Hoe ontdeden mensen zich in de Griekse en Romeinse Oudheid van hun ontlasting? Over die vraag heeft een internationaal team van 32 wetenschappers zich de laatste jaren gebogen. Ze presenteerden onlangs een uitgebreide studie over het onderwerp.
Volgens de bij het onderzoek betrokken archeoloog Gemma Jansen van de Radboud Universiteit Nijmegen heeft er lange tijd een taboe gerust op het onderwerp en was daarom tot voor kort nog niet zo heel veel bekend over het ‘antieke toilet’. Jansen promoveerde in 2002 op een studie naar de waterhuishouding in Romeinse steden.
In de internationale ’toiletstudie’, getiteld Roman Toilets. Their Archaeology and Cultural History, komen een groot aantal onderwerpen aan bod. Zo wordt bijvoorbeeld gekeken naar de manier waarop de ‘antieke toileten’ gespoeld werden, waar en hoe ze precies aangelegd werden en ook de handel in faecaliën en urine komt in de uitgebreide studie aan bod. Vanuit de Radboud Universiteit werkte ook professor Eric Moormann, hoogleraar Klassieke Archeologie, aan het onderzoek mee.
Dat het in de Romeinse toiletten stonk is niet heel verbazend en wordt door de onderzoekers dan ook bevestigd. De toiletten hadden geen stankslot tussen het riool of de beerput en veel van de Romeinse wc’s bevonden zich in of vlakbij de keuken.
Waar men het “kleinste kamertje” vandaag de dag nog wel eens met gezelligheid associeert, was dat in de tijd van de Romeinen wel anders. Veel Romeinen waren zelfs bang op het toilet. Ze geloofden dat demonen uit het riool of de beerput omhoog konden komen om vervolgens bezit van hen te nemen. Op verschillende toiletwanden zijn dan ook afbeeldingen van goden gevonden die bescherming moesten bieden tegen dit onheil. Ook zijn er bij veel wc’s amuletten gevonden en bezwerende spreuken gevonden die de Romeinen moesten beschermen tijdens het toiletbezoek.
Sponsen
De Romeinen bouwden veel groepstoiletten maar er werden ook privé-toiletten gemaakt. De veelal openbare groepstoiletten zagen er in het hele Romeinse Rijk hetzelfde uit. Een rij stenen zittingen met een gat om op te zitten. Aan de voorzijde was ook nog een kleine sleuf te vinden. Na de ‘boodschap’ werd door dit gat een spons aan een stok gestoken zodat het onderlichaam enigszins gereinigd werd. Hoe vaak deze sponsen hergebruikt werden is overigens niet bekend.