Het Rijksmuseum in Amsterdam heeft een collectie modern Japans lakwerk ontvangen van de verzamelaars Jan Dees en René van der Star. De collectie, die wereldwijd als toonaangevend wordt beschouwd, omvat negentig objecten en biedt inzicht in de ontwikkeling van de Japanse lakkunst in de periode tussen 1890 en 1950.
De fascinatie van Jan Dees en René van der Star voor Japans lakwerk begon in de jaren zeventig van de vorige eeuw, toen ze hun eerste aankoop deden: een inro, een klein draagbaar medicijndoosje, met de afbeelding van een raaf. Hun verzameling richt zich op de periode waarin de Japanse lakkunst een vernieuwende fase doormaakte, met gedurfde ontwerpen en een geheel nieuwe beeldtaal.
In 1927 werd lakwerk voor het eerst toegelaten tot de nationale kunsttentoonstelling in Japan, waarmee het officieel werd erkend als moderne kunstvorm. Een voorbeeld uit de collectie is een theebusje met een voorstelling van anjelier-bloemen.
Kimono’s
Een selectie van vierendertig lakobjecten uit de collectie is tot komend voorjaar te zien in het Aziatisch Paviljoen van het Rijksmuseum. Naast deze lakobjecten worden ook elf vrouwenkimono’s tentoongesteld, die eveneens onderdeel zijn van de schenking van Jan Dees en René van der Star. De kimono’s, waarvan er honderdvijftig al in 2009 en 2011 aan het museum werden geschonken, tonen de Japanse moderniteit in de jaren na de grote aardbeving van 1923.
Met kleurrijke ontwerpen en nieuwe weeftechnieken geven deze kimono’s een beeld van een veranderend Japan, waarin moderniteit en traditie samenkomen. Zo bevatten ze bijvoorbeeld voorstellingen van zeppelins en grammofoonplaten, maar ook soldaten, vliegtuigen en tanks als tekenen van de opkomende militarisering in deze periode.
De collectie Japanse kunst van het Rijksmuseum omvat bijna tienduizend werken, waaronder bekende stukken als de tempelwachters uit de veertiende eeuw en ‘De grote golf bij Kanagawa’ van Katsushika Hokusai (1829-1833).