van discussie. Volgens Raaijmakers ligt de oplossing voor het debat niet in het verleden.
De discussie over 4 mei spitst zich vooral toe op de vraag wie er op die dag precies herdacht moeten worden. Soms wordt dan geroepen dat we weer terug moeten naar de oorsprong en dat de herdenking dan alleen moet gaan om de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Op de universiteitswebsite zegt Raaijmakers hierover het volgende:
“Dit veronderstelt dat in het verleden alleen slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog werden herdacht. Dat is echter niet het geval. Al in 1961 besloot de Nederlandse regering – onder druk van Indië-veteranen – om de herdenking op 4 mei uit te breiden naar slachtoffers van na 1945. Bovendien stonden direct na de oorlog vooral gevallen soldaten en verzetsstrijders centraal bij de herdenking. Pas in de jaren zestig en zeventig kwam er mondjesmaat aandacht voor burgerslachtoffers: joden, Roma, Sinti en anderen.”
Duitse gevallenen
Volgens de onderzoekster werd het beeld van daders en slachtoffers langzaam minder zwart-wit.
“En dat levert problemen op bij 4 en 5 mei. Hoe laat je zo’n grijze visie terugkomen in herdenkingen? De afgelopen jaren hebben we al gezien dat dit tot veel discussie leidt. Denk aan het gedicht over een Nederlandse SS’er op de Dam en het herdenken van Duitse gevallenen in Vorden.”
De historica stelt dat de oplossing voor het debat niet in het verleden gevonden kan worden. De na-oorlogse jaren stonden namelijk vooral in het teken van de wederopbouw en toen had men vooral behoefte aan “positieve, zingevende verhalen over de oorlog”. Vooral de mensen aan wie men de vrijheid had te danken werden toen herdacht. Vandaag de dag zijn er veel meer mensen die het van belang vinden om burgerslachtoffers en ander zinloos geweld te herdenken. Raaijmakers:
“‘De’ essentie van 4 en 5 mei bestaat dus niet. Wel is het goed dat iedereen de kans krijgt mee te praten over de invulling van 4 en 5 mei, ook dat hoort – net als veel discussie – bij herdenken in een democratie.”